Een vleugje landschapsgeschiedenis

De Kleine Nete is al op kaarten van de Ferraris (1770-1777) zichtbaar als een landschapsbepalend element. De aanliggende terreinen zijn er aangeduid als ontoegankelijk moeras.

Iets ten noorden nabij Broechem, waren er reeds landbouwgronden. De zuidkant van de vallei daarentegen sloot aan op een heidegebied waarvan de Kesselse Heide nu nog een relict vormt.

De kleine Nete ter hoogte van Viersel, ca. 1775 (Ferraris).

Uit de Vandermaelenkaarten (ca. 1850) blijkt een stijgend functioneel gebruik van de gronden als weide, akker en voor bosaanplant. Reeds toen werden delen van de Kleine Nete tussen Grobbendonk en Lier rechtgetrokken en bedijkt. De oude afgesneden meanders getuigen nog van de vroegere kronkelingen van de rivier.

In de twintigste eeuw werden grote delen van de vallei gebruikt als weiden en hooiland. Verhoging en versteviging van de dijken hadden nog meer impact op de waterhuishouding binnen het gebied. Plaatselijk is er sterke verstoring door storten, ophogen, weekendverblijven, …

In 1952 werd het Netekanaal, gelegen vlak naast de Kleine Nete, voltooid. Deze drastische ingreep had een grote impact op de waterhuishouding in de vallei. Het kanaal diende als alternatieve scheepvaartroute. Schepen die van Lier en Duffel naar het Albertkanaal wilden varen, moesten niet meer langs Antwerpen.

TOP