Laatste update: 31/03/2014

De centrale doelstellingvan dit Life-project omvat het op grote schaal verbeteren en herontwikkelen van de typische Kempische habitats in het Dommeldal en dit van in het brongebied tot op de grens.

Volgende habitats, behorende tot de Bijlage I van de Habitatrichtlijn, willen we in kader van het Life-project behouden en verder ontwikkelen:

  • Venvegetaties (Littorelletalia 3110, Nanocyperetalia 3130)
  • Natte heide (Ericion tetralicis 4010, Rhynchosporion 7150) met overgangen naar trilvenen (Overgangs- en trilveen 7140 met Chara vegetaties 3140 en prioritair habitat Galigaanmoeras Cladietum marisci 7210 )
  • Droge heide en droge habitats op landduinen (Psammofiele heide met Calluna en Genista 2310, Corynephoretalia canescentis 2330 en Callunetum 4030).
  • Broekbossen ( Alnion glutinosa-incanae 91E0)
  • Bijzondere graslanden typisch voor de Kempen ( Nardetalia 6230 en Eu-Molinion 6410)
  • Bloemrijke hooilanden op de Wateringen (Arrhenatherion 6510).

Deze habitats zijn bovendien van cruciaal belang voor een heel aantal bijzondere, aan dit habitattype gebonden vogelsoorten, waarvan verscheidene vermeld staan op de Bijlage I van de Vogelrichtlijn:

  • broedvogels : roerdomp, woudaapje,bruine kiekendief, porseleinhoen, nachtzwaluw, boomleeuwerik, ijsvogel en blauwborst (allen soorten van de Bijlage I van de Vogelrichtlijn) broeden momenteel reeds in het projectgebied en zullen sterk kunnen profiteren van het Life-project. Bijlage I soorten zoals duinpieper, zwarte stern en grauwe klauwier zullen nieuwe kansen krijgen om zich als broedvogel te vestigen. Andere broedvogels waarvan de oppervlakte en de kwaliteit van hun broedgebied aanzienlijk zal verbeteren zijn wulp, snor, kievit, kleine plevier, boomvalk en boompieper.
  • trekkende soorten : tijdens de trek zal het Life-project ten goede komen aan de grote aantallen trekvogels zoals duinpieper, tapuit, graspieper, visarend, bruine en blauwe kiekendief, velduil, roerdomp, kleine karekiet en klapekster

Naast het positief effect op de vegetatie, flora en avifauna (zie hierboven) zal ook beekprik en bittervoorn, een soort van de Bijlage II van de Habitatrichtlijn, positief reageren op de acties ondernomen in dit Life-project. Tevens hopen we dat het herstelbeheer ten behoeve habitat kansen geeft voor de groenknolorchis die midden de 20 ste eeuw verdween uit het Hageven

Last but not least willen we de maatschappelijke en economische verankering van het project bij de lokale bevolking en de recreanten/toeristen sterk verbeteren, onder meer door:

  • de uitwerking van een integraal ontsluitingsconcept van het Natura 2000 gebied;
  • de mogelijkheden voor natuurgerichte recreatie en recreatief medegebruik verder uit te bouwen en optimaal te benutten om zo ook nieuwe doelgroepen aan te trekken (vergroting van het draagvlak voor Natura 2000);
  • vrijwilligers bij het beheer van het gebied te betrekken (zinvolle vrijetijdsbesteding + vorming), om tot een duurzaam beheer van de projectgebieden te komen;
  • de lokale bevolking en overheden zo veel mogelijk te informeren.
TOP