Appelvink
appelvink_lucmeert.jpg

Appelvink (Coccothraustes coccothraustes)
De appelvink is een fraai gekleurde, forse vink met een krachtige snavel. Met haar dikke, oranje kop en grijze stierennek oogt de vogel wat clownesk.
Hoe kan je de appelvink herkennen?
- forse vink met stevige, kegelvormige snavel en kleine, zwarte bef
- dikke, oranjebruine kop met grijze stierennek
- witte eindband aan korte, bruine staart
- roestbruin, beige verenkleed met blauwzwarte en witte versieringen
Hoe klinkt de appelvink?
Wat eet de appelvink?
De appelvink eet vooral zaden van bomen (haagbeuk, beuk, Spaanse aak, esdoorn, iep, eik). Ook pitten van vogelkers, zoete kers en zonnebloem zijn erg in trek.
Waar leeft de appelvink?
- De appelvink broedt in loofbos en gemengde bossen (eik, haagbeuk, beuk, es en iep) met een voorkeur voor oud loofbos. Ook in oude parken kunnen appelvinken worden aangetroffen.
- Verspreidingskaart van de appelvink
Hoe plant de appelvink zich voort?
Broedt vooral in eik en fruitbomen. Het mannetje start met de nestbouw, het wijfje neemt over en zorgt voor de afwerking. Vrouwtje legt meestal vier à vijf eieren en broedt die alleen uit.
Hoe krijg je de appelvink te zien?
De meeste appelvinken vind je in bosrijke streken. Ondanks het clowneske voorkomen, zijn ze best onopvallend. Ze gedragen zich stilletjes - vaak hoog in dichte boomkruinen - en houden contact met elkaar door onbeduidende roepjes. Appelvinken zijn schuw en waakzaam. Het ligt dan ook niet voor de hand om deze heimelijke vogel te zien te krijgen.
Weetjes over de appelvink
- Volwassen appelvinken hebben een enorm sterke snavel met achterin vier ronde knobbels (twee op elke snavelhelft). Door de pit op een juiste manier te klemmen, kan een kracht van 50 kg worden uitgeoefend, voldoende om kersenpitten te kunnen kraken. Jonge appelvinken hebben die kraakknobbels nog niet.
- De naam appelvink is merkwaardig omdat appelvinken nauwelijks appels eten. Er wordt vermoed dat het woord appel zou verwijzen naar haagappel, waarmee de vruchten van de meidoorn worden bedoeld. Dit vermoeden wordt versterkt door het woord Hawfinch, de Engelse naam voor de appelvink. Haw betekent immers bes van meidoorn. Maar ook deze link (appelvink/meidoorn) is vreemd omdat ook meidoornbessen geen favoriete hap van de appelvink zijn.
- De wetenschappelijke naam van de appelvink Coccothraustes coccothraustes is afgeleid van het Griekse kόkkos (pit, zaadje) en thrauein (verpletteren, verbrijzelen). De betekenis vinden we ook terug in dialectnamen als kersenkraker, kriekesteenbijter en pitteneter.
- De appelvink is in Vlaanderen een schaarse en plaatselijke broedvogel. In sommige jaren, wanneer de zaadoogst van bomen faalt, komen veel appelvinken uit Centraal- en Oost-Europa naar Vlaanderen. Dan worden ze ook vaak op voedertafels opgemerkt.
Wat kan jij doen voor de appelvink?
De appelvink kan naar parken en tuinen worden gelokt door de juiste inheemse struiken en bomen aan te planten. Appelvinken worden ’s winters vaak gemeld op Spaanse aak en rozenbottels. Op de voedertafel is het een zeldzame gast maar hazelnoot, pinda en zonnebloempitten verhogen de kans op een bezoek van deze forse vink.