Das
das-saxifraga-luc-hoogenstein.jpg

Das (Meles Meles)
De das is onze grootste inheemse marterachtige. Door zijn erg gedrongen lichaamsbouw werd vroeger gedacht, dat de das tot de familie van de beren behoorde. Grote ondergrondse burchten kunnen duiden op zijn aanwezigheid.
Hoe kan je de das herkennen?
- Van kop tot romp kan een das 70 tot 80 cm worden, zijn staart is kort en meet 12 tot 20 cm. Een das heeft een schouderhoogte van zo’n 30 cm. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes.
- De das heeft een erg herkenbare vachttekening; de kop heeft opvallende zwart-witte banden en de oren zijn zwart met een witte rand. De bovenzijde van zijn rug is grijs, de buikzijde en de poten zijn zwart.
- Met zijn wigvormige lichaam, kleine kop en lange snuit is de das goed aangepast aan het leven in de gangen van zijn ondergrondse burcht. Met zijn korte, sterke poten en stevige nagels kan hij goed graven.
Wat eet de das?
Dassen zijn omnivoren en eten dus vrijwel alles. Tijdelijke en verschillende voedselbronnen zorgen ervoor dat de das het hele jaar door voedsel vindt. Regenwormen, kevers, rupsen en larven staan op het menu. Naargelang het seizoen, is de das verlekkerd op kersen, pruimen en andere vruchten, die van de bomen vallen. Gras, graan en maïs lusten ze ook en wanneer ze toevallig jonge muizen of vogeleieren vinden, smullen ze hier beslist van.
Waar leeft de das?
- De das komt bijna in geheel Europa en grote zones van Azië voor. Een gevarieerd landschap, met bossen en grasvelden, vormt de ideale biotoop voor hen. Of een das zich ergens permanent zal vestigen, hangt af van de aanwezigheid van goede voedselgronden.
- Dassen zijn ’s nachts actief en vertoeven voor het grootste gedeelte van de dag in hun ondergrondse burchten. Hun leefgebied moet dus ook geschikt zijn om burchten te graven of al bestaande, verlaten burchten bevatten. Een dassenburcht gaat vaak generaties mee en wordt meerdere malen uitgebreid. Een dergelijke burcht heeft verschillende ingangen en meterslange, ondergrondse gangen. Naast meerdere burchten, voorzien dassen ook voldoende speelplekken, krabbomen en latrines in hun territorium.
- Verspreidingskaart van de das
Hoe plant de das zich voort?
Per territorium of clan is er een dominant vrouwtje, zij is in principe de enige die jongen krijgt. Een clan bestaat, al naargelang de regio, uit zo’n 3 tot 6 dieren. Er is geen vaste paartijd, het vrouwtje kan het hele jaar door paren. De bevruchte eicellen blijven evenwel in kiemrust tot december. Pas daarna ontwikkelen de eicellen zich verder en in februari worden er 2 tot 3 blinde en bijna kale jongen geboren. De jongen verlaten na 8 tot 9 weken de burcht om de omgeving te verkennen en hun moeder te vergezellen op haar voedselzoektochten. Vanaf juni durven ze er alleen op uit te trekken.
Hoe krijg je de das te zien?
Dassen worden doorheen heel Vlaanderen waargenomen. Door de jacht en het vernielen van dassenburchten is de das in Oost- en West-Vlaanderen zeldzaam, en in Antwerpen en Vlaams-Brabant is hij mogelijk nog zeldzamer. In verschillende zuidelijke delen van Limburg komen ze wel vaak voor. Vrouwtjes krijgen gemiddeld 3 jongen per worp, hierdoor kan de Vlaamse populatie dassen zich snel herstellen. Maar het verkeer eist ook hier zijn tol, een dode das langs de weg is zeker geen uitzondering.
Weetjes over de das
- Naargelang het aantal dieren in een clan en de ligging en het gebruik van het territorium, is er een bepaalde structuur waar te nemen. In de hoofdburcht worden de jongen geboren. Nabij de hoofdburcht bevinden zich een aantal bijburchten, deze doen dienst als reserveburchten en zijn dus niet permanent bezet. Verderaf de hoofdburcht kan er zich een ‘subsidiary’ burcht bevinden. Ook deze burcht is niet permanent bezet, maar kan naargelang het seizoen ingenomen worden, vaak is deze burcht gelegen nabij een tijdelijke voedselbron. Tot slot zijn er nog de vluchtpijpen, verspreid over het hele territorium.
- Dassen leven in groep samen, toch gaan ze afzonderlijk op zoek naar voedsel. Het sociale leven beperkt zich tot de burchtsite.
- Dassen kunnen tot 16 jaar oud worden. Jammer genoeg is het verkeer een grote bedreiging voor hen en halen ze die leeftijd zelden.
- Een das houdt geen winterslaap, tijdens koudere periodes is hij wel minder actief.
Wat kan jij doen voor de das?
Dassen komen steeds meer voor in verstedelijkte gebieden. Jammer genoeg, is het uitgebreide Vlaamse wegennetwerk een grote bedreiging voor de dieren. Dassen komen regelmatig onder de wielen van een auto terecht. Met het project ‘Dieren onder de Wielen 2.0’ wil Natuurpunt iedereen oproepen om dode dieren langs de weg te melden. Zo kan men de gevaarlijkste wegen voor dieren in kaart brengen.
Ga op zoek naar sporen van de das met de sporenfolder. Heb jij sporen gevonden? Meld het op www.waarnemingen.be
Heb je een dode das of een ander dood dier langs de weg gezien? Ga naar www.dierenonderdewielen.be en meld het.
Dassensymposium 2017
Dassensymposium: terugkeer van een icoonsoort?
Na decennia van afwezigheid, worden de laatste jaren opnieuw geregeld dassen waargenomen in Vlaams-Brabant. Eeuwenlang leefde de das er in de nabijheid van de mens, maar een doorgedreven vervolging in de 20e eeuw maakte daar een einde aan. Hoewel zijn situatie in Vlaanderen nog kwetsbaar is, kan de soort nu - dankzij de nodige bescherming - langzaam herstellen en neemt de das stap voor stap zijn vroegere leefgebied terug in. Op verscheidene plaatsen in de provincie worden opnieuw bewoonde burchten vastgesteld. Een terugkeer die niet zonder gevaren blijkt. Het dichte wegennet en de teloorgang van hun leefgebied vormen momenteel de grootste vijanden van de das. Maar ook in de jagerij en landbouw bestaan er veel misverstanden over de soort waardoor deze niet overal even welkom is.
Om deze misverstanden uit de wereld proberen te helpen en de das alle kansen te geven om zich opnieuw permanent te vestigen, organiseerde Natuurpunt Studie i.s.m. Brakona en RL Dijleland op 25 maart 2017 een dassensymposium in Leuven met financiële steun van de Provincie Vlaams-Brabant. Herbekijk hier de voordrachten.
- Monitoring van dassen en dassenschade in Wallonie: indrukken en feiten - Vinciane Schockert, Universiteit Luik - weldra beschikbaar.