Neushoornkever
Neushoornkever (Oryctes nasicornis)
De neushoornkever is één van de grootste kevers in België en Nederland. Het mannetje heeft een opvallende, grote, opwaarts gebogen hoorn op zijn hoofd. De neushoornkever is een zeer grote kever met een glanzend, donkerbruin tot zwarte kleur. De larven worden engerlingen genoemd net zoals bij de meikever. Dankzij de toegenomen interesse in tuinieren en composteren komt deze kever weer algemeen voor in Vlaanderen.
Hoe kan je de neushoornkever herkennen?
- zeer groot, lengte ongeveer 4 cm
- sterk gewelfd, gedrongen lichaam; glanzend (donker)bruin tot zwart van kleur
- mannetje: hoorn is groot (tot 1 cm) en opwaarts gebogen; de hoorn welft terug over het halsschild, dat van voren uitgehold en achteraan hooggewelfd is
- vrouwtje: hoorn is klein, stomp, vaak nauwelijks zichtbaar; halsschild slechts weinig uitgehold
- korte voelsprieten met 3 waaiervormige lamellen
- buikzijde licht behaard
- donkerbruine poten, behaard, met kleine, scherpe sporen
- larve (engerling): C-vormig, wit gekromd, rupsachtig lichaam; verharde bruine kop, oogloos, met sterke kaken; 3 paar korte poten; achtereinde donker, bijna zwart, gekleurd; ademopeningen als bruine stipjes zichtbaar aan weerszijde van lichaam
Wat eet de neushoornkever?
De volwassen neushoornkever eet weinig en likt van het sap van bomen en rottend fruit. Het volwassen dier leeft slechts enkele weken en heeft als larve al zijn energie bij elkaar gegeten. Ze richten zich voornamelijk op de voortplanting. De larven van de neushoornkever worden engerlingen genoemd zoals bij de andere bladsprietkevers (o.a.meikever). De larven voeden zich met rottende houtsubstanties, zoals te vinden in rottend zaagmeel, snoeihout en strobalen. De aanwezigheid van schimmels verhoogt de voedingswaarde voor de larven.
Waar leeft de neushoornkever?
- De neushoornkever komt plaatselijk voor. In België en Nederland is hij te vinden in natuurgebieden en in de buurt van menselijke bewoning. Vooral in composthopen en andere hopen rottend plantaardig materiaal. Er wordt een verhoogde concentratie gezien in Sint-Niklaas en Doornik. Hij komt ook wijdverspreid voor in Europa, delen van Westelijk Azië, het Arabisch schiereiland en een deel van noordelijk Afrika
- Verspreidingskaart
Hoe plant de neushoornkever zich voort?
De voortplantingstijd loopt van juni tot augustus. Het mannetje vliegt in de avonduren uit om een vrouwtje te zoeken. Als hij een vrouwtje gevonden heeft, verjaagt hij andere mannetjes. Dit doet hij door ze met zijn hoorn en zijn krachtig lichaam op de rug te duwen, zodat ze weerloos zijn. Kort na de paring zet het vrouwtje haar witte, ronde eitjes af op de bodem, in een hoop rottend, plantaardig materiaal.
Hoe ontwikkelen de larven (engerlingen)?
De neushoornkever is een warmteminnende soort. De ontwikkeling van de larven van de neushoornkever is afhankelijk van de temperatuur en de omgevingsomstandigheden. De larven groeien sneller in warm, rottend plantenmateriaal, zoals composthopen of hout- en zaagselresten. De larve groeit in verschillende stadia, waarbij na elk stadium een vervelling volgt. Dit gebeurt ongeveer 3 keer (1- 3 jaar). Als de larve volgroeid is, dan gaat hij verpoppen (larve wordt volwassen kever). Hiervoor graaft hij in de bodem onder de hoop plantenmateriaal een tunnel waarin een popkamer wordt gebouwd. In de popkamer, ook poppenwieg genoemd, overwintert hij om in juni als volwassen kever uit te komen.
Hoe krijg je de neushoornkever te zien?
Je kan de neushoornkeverlarven (en poppen) treffen in composthopen, in bergen houthaksel of strobalen. Dankzij de toegenomen interesse in tuinieren en composteren, komt deze kever weer algemeen voor. In de periode van eind juni tot augustus vliegen ze tijdens de avonduren in zwermen in de buurt van geschikte broedplaatsen. ‘s Avonds komen ze soms op kunstlicht af. Overdag zitten ze in bomen, waar de mannetjes hun hoorn gebruiken in tweegevechten met rivalen.
Weetjes over de neushoornkever
- Aan de pop van de neushoornkever kan je reeds zien of het een mannetje of een vrouwtje is: mannelijke poppen vertonen al de kenmerkende hoorn op de kop.
- De neushoornkever komt al van oudsher in onze streken voor. Deze kever werd teruggevonden in oude Romeinse waterputten.
- De larven van de neushoornkever eten enkel binnenin de hoop rottend plantenmateriaal (broeihoop), in tegenstelling tot de engerlingen van o.a. de meikever die zich voeden met de wortels van grassen en planten.
- De neushoornkever behoort tot de familie van de bladsprietkevers. Ze worden zo genoemd omdat het verdikte uiteinde van hun voelsprieten kan opengaan tot 3 waaiervormige lamellen (bladen). Deze bladen dienen als reukorgaan.
- Andere kevers binnen de familie van de bladsprietkevers zijn onder meer: meikever, junikever, julikever
Wat kan jij doen voor de neushoornkever?
Bergen houthaksel of composthopen zijn ideaal om de neushoornkever te helpen. Ze zorgen voor voldoende voedsel voor de larven én warmte. De neushoornkever heeft warmte nodig om zijn levenscyclus te kunnen voltooien: in onze vrije natuur zijn de omstandigheden te koud, zeker in de winter. De larven voeden zich in de composthoop met het rottend materiaal en verpoppen er ook. Het is belangrijk jaarlijks verse houtsnippers, snoeiafval van loofbomen en bladeren aan de hoop toe te voegen. Bij voorkeur geen naaldhout (harshoudend) want hier kunnen de larven niet goed tegen. Wanneer je larven vindt in een composthoop die afgevoerd wordt, kan je ze verplaatsen naar een hoop die blijft liggen. Zo blijft de toekomst van de populatie verzekerd.