Boomkruiper
Boomkruiper (Certhia brachydactyla)
De boomkruiper is een kleine vogel, die wat wegheeft van een kleine, bruine muis die met schokjes langs de ruwe boomschors naar omhoog klautert, op zoek naar insecten en spinnen.
Hoe kan je de boomkruiper herkennen?
- klein vogeltje (12 cm, 11 gram) met schorsbruin gestreepte bovendelen en roomwitte buik
- fijn, sterk gebogen snaveltje
- vage, vuilwitte wenkbrauwstreep
- lichtbruine, stijve steunstaart
Hoe klinkt de boomkruiper?
Wat eet de boomkruiper?
- De boomkruiper eet jaarrond vooral insecten(larven) en spinnen.
Waar leeft de boomkruiper?
- De boomkruiper vind je in bossen, (kasteel)parken, grote tuinen en (oude) boomgaarden. Haar voorkeur gaat uit naar oude loofbossen. Vooral eik is geliefd, omwille van de ruwe stam.
- Verspreidingskaart van de boomkruiper
Hoe plant de boomkruiper zich voort?
De boomkruiper maakt een nest meestal achter loshangende stukken boomschors, in spleten of houtstapels. Soms wordt het nest ook in dichte vegetatie (klimop) gemaakt. Ongeveer 20% van de paartjes broedt twee keer per jaar. Beide broedsels overlappen vaak: het mannetje bouwt een tweede nest waarin het wijfje eieren legt, terwijl de jongen van het eerste nest nog niet zijn uitgevlogen.
Hoe krijg je de boomkruiper te zien?
De boomkruiper is best onopvallend. Door zijn bruinige verenkleed is hij prima gecamoufleerd wanneer hij tegen een boomstam naar omhoog klautert. Ook de zang en de roep stellen niet veel voor en vergen een getraind oor om het op te pikken. Voor een beginnend vogelaar is een ontmoeting met een boomkruiper dan ook eerder een toevalstreffer.
Weetjes over de boomkruiper
- Boomkruipers hebben een speciale staart. De 12 staartveren zijn stug, stijf en gepunt: ideaal als steun bij het klimmen. Doordat de staartveren almaar over de schors slepen, slijten die snel. Alle zangvogels ruien eerst de centrale staartveren. Enkel boomkruipers en de spechten (die beide de steun van vooral de middelste staartveren nodig hebben bij het klimmen) ruien de centrale staartveren als laatste, nadat alle andere staartveren zijn vervangen.
- Boomkruipers slapen achter een loshangend stuk schors of hakken een slaaphol uit in het halfvergane hout van dode bomen of in de zachte, levende schorslaag van coniferen. Vooral ’s winters slapen ze vaak in groep; door dicht tegen elkaar te gaan aanzitten verliezen ze minder energie.
- De boomkruiper is een uitgesproken insecteneter. Insecteneters die het moeten hebben van vliegende insecten (muggen, dag- en nachtvlinders, wespen en bijen) trekken in de herfst weg omdat er dan geen voedsel meer beschikbaar is (bv. zwaluwen). De boomkruiper gaan in de winter op zoek naar insecten die in holtes en spleten overwinteren en kunnen dus jaarrond hier blijven.
Wat kan jij doen voor de boomkruiper?
De boomkruiper is vooral gebaat bij bomen met loshangende schors. Soms gaat het om oudere, zieke bomen die te vaak voor de bijl gaan. Opstaand dood hout is trouwens ook voor heel wat andere soorten ideaal. Dood hout brengt leven (en boomkruipers) in de tuin. Er bestaan ook speciale boomkruipernestkastjes, met een smalle opening aan de zijkant.