Meetnet libellen
hoogveenglanslibel_luc_simons.jpg

In de meetnetten zijn tien soorten libellen opgenomen. Het opvolgen van deze soorten gebeurt met een gestandaardiseerde methode, ontwikkeld door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Drie van deze soorten zullen opgevolgd worden met behulp van transecttellingen, twee door het tellen van larvenhuidjes en vijf soorten worden opgevolgd d.m.v. gebiedstellingen.
In 2016 gingen we van start met de tellingen voor vier soorten: Rivierrombout, Gevlekte witsnuitlibel, Kempense heidelibel en Maanwaterjuffer. Benieuwd wat dat opleverde? Bekijk hier de resultaten.
Vanaf 2017 volgden we deze soorten verder op en kwamen er drie soorten bij: Variabele waterjuffer, Vroege glazenmaker en Speerwaterjuffer.
In 2018 komen hier ook de resterende drie soorten bij: Bosbeekjuffer, Beekrombout en Hoogveenglanslibel.
Benieuwd waar we tellen bij jou in de buurt?
Hoe libellen tellen?
Gebiedstellingen
De Gevlekte witsnuitlibel, Maanwaterjuffer, Speerwaterjuffer, Hoogveenglanslibel en Kempense heidelibel volgen we op met behulp van gebiedstellingen. Alle individuen boven een waterpartij, of in de directe omgeving ervan worden geteld gedurende 1uur. Dit gebeurt zonder netje en vereist dus enige specialisatie. De gebiedstellingen gebeuren minimaal twee keer per jaar tijdens de piek van de vliegtijd, bij goed libellenweer.
Download hier de veldwerkhandleiding

Larvenhuidjes
De Rivierrombout tellen we door het verzamelen van larvenhuidjes langs de kanaaldijk van het Albertkanaal. En wie geluk heeft kan af en toe deze prachtige libel uit zijn huidje zien sluipen. Bekijk hier het filmpje van één van onze meetnettellers die dit magische moment mocht meemaken.
Voor het tellen van deze soort kan ook de minder gespecialiseerde libellenliefhebber zijn steentje bijdragen. Langsheen heel het Albertkanaal leggen we stukken van 500m die afgezocht moeten worden. Dit transect moet minimaal zes maal gelopen worden tussen half juni en half augustus, maar vele handen maken het werk licht. Hiervoor werken we in teams. Tijdens elk bezoek worden de larvenhuidjes verzameld. Één veldbezoek neemt ongeveer één uur in beslag.
In 2018 gingen we eveneens van start met het tellen van de Beekrombout langsheen heel wat taplopen en heldere beekjes. Hiervoor zoeken we vanaf 2019 nog heel wat helpende handen.
Zin om mee te tellen of meer te weten te komen over deze prachtige soort en haar larvenhuidjes? Neem contact met hannes.ledegen@natuurpunt.be
Transecttellingen
Tijdens transecttellingen worden de libellen geteld op een vaste route langsheen het water, waarbij geteld wordt vanaf de oeverzone. Zo volgen we de Vroege glazenmaker en Variabele waterjuffer op. Elke telronde wordt telkens dezelfde route geteld. Een route is, afhankelijk van de soort, 100-500m lang. De exacte lengte van een route wordt bepaald aan de hand van het beschikbaar geschikte biotoop en de densiteit van de soort. Bij het lopen van een route worden de adulten langs 1 zijde tot een afstand van 2m op de oever en 3m (juffers) of 5m (echte libellen) boven het water geteld.
Benieuwd welke libellen we opvolgen in uw buurt? Bekijk het hier.
Registreer je hier voor de meetnetten flits om meer info te ontvangen over de meetnetten. Je zal enkel info ontvangen over de geselecteerde meetnetten
Regio: | Vlaanderen |
Soortgroep: | Libellen |
Organisator: | Natuurpunt Studie i.s.m. zijn thematische werkgroepen, Libellenvereniging Vlaanderen & Likona, in opdracht van het INBO |
Contactpersoon: | Hannes Ledegen (hannes.ledegen@natuurpunt.be ; meetnetten@natuurpunt.be) |
Website: | |
Tijd nodig voor dit project: | 2 - 6 terreinbezoeken |
Vereiste kennis: | Goede kennis libellen |
Periode: | mei - augusus |