Hoe krijg ik een egel te zien?
egel_andewilde.jpg

Om een levende egel te zien kan je best ’s avonds of ’s nachts op stap gaan in je tuin. Goed luisteren is daarbij belangrijk, aangezien egels heel luidruchtig kunnen zijn. Als je er één hoort kan je stil op het geluid afgaan en voorzichtig met een zaklamp schijnen om te zien of je hem kan vinden.
In de tuin verraden egels hun aanwezigheid vaak door hun smeuïge, zwarte uitwerpselen. Deze kunnen tot 1 cm dik en 4 cm lang zijn en bevatten vaak grove resten van insecten.
Jammer genoeg zien de meeste mensen egels vooral dood op of langs de weg liggen. In Vlaanderen is de egel immers het belangrijkste verkeersslachtoffer onder de zoogdieren. Er wordt geschat dat er hier elk jaar ruwweg 230.000 - 350.000 egels in het verkeer sneuvelen. De meeste slachtoffers vallen in de zomer, met een piek in juni en juli (de periode waarin de mannetjes actief op zoek gaan naar vrouwtjes).
Egels hebben het liefst een gevarieerd, kleinschalig landschap met veel dekking en voedsel. Ze zijn dan ook vooral te vinden in bosranden, houtkanten, struweel, boomgaarden en (natuurlijke) tuinen en parken. Als cultuurvolger leeft de egel ook in de nabijheid van bebouwing, soms zelfs tot vrij diep in grote steden.