Huismus
huismus_fr_van_bauwel.jpg

Huismus (Passer domesticus)
De tsjilpende huismus is een bekende cultuurvolger. Het gaat niet goed met de kleine vogel; de aantallen lopen de laatste decennia echter sterk terug.
Hoe kan je de huismus herkennen?
- mannetjes hebben een grijze kruin met kastanjebruine zijden
- mannetjes hebben grauwgrijze wangen en zwarte kegelsnavel (in de zomer)
- mannetjes hebben een zwarte bef die doorloopt op de borst
- vrouwtjes zijn egaler bruin en hebben een lichte wenkbrauwstreep
- grootte: 14 - 16 cm
Hoe klinkt de huismus?
Wat eet de huismus?
Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit zaden. De huismus heeft zich gespecialiseerd in de zaden van cultuurgewassen: tarwe, gerst, haver, gierst en maïs. Ook zaden van grassen, russen, ganzenvoet en muur staan op het menu, aangevuld met een ruim aanbod aan tafelrestjes. De jongen worden vooral met insecten (bladluizen) gevoederd.
Waar leeft de huismus?
- De huismus is een uitgesproken cultuurvolger en houdt zich vooral op in de nabijheid van bewoning, zowel in het landelijk als in het stedelijk gebied.
- Verspreidingskaart van de huismus
Hoe plant de huismus zich voort?
In de tien dagen voor het vrouwtje haar eerste ei legt, kan het aantal paringen oplopen tot 40 per dag. Huismuspaartjes blijven levenslang samen. Mannetjes met een grote keelvlek, hebben ook grotere teelballen, produceren meer zaadcellen en zijn bij de vrouwtjes erg in trek. Een huismusvrouwtje legt gemiddeld vier eieren per legsel en kan in een broedseizoen tot vier legsels voltooien. Het vrouwtje neemt het uitbroeden van de eieren volledig voor haar rekening. Een huismusvrouwtje legt soms één of meerdere eieren in het nest van een ander vrouwtje (broedparasitisme). Uit één studie bleek dat in een beperkt aantal gevallen (2%) het ouderpaar ook hulp krijgt van helpers om de jongen groot te brengen.
Hoe krijg je de huismus te zien?
Ook al gaat de huismus er sinds de jaren ’70 in een aantal West-Europese landen sterk op achteruit, het blijft nog steeds een zeer talrijke broedvogel. De laatste jaren blijft de huismus zich meer en meer profileren als langetermijnverliezer. Op basis van de resultaten van het langlopend telproject Het Grote Vogelweekend blijkt het aantal tuinen waarin ’s winters de huismus wordt gezien, toch nog net iets meer dan de helft te zijn. Tuinen op het platteland scoren beter dan stadstuinen. Een grondige tuinscan geeft dus een goeie kans om een huismus te spotten.
Weetjes over de huismus
- In de prehistorie was huismus opvallend zeldzaam in Europa. Het vroegste bewijs voor Noord-Europa is een beendervondst in Zweden uit de late Bronstijd (1.200 - 800 VC). Mogelijk hangt de opkomst van de huismus samen met de domesticatie van het paard.
- De Antwerpse schilder Frans Snyders (1579 - 1657) beeldt op zijn schilderijen in de eerste helft van de 17de eeuw slechts één keer duidelijk een mannetje huismus af. Ringmussen, daarentegen, komen vrij regelmatig op zijn schilderijen voor. Mogelijk waren in die periode huismussen schaarser dan ringmussen.
- Enkele dialectnamen voor de huismus zijn boerenmus, pannenklutser, papmus en straatloper.
- Uit onderzoek blijkt dat vrouwtjes die gepaard zijn met mannetjes met een grote zwarte keelvlek sneller broeden en een groter legsel hebben dan vrouwtjes die gekoppeld zijn met een huismusmannetje met een kleinere bef.
- De huismus komt ook aan bod in de literatuur. Vondel en Hooft schreven gedichtjes over de tamme mus van Suzanne Bartelotti. Het diertje was afgericht om Suzanne te assisteren bij haar borduurwerk. Het hanteerde overkunstigh met zijn snavel Suzannes naald en trock gauw de draatjes door. In het gedicht lieten ze zich inspireren door de twee versjes die de Romeinse dichter Catullus over de mus van zijn vriendin Lesbia had geschreven. De vrijpostigheden die Suzannes mus zich veroorloofde, prikkelde de fantasie van de heren. Het vogeltje was erg ondernemend, pikte in de haren van het meisje en streek neer op ’t hagelwit van haar borsjes alle beide.
- De eerste Nederlandse vogelnaam die in een schriftelijke bron voorkomt is mus. Die naam duikt op in de Wachtendonkse Psalmen, een Latijns psalterium uit de 10de eeuw met tussen de regels telkens de vertaling in het Oudnederlands. De auteur was waarschijnlijk een monnik die belast was met de zielzorg van de nonnen, die in die tijd geen of nauwelijks Latijn kenden - vandaar de toevoeging van een vertaling. De Wachtendonkse psalmen leveren voor 370 Nederlandse woorden de oudste datering op.
- Op 14 november 2005 vloog een huismus het Frisian Expo Centre in Leeuwarden binnen. Daar stonden toen al 3,5 miljoen dominosteentjes stonden opgesteld voor de recordpoging Domino Day4 van 18 november. De mus deed 23.000 stenen kantelen. Omdat er speciale tussenschotten waren geplaatst, kon de mus niet door het hele centrum vliegen, maar er bleef omvlieggevaar voor vele andere opgestelde steentjes. De organisatie besloot het bedrijf Duke Faunabeheer de opdracht te geven de vogel te vangen. Nadat een medewerker had geprobeerd het beestje met stokken en netten te vangen, is er overgegaan tot een schot met een luchtbuks. Het doden van de dominomus zorgde voor veel weerstand onder een deel van de bevolking en verschillende dierenrechtenorganisaties. De medewerker van Duke Faunabeheer die de mus doodde, werd vele malen met de dood bedreigd. Het ministerie van landbouw heeft in een brief aan de stichting Faunabescherming laten weten dat de mus illegaal is doodgeschoten. Het Openbaar Ministerie heeft de schutter een boete opgelegd van 200 euro.
- De huismus heeft zich mogelijk in de prehistorie verspreid door de uitbreiding van de landbouw van de mens te volgen. In Noord-Amerika, Australië en in Nieuw-Zeeland is de huismus tussen 1850 en 1870 bewust op verschillende plaatsen uitgezet. In 1872 werden ze in Buenos Aires uitgezet en in 1953 in Peru. In 1890 werden huismussen in Zuid-Afrika uitgezet.
Wat kan jij doen voor de huismus?
Klop iedere dag uw tafelkleed buiten uit: de broodkruimels voorzien de mussen van voedsel. Richt uw tuin vogelvriendelijk in, zodat er het hele jaar insecten en zaden te vinden zijn. Plaats een drinkschaal, zodat mussen kunnen drinken en baden. Boeren kunnen hoekjes met graan laten staan. Zorg dat mussen (weer) onder uw dakpannen kunnen komen en plaats enkele speciale mussenpannen op uw dak. Zorg voor dekking van struiken of een haag, waar de vogels zich veilig voelen.