Beleidsdossier Water
water_wimdirckx.jpg

Water is van levensbelang voor mens en natuur. Een duurzaam waterbeleid en -beheer is dus een absolute must. De grootste uitdagingen zijn het verzekeren van een goede waterkwaliteit en het vermijden van overstromingen en verdroging. Werken met de natuur, door het herstel van natuurlijke rivieren.
Onze planeet is uniek door de aanwezigheid van water. Enerzijds speelt water een cruciale rol in de werking van ecosystemen (= ecologische functie van water). Anderzijds vervult water verschillende gebruiksfuncties voor de mens (drinkwater, irrigatiewater, industriewater, transport, recreatie,.. ) Door overconsumptie en het niet voldoende op elkaar afstemmen van de ecologische functie en de menselijke gebruiksfuncties komen de functies van water onder zware druk te staan. Het is de ecologische functie van water - en bijgevolg de natuur en de ecosystemen - die als eerste zware klappen krijgen door de druk op het watersysteem.
De ecologische functie en de menselijke gebruiksfuncties van water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Aantasting van de ecologische functie leidt onvermijdelijk tot schade aan de menselijke gebruiksfuncties van water. Het is dus in ons eigen belang dat we ook de natuurlijke functies van ons watersysteem beschermen en herstellen. Een goed en duurzaam beleid dient hier rekening mee te houden.
In Vlaanderen krijgt het waterbeleid vorm via het decreet IWB (Vlaamse vertaling kaderrichtlijn water) en wordt het beleid uitgevoerd via de stroomgebiedbeheersplannen. De 2 grootste uitdagingen van dit beleid zijn enerzijds het toezien en verzekeren van een goede waterkwaliteit (voor mens en natuur) en anderzijds het tegengaan van het gevaar voor overstromingen en verdroging.
De doelstelling van de Kaderrichtlijn Water is duidelijk: een goede ecologische toestand van het watersysteem tegen 2015. (Het watersysteem wordt in de richtlijn gezien als een samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, waterbodems en oevers met inbegrip van de erin voorkomende levensgemeenschappen en alle bijhorende fysische, chemische en biologische processen. )
In de huidige stand van zaken is het duidelijk dat deze doelstelling in Vlaanderen onmogelijk zal worden bereikt. Zowel de toestand van de waterkwaliteit als het gevaar voor overstromingen blijft een groot probleem in Vlaanderen.
De natuur als oplossing
Voor beide uitdagingen in het waterbeleid is investeren in natuur de meest kostenefficiënte oplossing. Natuurlijk rivierherstel zorgt voor een grotere watercapaciteit en tragere afvoer waardoor het risico op wateroverlast verkleint. Tegelijk verhoogt het het waterzuiverend vermogen van de rivieren door herstel van de natuurlijke ecosystemen. Ook bebossing is een anti-overstromingsmaatregel. Bossen houden water vast en geven het vertraagd af.
Uit een kosten-batenanalyse in het kader van het Sigmaproject bleek dat natuurlijke ecosystemen ook voor de bescherming tegen klimaatverandering de meest kostenefficiënte oplossing zijn. In wat volgt gaan we dieper in op de 2 grote uitdagingen van het waterbeleid en de rol die de natuur kan spelen als oplossing.
Waterkwaliteit
Natuurpunt beklemtoont het grote belang van een goede waterkwaliteit. Zonder proper water geen duurzame drinkwatervoorziening, geen aangename recreatie, geen overstromingsgebieden en geen natuur. Vervuild (oppervlakte)water is niet alleen een ramp voor de watergebonden natuur maar via overstromingen en grondwater vervuilt zij ook de natuur op het land.
Hoewel de waterkwaliteit in de Vlaamse waterwegen de laatste 30 jaar gevoelig is verbeterd, is zij nog lang niet op het niveau van een gezond watersysteem. De vastgestelde kwaliteitsverbetering is voornamelijk het resultaat van maatregelen in de vervuiling door huishoudens en industrie. De uitbouw van het rioleringsnetwerk (en bijhorende waterzuivering) en inspanningen vanuit de industrie om minder te lozen zijn hiervan de belangrijkste verwezenlijkingen. Pollutie vanuit de landbouw – met name vergiftiging door pesticiden en eutrofiëring vanuit mest - is echter nog steeds een groot probleem. Heel wat kleinere waterlopen scoren ondermaats wat de waterkwaliteit betreft. En laat nu net die kleine waterlopen cruciaal zijn voor heel wat zeldzame planten en dieren. Voor Natuurpunt is het duidelijk dat extra inspanningen voor een betere waterkwaliteit (van het watersysteem) noodzakelijk zijn.
Concreet stelt Natuurpunt de volgende maatregelen voorop:
- De 1,2 miljoen Vlamingen die nog niet zijn aangesloten op het rioleringsnetwerk moeten dringend worden aangesloten zodat ook dit afvalwater wordt gezuiverd.
- Uitbouw van een gescheiden afvoersysteem voor regenwater en afvalwater.
- De industrie moet haar inspanningen verder zetten en verhogen rond de lozing van een aantal gevaarlijke stoffen
De landbouw moet grote inspanningen leveren om het mest –en pesticidenprobleem op te lossen waarbij een stopzetting van de uitbreiding van de veestapel een absolute vereiste is.
De natuurlijk toestand van de waterlopen moet zoveel mogelijk worden hersteld opdat het zelfreinigend vermogen van de rivieren terug wordt verhoogd.
Wateroverlast
Ook voor het overstromingsprobleem ligt de sleutel van de oplossing bij het herstel van het natuurlijk vermogen van het watersysteem. De rivieren moeten terug ruimte krijgen om te meanderen en de natuurlijke overstromingsgebieden en oeverzones moeten worden hersteld.
Samengevat ligt de juiste strategie voor de preventie van wateroverlast in deze drievuldigheid:
- Vasthouden water bovenstrooms
- Zoveel mogelijk (natuurlijke) berging water
- Trager laten afvloeien water naar lager gelegen gebied
In eerste instantie moet het water in hoger gelegen gebied zoveel mogelijk worden vastgehouden en niet meteen via de rioleringen, drainages en grachten stroomafwaarts worden gestuurd. De enige plaatsen waar water effectief kan worden vastgehouden zijn bossen, natuurgebieden, parken en weilanden maar ook in goed beheerde landbouwgronden kan het water infiltreren in de grond. In verhard/verstedelijkt gebied kan dit niet. Hier moeten (dus) kunstmatige buffers (containers) worden voorzien om het water vast te houden. Deze buffersystemen moeten verplicht worden meegenomen in het beleid ruimtelijke ordening (groendaken). Maar ook landbouwgebied kan – mits het juiste beheer - fungeren als buffergebied. Helaas gaat het meeste water dat vandaag op landbouwgronden valt veel te snel stroomafwaarts. Dit komt doordat de landbouwgrond zelf dikwijls gecompacteerd is en weinig water kan opnemen. Daarnaast verdwijnen de meeste graslanden, worden natte gronden gedraineerd en wordt het grondwaterpeil op veel plaatsen zo laag mogelijk gehouden om de grond maximaal te kunnen bewerken. Al dit water wordt via grachten, beken en pompen zo snel mogelijk stroomafwaarts gestuurd. Daarbovenop zorgt ook erosie in landbouwgronden voor een sterk verhoogd overstromingsgevaar. Steeds meer landbouwgrond wordt gebruikt voor rijenbouw (maïs, aardappelen) die weinig afdekkend is tijdens de lente, de periode waarin regen de meeste erosie veroorzaakt. Gemiddeld 60 % van het slib in een waterloop is een gevolg van erosie. Het is dus duidelijk dat ook het landbouw – en erosiebeleid een tand zal moeten bijsteken. Erosiepreventie is vandaag grotendeels vrijwillig en enkel verplicht (en dan nog in beperkte mate) in de meest erosiegevoelige gebieden. Het zou verplicht moeten worden in alle erosiegevoelige gebieden. Zo kan de waterafvoer met 20 tot 30 procent verminderen. Specialisten wijzen er tenslotte op dat er ook wat gedaan moet worden aan de landbouwbodem zelf: een bodem rijk aan humus is niet alleen productiever voor de boer, maar kan ook veel meer water vasthouden.
Tenslotte is het van groot belang dat er wordt ingezet op meer en grotere natuurgebieden zodat het potentieel om water bovenstrooms vast te houden gevoelig wordt vergroot.
Ten tweede moet het water zoveel mogelijk natuurlijk worden geborgen. Onze beken en rivieren zijn millennia oud en al die tijd hebben ze overstroomd. Ze hebben valleien ingesneden in ons landschap die van oudsher onder water komen in de winter. Die valleien kunnen (in hun natuurlijke vorm) enorme hoeveelheden water vasthouden en vertraagd afgeven. Meer stroomafwaarts zorgen de grotere valleien voor gigantische buffers waar in geval van hoogwater enorme hoeveelheden water hun weg in zoeken. Maar aan die bergingscapaciteit heeft de mens geknaagd: valleien zijn ingenomen door bebouwing of intensieve landbouw die geen overstromingen of zelfs maar hoge grondwaterstanden meer verdraagt. De ruimte voor water is weg, maar het water zelf is er nog en zoekt zich een (andere) weg naar beneden. De natuurlijke overstromingsgebieden moeten worden hersteld.
Tenslotte moet men het water trager laten afvloeien. Doordat vele beken en rivieren werden rechtgetrokken zijn zij geëvolueerd tot echte watersnelwegen waarin het water peilsnel naar beneden stroomt. Bij de eerste flessenhals ontstaan dan de problemen. Het is dus ook belangrijk om het water in de beken en rivieren trager naar beneden te laten gaan. Herstel van de oorspronkelijke meandering zorgt niet alleen voor meer buffercapaciteit in de rivier, maar doet ook de afvoersnelheid dalen. Daarnaast is een meanderende rivier een bron van waterleven (als het water enigszins proper is), terwijl in een betonnen bak veel minder waterplanten, vogels, insecten en vissen aan hun trekken komen.
Er is de laatste 3 decennia een positieve trend in het Vlaamse waterbeleid en er kan een langzame verbetering van het watersysteem worden vastgesteld. Er is echter nog veel werk aan de winkel en het waterbeleid moet absoluut extra inspanningen leveren willen we de doelstelling van de kaderrichtlijn Water behalen. Natuurpunt wil meer samenwerking tussen het waterbeleid en he natuurbeleid.
Meer natuur en een groter herstel van de natuurlijke (water)systemen biedt een immens potentieel voor een betere waterkwaliteit en de beste buffer tegen overstromingen.
Meer info voor vrijwilligers
Downloads
Contactpersoon
- Robin Verachtert- robin.verachtert@natuurpunt.be