Meikever
meikever_-_shutterstock_456488950.jpg

Meikever (Melolontha melolontha)
De meikever is een middelgrote kever met roodbruine dekschilden en poten. Hij heeft een zwart lijf met opvallend driehoekspatroon aan weerszijden. De meikever heeft roodbruine voelsprieten. De verdikking op het uiteinde van de voelsprieten kan uitwaaieren tot lamellen (bladen). De meikever behoort hierdoor tot de familie van de bladsprietkevers. Engerling is een naam voor de larve van de meikever. Deze zijn gekend omdat ze zich voeden met plantenwortels, vooral van grassoorten.
Hoe kan je de meikever herkennen?
- middelgroot, 2-3 cm
- roodbruine dekschilden met 4 lengteribbels
- roodbruine poten, behaard, met kleine, scherpe sporen
- fijne, witte beharing
- kop en achterlijf zijn zwart
- driehoekig witte vlekjes langs beide zijkanten
- lange, onbedekte achterlijfspunt
- roodbruine voelsprieten, uiteinde: verdikt, kan uitwaaieren tot 7 lange lamellen (mannetje) of 6 kortere (vrouwtje)
- ogen: zwart, rond, glanzend, kraalvormig
- larve (engerling): witachtig, vlezig lichaam, dat C-vormig gekromd is. Verharde bruine kop, zonder ogen en met 2 krachtige kaken. 6 korte, lichtbruine pootjes. Achterlichaam donker tot zwart. Ademopeningen aan de zijkant van het lichaam
Wat eet de meikever?
De volwassen meikever eet bladeren van allerlei loofbomen. Hij heeft een voorkeur voor zomereik, beuk en haagbeuk maar ook voor fruitbomen. De larve van de meikever eet de wortels van allerlei kruidachtige planten (bijv. paardenbloem) en grassen. Ook cultuurgewassen (tarwe) en tuinplanten worden door de larve verorberd.
Waar leeft de meikever?
- De meikever komt wijdverspreid voor in Europa. In België (Vlaanderen) treft men hem verspreid aan, met een duidelijke populatie in de regio rond Heverlee. In Nederland is hij vooral aanwezig in het zuidelijk en oostelijk deel van het land.
- Verspreidingskaart
Hoe plant de meikever zich voort?
De mannelijke meikever zoekt de vrouwtjes op. Hiervoor gebruikt hij de lamellen (bladen) op zijn voelsprieten als reukorgaan. Met deze lamellen kunnen de kleinste concentraties van geur waargenomen worden. De vrouwtjes scheiden feromonen (geurstoffen) af, die door de mannetjes geroken worden. Als een mannetje een vrouwtje gevonden heeft, paren ze. Tijdens de paring worden de achterlijfspunten verbonden. Het mannetje laat zich op zijn rug vallen en wordt dan een tijdje meegesleept door het vrouwtje. Kevers zitten niet op elkaar in tegenstelling tot andere insecten. Na de paring vliegt het vrouwtje naar het vrije veld. Daar graaft ze zich enkele centimeters diep in de grond. Ze zet een 20- tal eitjes af in de bodem met haar achterlijfspunt. De eitjes zijn klein (diam. 2-3 mm), ovaalvormig en vuilwit van kleur.
engerlingen_-_meikever_-_shutterstock_482498977.jpg

Wat zijn engerlingen?
Dat is een naam voor de larven die na 4-6 weken uit de eitjes komen. Deze larven leven in de bodem en komen nooit bovengronds. Ze voeden zich vooral met plantenwortels en met humus. Ze blijven één of meerdere jaren in de grond voor ze zich verpoppen (in de pop wordt de larve een jonge kever). De duur van het larvestadium is afhankelijk van de soort en van het klimaat. Als de temperatuur zakt, kruipen de engerlingen dieper in de grond om te overwinteren. De larven van de meikever overwinteren tweemaal vooraleer ze verpoppen. Als ze genoeg ontwikkeld zijn, dan maken ze een popkamer. In de herfst komen de jonge kevers uit maar deze blijven in de popkamer liggen tot het volgend voorjaar. Pas dan kruipen de volwassen kevers uit de popkamer en komen uit de grond tevoorschijn.
Hoe krijg je meikever te zien?
Je kan de meikever waarnemen vanaf eind april tot eind mei. Bij temperaturen boven de 20°C kan je ze in de avondschemering zien zwermen rond loofbomen. Ze komen wijdverspreid voor in loofbossen, tuinen en boomgaarden. Meikevers hebben een duidelijke voorkeur voor zomereik, beuk, haagbeuk en fruitbomen. Ook op kunstmatige lichtbronnen komen ze af. Overdag zijn meikevers niet actief en rusten ze op boomtakken uit.
Weetjes over de meikever
- Bij meikevers zijn het vooral de vrouwtjes die heel erg veel eten. Mannetjes eten eerder weinig. Bij de zoektocht naar een vrouwtje, speelt dit gegeven ook een rol. De voelsprieten van mannetjes zijn erg gevoelig voor feromonen, geurstoffen die de vrouwtjes afscheiden. Maar hun voelsprieten zijn nog gevoeliger voor alcoholen, die vrijkomen uit beschadigde bladeren, bijvoorbeeld door etende vrouwtjes. Zo komt het dat de mannetjes in de eerste plaats afkomen op de geur van beschadigd blad en pas erna de feromonen van een vrouwtje in de buurt detecteren. In tegenstelling tot de meeste insecten, waar de mannetjes door de geurstoffen van de vrouwtjes gelokt worden.
- De larven van de meikever maken drie groeistadia (instars) door, die steeds worden afgewisseld door een vervelling. Als de larve volledig is ontwikkeld, wordt een popkamer gevormd onder de grond. In de pop verandert de larve in een jong kever. De jonge kevers blijven in hun popkamer liggen tot het volgend voorjaar en komen dan als volwassen dier uit de grond. De popkamer wordt ook poppenwieg genoemd.
- Meikevers komen af op lichtbronnen. Ze worden hier echter niet door aangetrokken maar raken ervan in de war. Meikevers gebruiken normaal het maanlicht als een manier om recht te kunnen vliegen. De maan is een vaste lichtbron en doordat het licht constant uit een zelfde richting komt, kan de meikever recht vliegen. Als de meikever langs een lamp vliegt, verandert de plaats van de lichtbron ten opzichte van de kever. Hierdoor blijft de meikever rondjes rond de lamp vliegen.
- Meikevers kunnen niet steken en bijten.
- De meikever vliegt enkel om voedsel of een vrouwtje te zoeken.Tijdens het vliegen maken ze een brommend geluid. Meikevers vluchten niet weg bij gevaar in tegenstelling tot andere insecten zoals de vlieg.
- Kevers die tot de familie van de bladsprietkevers behoren, zoals de meikever zijn onder meer: junikever, julikever, neushoornkever