Blauwe glazenmaker
blauwe_glazenmaker_saxifraga-luc_hoogenstein.jpg

De blauwe glazenmaker (Aeshna cyanea)
De blauwe glazenmaker is een libel met een mozaiektekening op het achterlijf. De mannetjes hebben blauwe vlekken op het achterlijf en de vrouwtjes groene.
Je komt ze regelmatig tegen in tuinvijvers. De ogen van het mannetje zijn blauw gekleurd, die van het vrouwtje niet. Deze libel wordt het meest waargenomen, hij is ook erg groot: zo'n 67 tot 76 mm.
Hoe kan je de blauwe glazenmaker herkennen?
- een (geel)groene zijkant van het borststuk
- een brede ovale lichte schouderstreep
- de tot 1 grote vlek verbonden lichte vlekken op het laatste achterlijfsegment
- Op de borststukzijde lopen 2 donkere strepen, waarvan de bovenste niet volledig is.
Ongevaarlijk
In de bossen jaagt de blauwe glazenmaker vaak langs dezelfde weg over bospaden en open plekken. Hij is niet schuw en blijft zijn vlucht uitvoeren wanneer er wandelaars in de buurt komen. Schrik hoef je echter niet te hebben: libellen vallen geen mensen aan en kunnen ook niet steken.
De blauwe glazenmaker plant zich in stilstaand water voor, zoals bospoeltjes en tuinvijvers. Soms kom je hem ook heel ver van water in de stad tegen.
Het hoogtepunt van het jaar ligt voor de blauwe glazenmakers tussen juli en augustus. Vóór juni en na oktober worden ze nog zelden waargenomen.
De blauwe glazenmaker lijkt erg op zijn iets kleinere broertje, de paardenbijter.
Wat eet de blauwe glazenmaker?
Net als andere grote libellen is de blauwe glazenmaker een echte jager. Hij eet allerlei insecten, van vliegen en muggen tot kleine vlinders. Glazenmakers hebben geen gif maar doden hun prooi met hun sterke kaken.
Waar leeft de blauwe glazenmaker?
De blauwe glazenmaker houdt van stilstaand beschaduwd water. Zijn voorkeur gaat uit naar water in bossen of parken: bosplassen, vijvers, poelen en sloten. Maar soms vind je hem ook bij langzaam stromende beken en rivieren.
Hoe plant de blauwe glazenmaker zich voort?
Glazenmakers leggen hun eitjes op planten die zich onder water bevinden. Bij de eiafzet steekt het vrouwtje haar achterlijf dus onder water. Uit die eitjes komen libellenlarven die tot een jaar onder water leven. Libellen maken geen popstadium door: een volgroeide larve kruipt uit het water, de larvehuid scheurt open en daaruit kruipt de volwassen libel