Kleine glimworm of vuurvliegje
Kleine glimworm of vuurvliegje (Lamprohiza splendidula)
De kleine glimworm of vuurvliegje is een opvallende en herkenbare soort glimworm. Dit komt omdat de mannetjes na zonsondergang in grote getale gloeiend rondvliegen. Naast vuurvliegjes worden glimwormen ook wel eens gloeiwormen genoemd. Maar eigenlijk zijn het kevers en geen vliegen of wormen. Deze soort komt veel minder algemeen voor dan de grote glimworm omdat hij hogere eisen stelt aan zijn leefmilieu.
Hoe kan je de kleine glimworm herkennen?
- vrouwtje
- vorm gelijkend op larve; 10-15 mm groot
- ontwikkelde kop; 6 duidelijke, korte poten
- halsschild met 2 doorzichtige vlekken
- vrij plat, lichtgeel, duidelijk gesegmenteerd achterlijf
- dekschilden bijna volledig gereduceerd; vleugelloos
- lichtorganen: 2 lichtvlekken op 6e segment; ovaal-niervormige vlek op volgend segment; variabel aantal lichtvlekken op de zijkanten van andere segmenten, helderste vooraan en achteraan
- mannetje
- iets kleiner dan vrouwtje; langgerekte kever; 8-10 mm groot
- kop met grote ogen en korte voelsprieten, ligt onder het halsschild; poten kunnen volledig worden ingetrokken
- halsschild met grote, helder doorzichtige vlekken
- zwart-bruine tot zwarte, langwerpige dekschilden; structuur lijkt op schuurpapier
- lichtorganen: 2 niervormige vlekken op het 6e en 7e achterlijfssegment; worden aangestoken tijdens het vliegen
- larve
- 4-17 mm groot
- vorm lijkt eerder op een afgeplatte pissebed dan op een rups
- onderkant heeft vuilwitte tot ivoorkleurige delen
- zijkanten: 3-6 door de rug schijnende lichtvlekken, helderste vooraan en achteraan
Wat eet de kleine glimworm?
Mannetjes en vrouwtjes eten niet meer. Ze halen hun energie uit hun als larve opgebouwde reserves. De larven jagen op huisjesslakken en naaktslakken.
Waar leeft de kleine glimworm?
Deze soort lijkt hogere eisen te stellen aan zijn biotoop en komt daarom minder algemeen voor dan de grote glimworm:
- algemeen in de Voerstreek
- enkele geïsoleerde populaties aan de westelijke kant van de Maas in Limburgs Maasland
- in grote delen van het Zoniënwoud (vnl. ten zuiden van E411-A4)
- Vlaams-Brabant: Getevallei in Hoegaarden en Tienen, Bertem, de Beemden in Landen
- Limburg: Zwarte Beekvallei bij Zelem, De Kevie te Tongeren, Munsterbos te Bilzen
- zeldzaam ten westen van Samber en Maas
- verspreidingskaart
Hoe plant de kleine glimworm zich voort?
De vrouwtjes zijn vleugelloos en zeer honkvast. Ze lokken de mannetjes met hun geelgroen licht. Mannetjes vliegen in grote aantallen fel gloeiend rond. Dit kunnen ze maar 45 minuten volhouden. Ze vliegen meestal tussen 22.30-23.15u. De kleine glimworm brengt 2 jaar van zijn leven door als larve. De larve beweegt zich eerder sloom en is minder actief dan de larve van de grote glimworm. Na verpopping komen de volwassen insecten uit. Ze leven slechts 1 à 2 weken.
Hoe krijg je de kleine glimworm te zien?
Kleine glimwormen zijn enkel actief na zonsondergang en dit in een beperkte periode van ongeveer drie kwartier. Piekperiode is meestal tussen 22.30-23.15u. In juni-juli zijn de rondvliegende, gloeiende mannetjes makkelijk herkenbaar wanneer ze ‘dansen’ tussen de bomen in donkere bossen, aan bosranden, boven open plekken in het bos of andere dichtbegroeide plaatsen.
Vrouwtjes zitten op het bladstrooisel, in struiken of op gevallen boomstammen om de mannetjes te lokken. Ook in parklandschappen, boomgaarden en graslanden met bossen kan je ze waarnemen. Ze hechten meer belang aan vochtigheid en vegetatie dan de grote glimworm. Larven zijn terug te vinden in bladstrooisel, mos en humus of tussen vegetatie. Overdag zijn de kleine glimwormen niet actief en verstoppen ze zich onder meer in scheuren in boombast.
Weetjes over de kleine glimworm
- Enkel de mannetjes van de kleine glimworm kunnen fel gloeiend rond vliegen. Dit doen ze met een constant schijnsel. Flitst een mannetje zijn licht volgens een vast ritme aan en uit (bijvoorbeeld om de 2 sec.) dan gaat het waarschijnlijk om een ingevoerde Zuid-Europese soort.
- De mannetjes vliegen niet in winderige omstandigheden.
- De kenmerkende, doorzichtige vlekken in het halsschild worden ook venstervlekken genoemd
- Mannetjes en vrouwtjes geven licht, maar ook de eieren en de larven kunnen opgloeien. De larven doen dit bij harde geluiden en trillingen.
Ben je geïnteresseerd in deze werkgroep of wil je gewoon je kennis over vuurvliegjes en glimwormen wat opschroeven? Aarzel niet om ons te contacteren!