Maak je tuin vlindervriendelijk

Icon
Icoon - Vlinder

Een tuin vol vlinders

Vlinders hebben nood aan bloemen om van te eten, waardplanten om eitjes in te leggen, planten om in te schuilen en wilde hoekjes om te overwinteren. Met deze 10 tips lok je vlinders naar je tuin!

10 tips voor meer vlinders in je tuin

  1. Kies voor inheemse plantensoorten, die bieden betere voedingsstoffen voor onze dieren.
     
  2. Laat brandnetels en distels staan.
     
  3. Bied van het vroege voorjaar tot in de late herfst nectar aan in je tuin.
     
  4. Creëer hoogtes en laagtes in je vegetatie, het is een herkenningspunt en uitkijkpost voor vlinders.
     
  5. Leg beschutte hoekjes aan met hagen en heggen.
     
  6. Ruim je tuin in de winter niet te hard op zodat eitjes, rupsen en poppen kunnen overleven.
     
  7. Leg een kruidentuin of moestuin aan en laat enkele planten aan de vlinders.
     
  8. Maak een voedertafel voor vlinders met rottend fruit of laat vruchten van je fruitboom op de grond liggen.
     
  9. Gebruik geen pesticiden en zo weinig mogelijk meststoffen.
     
  10.  Overtuig ook je buren of gemeentebestuur van het belang van vlindervriendelijke maatregelen, hoe groener je omgeving, hoe meer vlinders en soorten er ook in jouw tuin te zien zullen zijn.

Extra tips voor nachtvlinders

Voor nachtvlinders gelden dezelfde tips als voor dagvlinders. Maar specifiek kan je hen helpen door op volgende zaken letten:

Overdrijf niet met tuinverlichting: Tuinverlichting kan sfeervol zijn, maar kan ook bijdragen aan lichtvervuiling. Nachtvlinders vliegen graag in het donker. Kunstlicht leidt hen af. Uit onderzoek blijkt dat mannetjes en vrouwtjes elkaar minder snel vinden als de omgeving te fel verlicht is. Met een donkere tuin doe je dus nachtdieren een plezier.

Afbeelding
Vlinder - Grote beer - Danny De Groote
Danny De Groote

Avondgeuren: Veel nachtvlinders verkiezen hetzelfde eten als dagvlinders: nectar. Vlinderstruiken, lavendel of  marjolein worden overdag bezocht door dagvlinders, maar als je 's nachts met je zaklamp op pad gaat, zal je merken dat ze even goed door nachtvlinders gesmaakt worden.
Enkele planten lokken specifiek meer nachtvlinders aan. Wilde kamperfoelie bijvoorbeeld, die 's avonds sterk begint te geuren. Ook silenesoorten zoals de avondkoekoeksbloem zijn bij nachtvlinders meer geliefd dan bij dagvlinders

Afbeelding
Gratis vlindergids
NP

Maak van je tuin een vlinderparadijs

Een gids vol praktische tips om van je tuin een vlinderparadijs te maken waarin vlinders kunnen rusten, eten en zich voortplanten. Met een handige zoekkaart om vlinders te herkennen.

Vraag je Vlindergids aan

Vlinders naar je tuin lokken

Plant waardplanten en laat brandnetels staan

Vlinders zijn verzot op nectar. Die vinden ze in bloemen. Volwassen vlinders zijn niet zo kieskeurig en drinken nectar van verschillende bloeiende inheemse plantensoorten. Rupsen daarentegen, voeden zich maar met één of enkele soorten. Vlinders gaan gericht op zoek naar deze planten om hun eitjes op te leggen, hun waardplant. Voor de dagpauwoog, atalanta en kleine vos is dat de grote brandnetel. Het icarusblauwtje gaat op zoek naar klaversoorten en het boomblauwtje wil onder meer sporkehout. Pas die waardplanten in je tuin toe in een bloemenweide of in een wild hoekje bij je composthoop.

Voorzie het hele jaar door nectar in je tuin

Naast waardplanten gaan volwassen vlinders op zoek naar bloemen met nectar in je tuin. Daar zijn ze verzot op. Maar niet alle planten bieden nectar. Vlinderstruik, hemelsleutel, wilg of koninginnenkruid zijn maar enkele voorbeelden van planten die uitblinken in het aantrekken van dagvlinders. Zorg er voor dat er van in het vroege voorjaar tot in de late herfst nectar te vinden is in je tuin. In het voorjaar zijn wilg, sleedoorn, peperboompje en hazelaar belangrijke nectarleveranciers. Interessante zomerbloeiers zijn lavendel, koninginnekruid, knoopkruid, ijzerhard (Verbena), duizendblad en kattenkruid. In het najaar zijn hemelsleutel, laatbloeiende vlinderstruiken en klimop belangrijk.

Creëer hoogtes en laagtes

Vlinders vertoeven langer in een tuin met de infrastructuur die hen helpt te overleven. Ze hebben behoefte aan een gestructureerde en gevarieerde omgeving, afwisseling van hoge en lage planten, bomen, struiken, kruiden en ook in het gazon liefst afwisseling tussen hogere en lagere plekken.

Bij koude houden vlinders zich schuil op een beschut plekje en wachten tot het weer betert. Is het echt te warm, dan zoeken ze de schaduw op. Vlinders verkiezen dus warme hoekjes gericht op de zon. Wil je hen ook beschutting aanbieden tegen de wind, dan plant je aan de voet van een muur, haag of heg wat nectarrijke bloemen.

Vlinders gebruiken de planten in je tuin ook als herkenningspunt. In grote bloemenperken met maar een plantensoort vliegen vlinders verloren.  Hoog uitstekende planten worden door mannetjes gebruikt als uitkijkpost om vrouwtjes te zoeken. Sommige soorten zoals het bont zandoogje, atalanta of groot dikkopje verdedigen vanaf die uitkijkpost een territorium.  Op korte vegetaties kunnen vlinders zonnen of partners zoeken.

Waardplanten voor rupsen

De planten waarop vlinders hun eieren leggen, worden waardplanten genoemd. Volwassen vlinders zijn niet zo kieskeurig en drinken nectar van verschillende soorten bloeiende planten. Rupsen daarentegen, voeden zich meestal maar met één of enkele soorten. Vlinders gaan dus gericht op zoek naar deze planten.

De meeste waardplanten zijn inheems. Je kan ze in je tuin inpassen via een bloemenweide (dat is een stuk tuin die je maar 2 keer per jaar maait) of via bomen, struiken, klimplanten, hagen en heggen. Zo creëer je structuur in je tuin.
En als je de juiste soorten kiest, leveren ze tegelijk ook voedsel voor vlinders. Vuilboom, hulst, wegedoorn, iep, aalbes, klimop, en hop zijn goede structuurvormers, en ook nuttige waardplanten. Heb je een kalkrijke bodem, dan kan je kiezen voor wegedoorn; een soort waarop je de citroenvlinder terugvindt.

Naast brandnetel kunnen volgende waardplanten bepaalde vlinders aantrekken:

  • Koninginnenpage: wilde peen, maar ook op het loof van wortel, venkel en dille
  • Groot en klein koolwitje: koolsoorten en andere kruisbloemigen, zoals damastbloem en koolzaad, oost-indische kers
  • Klein geaderd witje: kruisbloemigen, zoals look-zonder-look en pinksterbloem
  • Oranjetipje: look-zonder-look, pinksterbloem en judaspenning
  • Citroenvlinder: vuilboom, wegedoorn
  • Kleine vuurvlinder: schapenzuring, veldzuring
  • Boomblauwtje: vuilboom, klimop, struikhei, hulst, wegedoorn, vlinderstruik en kattenstaart
  • Icarusblauwtje: diverse klaversoorten zoals hopklaver, rolklaver en gewone rupsklaver
  • Distelvlinder: diverse distelsoorten, kleine klit, kaasjeskruid en brandnetels
  • Atalanta: grote en kleine brandnetel
  • Dagpauwoog: grote brandnetel
  • Kleine vos: grote brandnetel
  • Gehakkelde aurelia: grote brandnetel, hop, iep, aalbes
  • Landkaartje: grote brandnetel
  • Bruin en oranje zandoogje: allerlei grassoorten
  • Bont zandoogje: breedbladige overblijvende grassen zoals pijpenstrootje en witbol
  • Kleine parelmoervlinder: akkerviooltje maar ook andere soorten viooltjes
Afbeelding
Gratis Vlinderposter Natuurpunt
NP

Leer onze vlinders herkennen

Weet jij welke vlindersoorten je allemaal ziet rondfladderen? Leer gemakkelijk vlindersoorten herkennen met de vlinderposter van Natuurpunt.

Vraag je Vlinderposter aan

Afbeelding
Natuurpunt Winkel - Nestkast vlinders - Insectenhotel
Natuurpunt Winkel

Vlinderkast?

Door de verticale sleuven van vlinderkasten kunnen vlinders een ongestoord rustplekje opzoeken voor de nacht en voor de winter. In praktijk blijkt dat voornamelijk spinnen en allerhande kleine insectjes de weg naar de vlinderkasten vinden, en dat je er zelden een vlinder in ziet. Laat je echter niet ontmoedigen!

Of je veel of weinig vlinders naar je tuin kan lokken is ook afhankelijk van de omgeving waarin je tuin ligt. Een tuin in een kleinschalig landschap met veel bloeiende planten zal sneller verschillende soorten vlinders op bezoek krijgen dan een ingesloten stadstuintje. Ook op een terras of in de allerkleinste stadstuin, zelfs in bloembakken zullen nectarrijke planten vrolijke fladderaars aantrekken.  

Waar zijn de vlinders in de winter?

Elke vlindersoort heeft zijn eigen methode om de winter door te komen; als eitje, rups, pop of vlinder. De meeste vlinders overwinteren als rups of pop. Soorten die als volwassen vlinder overwinteren kan je al in het voorjaar zien (citroenvlinder, kleine vos, dagpauwoog). Daarna volgen de pop-overwinteraars (koninginnenpage, landkaartje, oranjetipje). Sommige soorten zoals de atalanta en de distelvlinder vliegen in de winter naar het warme zuiden. In het voorjaar keert een nieuwe generatie weer terug.

Eitjes, rupsen en poppen zitten op planten of uitgebloeide stengels, in het strooisel, onder dorre bladeren, in het gras of in de grond. Ruim je tuin dus niet te proper op voor de winter. In een schoongeharkte tuin kan geen vlinder overwinteren.

Hoe kan je in de winter vlinders helpen?

Wanneer de temperatuur zakt, maakt de natuur zich klaar voor de winter. Op vier dagvlinders na (citroenvlinder, dagpauwoog, gehakkelde aurelia en kleine vos) gaan de meeste soorten als ei, rups of pop de winter door. Die eitjes, rupsen en poppen zitten op allerlei plekken. Ook in onze tuinen zijn ze volop aanwezig; in dor plantenmateriaal, in holle stengels en in bladeren en takken zijn ze weg gekropen.

Het is dan ook belangrijk om je tuin niet te hard op te ruimen na de zomer. De fabel dat een tuin helemaal gestript moet worden en zo kaal mogelijk de winter in moet gaan, is heel slecht voor het leven in je tuin. Planten en dieren weten zichzelf winterklaar te maken en hebben ons daar echt niet voor nodig. Uiteraard mag je best wat opruimen voor de winter, als er planten over je wandelpad hangen of in de weg staan, maar laat zoveel mogelijk staan.

  • Ruim je tuin in de winter niet te hard op zodat eitjes, rupsen en poppen kunnen overleven.
    Dode stengels van planten kan je verwijderen in maart of april.
  • Herbekijk je tuinplan en beperk verhardingen en kortgemaaid gazon tot waar je het echt nodig hebt.
    Maak ruimte voor bloemperken, wilde hoekjes, en waar mogelijk een stuk bloemrijk hooiland. Probeer ervoor te zorgen dat er zowel in de lente als in de zomer diverse nectarplanten in je tuin in bloei staan.
  • Varieer je maaibeheer en zorg voor afwisseling van lang en kort gras.
    Om te vermijden dat je gras plat komt te vallen, maai je best voor de winter nog een keer het grootste deel. Maar daarna laat je bij elke maaibeurt best een stuk staan.
  • Plant gemengde hagen met inheemse struiken en bomen.
    Een bloeiende haag is een echte meerwaarde voor je tuin. Aan te raden zijn sporkenhout, meidoorn, sleedoorn en wilde liguster. In de vroege lente zijn boswilgen in bloei echte nectarkroegen.
  • Laat wilde planten toe
    Vaak komen die vanzelf, of verzamel wat bloemzaden in je eigen buurt. Klein hoefblad, koninginnenkruid, speer- en akkerdistel en jacobskruiskruid zijn maar enkele voorbeelden van waardevolle nectarplanten die vaak als ‘onkruid’ worden bestempeld.

Vlinders in winterslaap

Vier soorten dagvlinders en een aantal nachtvlinders gaan als vlinder de winter door. Citroenvlinder en gehakkelde aurelia kruipen weg tussen takkenhopen en in groenblijvende struiken zoals klimop. Daar hebben ze een veilige en beschutte plek en gaan ze in winterslaap. Ze halen vocht uit hun lichaam, zetten de spijsvertering op een laag pitje en maken antivries aan, vergelijkbaar met wat wij in onze auto’s gebruiken. Daardoor zijn ze uitstekend in staat om -20°C te overleven.

Kou is voor deze vlinders geen probleem, maar warmte wel. Ook dagpauwoog en kleine vos gaan in winterslaap en overwinteren in bunkers, schuurtjes en in holle bomen, maar een aantal heeft een plekje gevonden binnenshuis, op zolders bijvoorbeeld. Ze hebben die plekken opgezocht in september en oktober en hebben gelet of het er koel en donker was. Die plekken kunnen alleen nogal veranderen als de temperatuur omlaag gaat en wij de verwarming aanzetten. Dan kunnen juist die plekjes in de nok van het dak extra warm worden en dat is niet goed voor de vlinders. Ze ontwaken uit hun winterslaap, verbruiken veel energie daarvoor en sterven door uitputting. Kou is prima, warmte niet!

Het beste dat je kan doen is de vlinders die in huis zitten op te warm wordende plekken oppakken en koud wegzetten, bijvoorbeeld in een schuurtje of in een onverwarmde kamer. Je kan een vlinder het best bij de vleugels pakken tussen middelvinger en wijsvinger (maak het V-teken), dan is er de minste kans dat je de vleugels beschadigt. Zet de vlinder met de pootjes tegen een muur of wand op een koele plek en laat hem daar zitten. Vaak zal je zien dat ze nog wat verplaatsen, maar als ze weer in winterslaap zijn kunnen ze er maanden blijven hangen. 

10% korting op alles voor je tuin

Als lid van Natuurpunt geniet je altijd van 10% korting op je bestelling in de Natuurpunt Winkel

  • Grootste keuze aan natuurproducten
  • Met je aankopen help je de natuur
  • 10% korting voor leden
  • Gratis verzending vanaf 39 euro

Bekijk het assortiment