De Grote bladsnijder
grote_bladsnijder_-_kurt_geeraerts.jpg

Grote bladsnijder (Megachile willughbiella)
Zowat de grootste behangersbij die ons land telt. Bezoekt bij voorkeur vlinderbloemigen, maar vliegt ook op talrijke andere planten. Eén van de algemeenste behangersbijen in Nederland en België.
Hoe kan je de Grote bladsnijder herkennen?
- Met z'n 12 tot 16 mm behoort de Grote bladsnijder tot een van de grootste bijen van het land.
- De vrouwtjes hebben een lange, ruige beharing op de eerste achterlijfssegmenten, die overgaat in korte haarbandjes op het achterlijfseinde. Het borststuk is bruin behaard. De buikbeharing is vooraan oranjegeel en achteraan zwart.
- De mannetjes hebben witte, verbrede tarsleden aan de voorpoten die wat aan bokshandschoenen doen denken. Ook zij hebben een lange, ruige beharing op de eerste achterlijfssegmenten, die overgaat in korte haarbandjes op het achterlijfseinde. Het borststuk en de kop zijn bruin behaard. De voorkant van de kop is geel gekleurd.
Wat eet de Grote bladsnijder?
De Grote bladsnijder voedt zich met nectar en stuifmeel van verschillende plantenfamilies, maar bezoekt voornamelijk vlinderbloemigen en klokjes voor het verzamelen van stuifmeel.
Waar leeft de Grote bladsnijder?
- De soort komt wellicht verspreid over geheel Vlaanderen voor
- Komt voor in verschillende biotopen, vooral ook in stedelijke gebieden
- De Grote bladsnijder nestelt in bestaande holten zoals kevergangen. Daarnaast treffen we haar ook nog aan in dood hout, onder schors, in oude voegen, nestblokken, muren, dikke rietstengels, maar ook in de grond.
- Je kan hier de verspreidingskaart van de Grote bladsnijder raadplegen
Hoe plant de Grote bladsnijder zich voort?
De mannetjes van behangersbijen zijn kleiner en verschijnen enige dagen eerder dan de vrouwtjes. Soms vindt de paring al plaats bij de nestgang waar het vrouwtje uit tevoorschijn komt, maar mannetjes zoeken ook naar paringskansen door ijverig te patrouilleren langs bloemen waar vrouwtjes te verwachten zijn.
Het vrouwtje verspreidt een geur die mannetjes aantrekkelijk vinden. Na de paring verdwijnt de geur langzamerhand. Bij de paring legt een mannetje zijn poten op de kop van het vrouwtje en klemt haar met de andere poten vast. De voorpoten kunnen ook een geurtje verspreiden, dat waarschijnlijk een stimulans vormt voor het vrouwtje. Bij de Grote bladsnijder zijn de voorpoten speciaal aangepast, om de vrouwtjes nog beter te kunnen behagen.
Bij de nestbouw worden stukjes blad van onder meer roos, rik en Haagbeuk gebruikt. Deze worden met de kaken geknipt en opgerold onder de buik meegenomen naar het nest en dienen als binnenbekleding van de nestcellen. In die cellen deponeert de bij een mengsel van stuifmeel en nectar en een ei. Uit de bevruchte eitjes ontwikkelen zich nieuwe vrouwtjes. De bevruchte eitjes worden het diepst in de nestgang gelegd. De onbevruchte eitjes zitten vooraan in de nestgang en zullen mannetjesbijen opleveren. Zoals bij alle bijen komt een ei na enkele dagen uit en duurt het enkele weken voordat de larve is volgroeid. Wanneer de larve voldoende is volgroeid, spint ze een stevige cocon. Pas in het voorjaar verpopt de larve, om in mei of juni vervolgens als volwassen dier tevoorschijn te komen.
De soort is als volwassen dier actief van begin mei tot eind augustus.
Hoe krijg je de Grote bladsnijder te zien?
Aangezien de Grote bladsnijder een soort is die in het hele land algemeen voorkomt, hoef je niet veel moeite te doen om een exemplaar waar te nemen. Omdat ze vaak aan de ingang van hun slaapgang gaan zitten om het weer te peilen en ook regelmatig rustig zonnen op allerlei plaatsen, zijn ze goed waar te nemen, tenminste als ze voorzichtig worden benaderd. Een vrouwtje bezoekt zeer veel verschillende soorten planten en weet algauw haar zin te vinden in tuinen en bermen. Zo kun je ze foeragerend aantreffen op speerdistel en andere distelsoorten. Daarnaast tref je de Grote Bladsnijder aan op knoopkruid, klokjessoorten, tripmadam, rolklaver, bernagie, blazenstruik, brede lathyrus, pronkerwt, aardaker, veldlathyrus, witte klaver, kruipend stalkruid, zonneroosje, ratelaar en vlasbekje.
Weetjes over de Grote bladsnijder
• De Grote bladsnijder heeft te kampen met enkele parasieten en vijanden. Zo staan de Heidekegelbij (Coelioxys conica), Rosse kegelbij (Coelioxys rufescens) en de Slanke kegelbij (Coelioxys elongata) bekend als koekoeksbijen van deze soort. Ook enkele vliegen zoals de Muurrouwzwever (Anthrax anthrax) leven ten koste van behangersbijen zoals de Grote bladsnijder. Een geduchte vijand van de Grote bladsnijder is daarnaast nog de kever Bijenwolf (Trichodes apiarius).
•Bij de zoektocht naar een partner gaan de mannetjes vaak nogal onbesuisd tewerk: wanneer iets op een bloem hun aandacht trekt, maken ze midden in hun vlucht een noodstop. Ze kunnen uitstekend stil blijven hangen in de lucht om beter te kunnen kijken. Ze naderen een bloembezoeker tot op een centimeter of 20 om er zich vervolgens bliksemsnel op te storten. Vaak vergissen de mannetjes zich echter bij hun onverhoedse overvallen. Dan blijkt het een ander mannetje, een hommel, een honingbij of een vrouwtje van een andere behangersbijensoort te zijn. Betreft het een vrouwtje van de eigen soort, dan proberen ze met hun achterlijf meteen contact te maken. Vrijwel altijd worden ze ruw afgewezen. Ondanks hun geringe slaagkans blijven mannetjes dit gedrag weken volhouden.
Wat kan jij voor de Grote bladsnijder doen?
•Gebruik geen pesticiden in je tuin of op je stoep. Hoe selectief ook zo’n ‘wondermiddel’ mag werken, er is altijd wel een ‘ongewenst’ effect voor bijen en andere dieren.
• Zorg voor de juiste planten in je tuin, binnentuin of op het balkon. Voor grotere tuinen behoren een bloemrijk grasland of bomen zelfs tot de mogelijkheden. Grote bladsnijders gebruiken vooral stuifmeel van klokjes en vlinderbloemigen. Zorg ervoor dat deze aanwezig zijn in de tuin of op het balkon.
Bij aanschaf van planten moet je erop letten om geen variëteiten te kopen met dubbele, gevulde bloemen. Bij dubbele bloemen zijn de meeldraden en stampers vervangen door felgekleurde kroonbladeren. Mooi om te zien, maar van weinig nut voor insecten aangezien er geen nectar of stuifmeel te rapen valt.
• Spring eens binnen in het gratis adviesloket 'ecologisch tuinieren' of breng een bezoekje aan de website van VELT.
• Geen tuin? Geen nood. Zelfs enkele planten op het balkom of potten op je terras lokken al bijen. Je kunt ook een geveltuintje aanleggen. Enkele planten aan de voordeur zijn aantrekkelijk voor bijen en fleuren meteen de straat op. Bij de stedelijke groendienst kun je terecht voor een handige brochure met geschikte planten.
• Maak zelf een bijenhotel. De Grote bladsnijder nestelt vooral in holtes met een binnendiameter van 6 tot 10 mm. In houtbokken kun je gaatjes met een minimumdiepte van 10 centimeter. Holle stengels zoals bamboe met dezelfde diameter werken tevens als geschikte nestplekken. Een bijenhotel richt je zoveel mogelijk naar het zuiden op een windluwe plaats.
Natuurpunt en de Grote bladsnijder
In 2010 sprongen de stad Gent, Natuurpunt Gent en het Laboratorium voor Zoöfysiologie van de universiteit Gent in het kader van het Gentse biodiversiteitscharter samen in de bres voor wilde bijen, waaronder ook de behangersbijen, waar de Grote bladsnijder toe behoort.
In 2013 vroeg Natuurpunt een volledige ban op neonicotinoïden tot er duidelijkheid was over de schadelijkheid van deze pesticiden voor bijen.
Meer weten?
• Aculea is de wilde bijen- en wespenwerkgroep van Natuurpunt www.aculea.be
•Surf naar www.wildebijen.nl