Pimpelmees
pimpelmees_francois_van_bauwel.jpg

Pimpelmees (Parus caeruleus)
De pimpelmees is met zijn blauwe petje en gele buik één van de bekendste tuinvogels. De zang wordt omschreven als een zilveren lachje.
Hoe kan je de pimpelmees herkennen?
- frisblauw petje, witte wangen, brede, blauwe halsband
- zwarte oogstreep en wit voorhoofd
- flauwgele borst en buik met korte, smalle, grijszwarte middenstreep
- mosgroene rug en helderblauwe vleugels
- grootte: 10,5 - 12 cm
Hoe klinkt de pimpelmees?
Wat eet de pimpelmees?
De pimpelmees eet vooral insecten (bladluizen) en spinnen. In het najaar wordt overgeschakeld op een plantaardige dieet (zaden en vruchten). Op de voedertafel zijn vooral ongezouten pindas en vetbollen in trek. In de herfst en de winter zit de pimpelmees vaak in het riet, waar ze zich voedt met in rietstengels overwinterende insectenlarven.
Waar leeft de pimpelmees?
- De pimpelmees stelt weinig eisen aan haar leefgebied en komt voor in bossen, parken, boomgaarden en tuinen.
- Verspreidingskaart van de pimpelmees
Hoe plant de pimpelmees zich voort?
Uit een DNA-onderzoek op 314 jongen uit 36 nesten, uitgevoerd aan de Universiteit Antwerpen, bleek dat alle nestmoeders ook de biologische moeders waren. In 11 van de 36 nesten stelde men vast dat niet alle jongen dezelfde vader hadden. In elk van deze nesten zaten gemiddeld drie bastaards. Om die 11% vreemde vaders te traceren, werd het DNA-paspoort van alle pimpelmezen uit de buurt bepaald. Hieruit bleek dat de vreemde vaders voor 80% pimpelmezen uit de onmiddellijke omgeving waren. In alle gevallen namen de vrouwtjes het initiatief tot de buitenechtelijke paringen.
Hoe krijg je de pimpelmees te zien?
De pimpelmees bezoekt vaak voedertafels en kan je gemakkelijk in je tuin waarnemen.
Weetjes over de pimpelmees
- Mezen vangen was in de 19de eeuw een buitensport die in clubverband (de gilde der mezenvangers, beter bekend al de meezers) werd beoefend. Vroeger had bijna elke dorp een mezengilde. De mezenvangers plaatsen op een opvallende plek een gekooide of opgezette uil. Vlakbij werden lijmstokjes aangebracht. Wanneer mezen een uil spotten, springen ze zenuwachtig rond hem heen, in de hoop hem te verjagen. Door het heen en weer springen, was de kans groot dat de mees op een lijmstok terecht kwam en vast hing. De meezers schoten de hulpeloze vogel dan dood met een blaaspijp. De buit werd deels gebruikt voor menselijke consumptie.
- In 1921 stelden vogelaars in Southampton vast dat pimpelmezen de dunne folie van de karnemelkflessen doorprikten om zich te goed te doen aan de room. Dit fenomeen verspreidde zich in enkele jaren over gans Groot-Brittannië en grote delen van Europa. Het werd ook gekopieerd door koolmezen, eksters, merels en spreeuwen. Met de opkomst van de halfvolle en magere melk is dit gedrag verdwenen. Mezen hebben immers niets aan melk op zich (dus zonder room) aangezien ze niet over enzymen beschikken die lactose kan verteren.
- Pimpelmezen speuren 's ochtends naar voedsel, maar keren pas later in de middag terug naar de plek waar het eten ligt om het te verorberen. Door de late maaltijd blijven ze overdag licht en wendbaar, zodat ze makkelijker kunnen vluchten voor roofvogels zoals sperwers.
- Pimpelmezen kunnen ultraviolet licht waarnemen. De blauwe kruinveertjes van pimpelmannetjes reflecteren veel UV licht. Hoe hoger de reflectie, hoe aantrekkelijker de pimpelman wordt voor de vrouwtjes pimpelmees. Nederlandse onderzoekers namen de proef op de som en smeerden tijdens het broedseizoen UV blokkers uit zonnebrandcrème op de blauwe petjes van gepaarde mannetjes pimpelmees. Hun partner reageerde hier meteen op door minder vaak met voer naar het nest te vliegen. Reden: pimpelvrouwtjes steken minder energie in de kroost van een lelijke vader (dus een pimpelman met een petje dat minder UV licht reflecteert) en sparen hun energie liever op tot een nieuw broedseizoen met een mooiere partner.
- In sommige jaren komen vanaf oktober - november grote aantallen pimpelmezen uit Oost-Europa (Polen, Baltische staten, zelfs Rusland) bij ons overwinteren.
Wat kan jij doen voor de pimpelmees?
De pimpelmees is een holenbroeder die vooral in bomen broedt. Ook nestkastjes worden doorgaans gauw bezet. Een nestkast van 12x12x28 cm met een invliegopening van ongeveer 28 mm is perfect voor de pimpelmees. In de winter is de mees één van de meest algemene soorten op de voedertafel. Soms is ze zo gefocust op voedsel, dat ze nog nauwelijks let op potentiële gevaren. Heb je een huiskat, hang ze dan zeker een belletje om zodat de vogels op de voederplank haar tijdig horen aankomen.