Mol
mol_hugowillocx.jpg

De mol (Talpa europaea)
Deze ondergrondse wroeter met fluweelzachte zwarte vacht eet vooral regenwormen en is bekend om zijn (soms vervelende) molshopen. Zijn aanwezigheid wijst echter op een gezonde en vruchtbare bodem.
Hoe kan je de mol herkennen?
- cilindervormig lichaam (11 - 16 cm)
- slurfvormige snuit (zonder snorharen), geen uitwendige oorschelpen
- schopvormige voorpoten, brede graafpoten met lange nagels
- zwartgrijze, fluweelzachte pels
- kort staartje (2 - 4 cm)
Wat eet de mol?
Mollen eten vooral regenwormen. Om te overleven moet een volwassen mol dagelijks minstens 50 gram eten, bijna de helft van zijn eigen lichaamsgewicht. Wormen zijn rijk aan eiwitten en bevatten ongeveer 80% water, waardoor een mol nauwelijks hoeft te drinken. In akkers foerageren mollen ook op insecten (o.a. larven van de langpootmug), spinnen en slakken.
Waar leeft de mol?
- De mol komt voor in weilanden, bossen, bosranden, boomgaarden en tuinen. Het grootste deel van de tijd brengt hij door in zelf gegraven tunnels. Vochtige gebieden (met een hoge grondwaterstand) worden gemeden. In naaldbossen, moerassen en duinen komen nauwelijks mollen voor. Niet alleen ligt het voedselaanbod hier doorgaans (te) laag, de bodem is er vaak ook ongeschikt om een gangenstelsel in uit te graven (te nat in moerassen, instortingsgevaar in duinen).
- Verspreidingskaart van de mol
Hoe plant de mol zich voort?
Door hun groot territorium tijdens de paartijd (maart - april), paren mannetjes vermoedelijk met meerdere vrouwtjes. Ongeveer vier weken na de paring en een week na de bouw van het nest worden (in april of mei) gemiddeld vier jongen geboren. De jongen wegen 3,5 g, zijn naakt, blind en hulpeloos. Tussen twee zoogbeurten in gaat de moeder op zoek naar voedsel om voldoende melk te kunnen produceren. Na vier à vijf weken verlaten de jongen het nest.
Hoe krijg je de mol te zien?
Juni is de beste periode om een levende mol bovengronds te spotten. Na zes tot tien weken (afhankelijk van het voedselaanbod) worden jonge mollen door de moeder uit haar gangenstelsel verdreven. De jonge dieren moeten dan op zoek naar een eigen leefgebied. Ze hebben echter nog te weinig kracht in hun graafpoten en te weinig ervaring om hun eigen gangen te graven. Er rest hen dan niets anders dan bovengronds op zoek te gaan naar onbewoonde tunnels. Vaak laten die bovengrondse junimollen zich zonder enig verweer oppakken. Een mol eet vooral regenwormen en insecten. Bovengronds is het echter een pak moeilijker om eten te vinden. Mollen die zich zomaar laten oprapen zonder bijten, zijn doorgaans uitgeput.
Weetjes over de mol
- Mollen eten veel regenwormen. Vindt hij er één, dan hoeft hij die niet direct op te eten. Door een beet in de kop, kan hij de worm verlammen. De verlamde wormen worden dan opgeslagen in de tunnel en voor later bewaard. De mol is een echte spaarder: wetenschappers hebben voorraadkamers met meer dan 1000 regenwormen gevonden. Voordat ze de wormen daadwerkelijk eten, knijpen ze met hun klauwen eerst de aarde en darminhoud uit het wormenlijfje.
- Doordat mollen in smalle tunnels onder de grond leven, zitten ze voortdurend in een omgeving met veel koolstofdioxide en weinig zuurstof. In 2010 ontdekten wetenschappers dat mollen grote hoeveelheden koolstofdioxide kunnen verdragen en hierdoor hun eigen uitgeademde lucht opnieuw kunnen inademen zonder te verstikken.
- Op jaarbasis eet een mol 36 kg regenwormen, op een uur tijd kan hij tot 15 kg aarde verplaatsen en hij kan zijn gehooropeningen afsluiten zodat er geen aarde kan in geraken.
- Graven doet de mol met voorpoten waaraan zes vingers zitten. De mol heeft een extra graafduim waardoor hij meer aarde in één keer weg kan scheppen. Onderzoekers denken dat mollen die extra duim krijgen door hoge concentraties mannelijke geslachtshormonen. Bij veel mollensoorten hebben de vrouwtjes namelijk een bijzonder geslachtsorgaan met zowel mannelijke als vrouwelijke delen. Hierdoor produceren ze ook de typisch mannelijke geslachtshormonen.
- De bekende Nederlandse mediaholding Talpa van John de Mol jr. dankt haar naam aan de wetenschappelijke naam van de mol.
- De snuit van de mol is bijzonder gevoelig. In zijn neus heeft hij de organen van Eimer. Dit zijn kleine ronde zwellinkjes vol met zenuwuiteinden. Die zijn zó gevoelig dat ze als tastorganen dienst doen.
Overlast door de mol vermijden
Strychnine, zwavelrookbommen, calciumcarbid, de molblaster: je kan het zo gek niet bedenken of het middel werd al tegen de mol ingezet. Buiten alle proporties, duur en weinig efficiënt. De meeste van die middelen werken slechts gedurende een korte periode, sommige zijn niet ongevaarlijk voor de mens maar vooral; elk vrijgekomen territorium wordt doorgaans snel ingenomen door een nieuwe mol. Van de middeltjes uit grootmoeders keuken zijn knoflookteentjes, peper en zout, pindanoten en mensendrollen in een molshoop steken qua originaliteit het vermelden waard. Ook de bodem van een PET-fles snijden en die fles dan omgekeerd in de gangen plaatsen, is doorgaans maar weinig efficiënt. De wind die over de flessen waait, brengt een fluitend geluid voort dat zich door het gangenstelsel verspreidt. Het is echter niet wetenschappelijk aangetoond dat mollen hier ook echt hinder zouden van ondervinden. De Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt somt op haar website alle methodes op waarmee mollenoverlast kan worden vermeden of beperkt.
Wat kan je doen tegen molshopen?
De beste manier om om te gaan met de mol in je tuin, is ermee leren te leven.
- De periode waarin hopen gemaakt worden, is kort en speelt zich vooral af wanneer nieuwe gangenstelsels worden uitgebouwd.
- Mollen verdelgen zorgt er voor dat je de bouwers van een gangenstelsel verwijdert. Gevolg: het vrijgekomen territorium wordt doorgaans snel ingenomen door een andere mol die op zijn beurt een nieuw gangenstelsel zal graven of de bestaande, vervallen gangen weer in orde zal brengen, wat zorgt voor meer/weer molshopen.
- Als je in de korte periode dat het gangenstelsel uitgebouwd wordt kort na het opwerpen van de molshoop de aarde gewoon verspreidt in het gras er omheen, dan ontstaat er geen kale plek in het gras en zie je er na de eerste regenbui nog maar weinig van.
- De rest van het jaar merk je dan doorgaans nog maar weinig van de aanwezigheid van jouw mol.
- Lees meer over hoe je kan samenleven met de mol in jouw tuin in de folder van de Zoogdierenwerkgroep: Samenleven met de mol
Wat kan jij doen voor de mol?
Mollen wijzen op een gezonde en vruchtbare bodem. Ze hebben een goed functionerend ecosysteem nodig om te overleven. Bovendien vangen ze heel wat organismen die schade zouden kunnen toebrengen aan je groenten. Een mol in de tuin is dus oké.
Meer weten
- Lees hier meer over de mol.
- Koop dit boek in de Natuurpunt Winkel: Twisk P., van Diepenbeek A. & Bekker J.P., 2010. Veldgids Europese zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Zeist.
- Koop dit boek in de Natuurpunt Winkel: Verkem S., De Maeseneer J., Vandendriessche B., Verbeylen G. & Yskout S., 2003. Zoogdieren in Vlaanderen. Ecologie en verspreiding van 1987 tot 2002. Natuurpunt Studie & JNM-Zoogdierenwerkgroep, Mechelen & Gent.
- Koop dit boek in de Natuurpunt Winkel: Wild van sporen - Knaagdieren en insecteneters.
Lees deze Natuurberichten over de mol:
Leeft er een mol in je tuin, en verschijnen er af en toe vervelende molshopen? Ontdek hier hoe je daar op een natuurlijke manier mee om kan gaan.