Natuurherstel in Stappersven

Antwerpen
Soort
Natuurherstel
Werking
Natuurbeheer
Afbeelding
s45649_luc_crols_putsemoer_kalmthoutseheide
Luc Crols

Stappersven De Nol: Herstel hydrologie in functie van bijzondere habitats 2021-2022

De Nol is een voormalig hoogveengebied waar de eerste geregistreerde turfwinningen in 1372 plaats hadden. De eeuwen daarna is het gebied verder ontgonnen waarbij talrijke grachten werden aangelegd om de turf te transporteren en het gebied te ontwateren. In het kader van LIFE Helvex heeft Natuurpunt een ecohydrologische studie laten opmaken (Weijters et al, 2017) waaruit blijkt dat er in de Nol potenties zijn voor het herstel van mesotroof water (3130), (venige) vochtige heide (4010), hoogveenslenken (7150), oligtroof overgangsveen (7140) en actief hoogveen (7110). Dit is een zeer bijzondere matrix van Europese doelhabitats die kan hersteld worden op voorwaarde dat de natuurlijke hydrologie van het gebied hersteld wordt.

De hydrologie kan intern en extern hersteld worden. Enerzijds is er in november 2022 een foliescherm geplaatst aan de rand van het gebied om het water vast te houden. Anderzijds lopen doorheen het gebied tal van turfgrachten die allemaal naar het noordwesten afwateren. Eén stuw reguleert het peil van het hele gebied waarbij de lage delen (te) nat zijn en de hogere delen (te) droog.

Doorheen het gebied lopen diepe grachten die doorheen waterkerende lagen zoals klei en een verkitte B-horizont gegraven zijn. Als eerste stap zijn de grachten geruimd om de werkzone overzichtelijk te maken. Vervolgens zijn benonietmatten in de grachten gelegd om de doorsneden waterkerende lagen te herstellen. De matten zijn afgedekt met schraal zand zodat ze mooi ter plaatse blijven. De zone is afgewerkt met het plagsel dat uit de gracht gekomen was. Hierdoor ontstaat een ruigere zone die zeer geschikt is voor adders.

Om te vermijden dat -na het plaatsen van het foliescherm en het dempen/verondiepen van de grachten- het gebied te lang zou overstromen, zijn 3 stuwen aan de rand van het gebied geplaatst als overstort. Daarnaast zijn er nog 2 interne stuwen geplaatst tussen 2 compartimenten. In het gebied is de afgelopen jaren een piëzometernetwerk opgebouwd met divers om de hydrologische maatregelen te monitoren en bij te schaven waar nodig.

De verdroging en stikstofdepositie hebben ertoe geleid dat grote delen van de Nol vergrast zijn met Pijpenstrootje of gedomineerd door pitrus. In de initiële aanvraag was het kleinschalig plaggen van enkele zoekzones voorzien. Uit voortschrijdend inzicht en bijkomend advies (stichting Bargerveen) blijkt echter dat plaggen hier geen goede maatregel zou zijn omdat het organisch materiaal (dat anders afgevoerd zou worden) bijdraagt aan een verkitte B-horizont, een aanrijkingslaag die zich net onder de A-horizont bevindt en weerstand geeft aan verticale waterstroming waardoor het gebied natter kan blijven.

Door de combinatie van vernatting en begrazing kan in dit voormalig hoogveengebied (Nol) pijpenstrootjesvegetaties omgevormd worden naar venige heide (7140_oli), hoogveenslenken (7150) en aangetast hoogveen (7120). In het westen liggen 2 laagten die gedomineerd worden door pitrus, hier is maaien aangewezen ipv plaggen. In deze zones staat de pitrus op bepaalde plekken ijler en kruipt het veenmos omhoog. Er is voorzien om hier telkens in het late najaar te maaien, gezien de groeipiek van veenmos in het late najaar valt. Eén van de twee maaizones is aan het verbossen en de verbossing zal verwijderd worden om zeldzame soorten zoals beenbreek meer ruimte te geven. In een andere zone in het noorden zal opslag verwijderd worden door uittrekken. Hierdoor zal meer ruimte ontstaan voor soorten van licht gebufferde standplaatsen zoals duizendknoopfonteinkruid en snavelzegge.

In het noordwesten van het gebied ligt een droge rug die gedomineerd wordt door Amerikaanse vogelkers. Dit is de enige zone in het reservaat waar deze soort nog niet bestreden is terwijl bij de aankoop in 2009 grote delen van het reservaat gedomineerd werden door Amerikaanse vogelkers. Omdat er veel hergroei vanuit de zaadbank verwacht wordt, wordt de Amerikaanse vogelkers afgezaagd op heuphoogte zodat er 'pruiken' ontstaan die het licht afnemen van de zaailingen. Als na enkele jaren de zaden niet meer kiemkrachtig zijn, worden de pruikbomen geringd en sterven ze af. Deze methode wordt ook veel door het ANB gebruikt. I

Stuifzandherstel in de Nolse duinen 2016-2020

Tussen 2016 en 2020 heeft Natuurpunt 30 ha stuifzand hersteld in de Nolse duinen in Kalmthout. De werken bestonden uit het bestrijden van de Amerikaanse vogelkers, kappen dennen en plaggen. Het project is geslaagd omdat de duinen terug stuiven als vanouds. Dit komt doordat de westzijde helemaal is open gemaakt waardoor de wind geen weerstand ondervindt. Door plaggen is het stuifzand open gemaakt en gevoelig voor windwerking. Op deze manier zijn er al vele kuubs zand verplaatst van het zuidwesten naar noordoosten. Hierdoor ontstaan pioniersomstandigheden voor nieuwe stuifzandvegetaties. In deze omstandigheden kiemen buntgras, heidespurrie, zandzegge en ruig haarmos. Buiten het stuifzand is er ook struikheide, vroege haver, zandblauwtje, stekelbrem en kruipbrem gekiemd.

Op de overgangszone van de Nolse duinen en de Nol is er 8 ha berk en den verwijderd om de verbossing van deze waardevolle kwelzone tegen te gaan. Bij deze werken is er veel dood hout gecreëerd wat belangrijk is voor insecten.

Tot slot is er met deze subsidie een Amerikaanse eikendreef in de Boterbergen opgesnoeid waarbij alle gevaarlijke takken voor recreanten verwijderd zijn. De rest van de dreef is behouden als voorheen waarbij de meerwaarde vol holenbroeders en vleermuizen behouden is gebleven. 4 jaar na de werken zijn er nauwelijks gevaarlijke dode takken bijgekomen wat goed is voor de duurzaamheid van deze wederkerende maatregel die naar schatting elke 10-15 jaar moet uitgevoerd worden.

De westelijke en zuidelijke Stappersvenoever 2019-2020
Langs de westelijke en zuidelijke Stappersvenoever is er 6,2 ha geplagd. Grote delen werden gedomineerd door pijpenstrobulten. Door het plaggen kunnen soorten zoals veenpluis, kleine zonnedauw en bruine snavelbies terug groeien.
De zuidoostelijke Stappersvenoever bestond uit zones die gedomineerd worden door pijpenstro en pitrus. Tussen deze soorten komt veenmos voor die niet optimaal kan groeien vanwege beschaduwing en schommelingen van het waterpeil. In deze zone is kleinschalig geplagd volgens een visgraatpatroon waardoor er veel overgangen ontstaan tussen geplagde en niet-geplagde zones. De afstand tussen geplagd en niet-geplagd is ook klein wat gunstig is voor fauna en kolonisatie van veenmos. Het veenmos koloniseert ondertussen de plagzones en om het meer kansen te geven is er sinds 2021 1 stuwpeil voor het Stappersven waardoor de waterschommelingen kleiner zijn. In het totaal is er 6,2 ha pijpenstrootje geplagd in de oeverzone van het Stappersven.
In de Boterbergen werd 113 ha Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik bestreden door uittrekken van alle exemplaren uitgezonderd de dreef die door het gebied loopt en vanwege de meerwaarde voor vleermuizen en erfgoed behouden wordt. De kleinere exemplaren werden manueel uitgetrokken en de grotere zijn met een mini-graver verwijderd. Alle vrijgekomen materiaal wordt ter plaatse op verspreide hopen gestapeld.
In de Nolse duinen en de Nol werd op 4,5 ha alle Amerikaanse vogelkersen getrokken met een minigraver waarbij de uitgetrokken exemplaren op hopen gestapeld worden. In een andere zone van 4,8 ha zijn de stronken gefreesd en is het terrein gechopperd omdat uittrekken minder efficiënt was. Nadien is de zone begraasd door schapen en in de lente van 2021 konden we eindelijk vaststellen dat de resterende exemplaren uitgevallen zijn vanwege uitputting.

Heideherstel 2018-2019
In het gebied lag een klein heidegebied met o.a. heideblauwtje dat door de vrijwilligers van Natuurpunt sinds de aankoop in 2009 kleinschalig is uitgebreid. De bedoeling van deze werken was om de heidesnipper te verbinden met de westelijke oeverzones van het Stappersven en de Kalmthoutse heide. Verder ligt er in het terrein ook een donk wat een potentieel interessante locatie is voor overwintering van slangen.
In september 2018 is Natuurpunt gestart met het herstel van 13 ha boomrijke heide aan de zuidzijde van het Stappersven. De eerste stap was het kappen van het naaldhout en trekken van berken met behoud van karakterendennen, zomereiken en bomengroepen.
Vervolgens is er in februari 2019 1,95 ha kleinschalig geplagd. Als op termijn de geplagde zones goed ontwikkeld zijn, zullen nieuwe zones kleinschalig geplagd worden. Na het kappen werd de potentie voor begrazing van het heideterrein mooi zichtbaar en is er besloten om een begrazingsraster te plaatsen. Gezien de nabijheid van een populatie Gladde slang zijn grote delen in de randzone van de heide niet ingerasterd. 
Twee jaar na de plagwerken is het terrein al mooi ontwikkeld met kieming van gewone dophei, struikhei, kleine zonnedauw en bruine snavelbies. Boomleeuwerik en nachtzwaluw zijn nieuwe broedvogels.

Bezoekersinfo

Praktische info en wandelkaartjes vind je hier