Natuur in de Groene Vallei
Koesterburen: beter een goede buur dan een verre vriend
De Groene Vallei kent heel wat Koesterburen. Die zijn gekozen uit een lijst van 229 soorten die bedreigd zijn en extra bescherming kunnen gebruiken. Elke gemeente koos enkele soorten uit die zij zullen koesteren.
De Groene Vallei heeft tien Koesterburen die we extra goed gaan beschermen. Onze Big 5’er de ijsvogel is er eentje van. De andere Koesterburen zijn: brede orchis, bijenorchis, grote muggenorchis, eenbes, bosorchis, blauwborst, grote weerschijnvlinder, waterspitsmuis en de weidebeekjuffer. Stuk voor stuk speciale en zeldzame soorten die De Groene Vallei uniek maken.
Big 5 Groene Vallei
De 12-jarige Merlijn ging een jaar lang met camera, wildcamera en fototoestel op zoek naar de Big 5 van De Groene Vallei in navolging van het televisieprogramma van Chris Dusauchoit. Hij ontmoette een hoop fascinerende, zeldzame of schattige dieren. Aan de inwoners van De Groene Vallei vroeg hij om hun Big 5 te kiezen. Wat zijn de meest indrukwekkende dieren van De Groene Vallei?
Op 17 januari 2015 werd de uitslag bekend gemaakt tijdens een feestelijke happening. De Big 5 van de Groene Vallei zijn: havik, bever, ree, vos en ijsvogel.
foto: Saxifraga/Martin Mollet
Havik
De havik is een opvallende bewoner van De Groene Vallei. De roofvogel kan tot 65 cm lang worden. Zijn favoriete prooi is de houtduif: aan een snelheid van 80 km/uur slaat hij toe. De havik woont in bosgebied maar gaat graag jagen in landbouwgebied, De Groene Vallei vormt dus een ideale omgeving. Ze blijven hun hele leven in hetzelfde territorium. Jonge haviken hebben gele ogen. Bij het volwassen worden kleuren deze donkerder om dan helemaal oranje te worden.
Foto: Wim Dirckx
IJsvogel
De ijsvogel spreekt tot de verbeelding met zijn felblauwe en oranjebruine kleuren. De ijsvogel is een uitgesproken viseter en daarom sterk verbonden met water. Als hij jaagt zit hij doodstil op een tak enkele meters boven het water en wacht op zijn prooi. Met een duikvlucht met de snavel naar voor verschalkt hij stekelbaarsjes, voorns, maar soms ook kikkers of rivierkreeften. Tijdens het paarseizoen biedt het mannetje het vrouwtje een visje aan, als ze dat accepteert vormen ze een koppel en volgt de paring. Ze graven een tunnel in de oeverwand als nest.
Foto: Saxifraga/Mark Zekhuis
Ree
Het ree is het enige inheemse en wilde ‘hert’ dat bij ons in Vlaanderen te vinden is. Het ree is een beetje verlegen: hij wordt actief rond de schemering of ‘s nachts. In gebieden waar niet veel verstoring is, kan je hem ook overdag tegen komen. De soort eet liever bladeren, knoppen, twijgen en scheuten dan gras, we noemen hem daarom een snoeier (en geen grazer). Een ree is een vrij klein hert: ze hebben een schofthoogte tussen de 60 en 90 centimeter.
Foto: Wim Dirckx
Vos
De vos hoort tot de familie van de hondachtigen en is één van de grootste roofdieren die nog in Vlaanderen voorkomt. Met zijn rosse kleur, puntoren en dikke staart is hij goed herkenbaar. De vos is een opportunist: hij leeft zowel in het bos als in de stad. Hij heeft ook een heel divers menu: kevers, muizen, konijn, bessen… hij eet het allemaal! De vos graaft een hol (of leent er eentje van een das) waar hij zijn jongen veilig in kan grootbrengen. De vos speelt mee in vele verhalen en mythen, denk maar aan het beroemde “Van den vos Reynaerde”.
Foto: Wim Dirckx
Bever
De bever is een knaagdier dat zich het veiligst voelt in het water. Hij is het grootste knaagdier van Europa. Je herkent de bever aan zijn platte, geschubde staart. De bever maakt zijn burcht van takken en daar heeft hij stevig gereedschap voor nodig: zijn grote knaloranje tanden groeien altijd door. Bevers worden wel eens de architecten van het landschap genoemd: met hun dammen kunnen ze riviertjes droogleggen of weiden onder water laten lopen.