LIFE Grote Netewoud

Antwerpen
Afbeelding
header_-_life_grote_netewoud
LIFE Grote Netewoud
Soort
LIFE
Looptijd
Afgerond
Werking
Natuurbeheer

Inleiding

Het bovenstroomse gedeelte van de vallei van de Grote Nete is een prachtig natuurgebied waar Kempense beekjes zich doorheen het landschap slingeren. Bossen met de voeten in het water en bloemrijke graslanden met bont gekleurde vlinders bepalen hier de sfeer. De Grote Nete is ‘de blauwe draad’ die al deze natuurpareltjes aan elkaar rijgt. 

locatie_life_grote_netewoud

De vallei van de Grote Nete is zo belangrijk, dat ze werd opgenomen in het Natura 2000-netwerk van de belangrijkste natuurgebieden in Europa. Dit netwerk is opgezet om de bijzondere natuurwaarden te verzekeren en omvat bijna 18 % van het Europese grondgebied. Het is niet gelimiteerd tot natuurreservaten maar gebaseerd op het breder principe van behoud en duurzaam gebruik van de natuur. Een plaats waar mensen en natuur in harmonie kunnen samenleven. 

Met zo een status moet alles toch in orde zijn? Helaas niet. 
In het Vlaanderen van de 21ste eeuw krijgt de natuur weinig kansen. Woongebieden, industrieterreinen, intensieve landbouwgebieden,… versnipperen onze natuurgebieden en zetten de natuur onder druk. Immers, hoe kleiner het natuurgebied, des te groter de kans dat zeldzame planten en dieren er uitsterven. Daarnaast worden heel wat bijzondere biotopen zoals heiden en soortenrijke graslanden aan hun lot overgelaten of beplant met monoculturen. Hierdoor verdwijnen hele landschappen en daarmee ook veel planten en dieren.

Geconfronteerd met deze pijlsnelle achteruitgang van de natuur in de Grote Netevallei, namen lokale vrijwillige medewerkers van Natuurpunt het initiatief en startten de uitbouw van verschillende beheerde natuurgebieden. Inmiddels ontstond de droom om deze gebieden met elkaar te verbinden onder de noemer van een Grote Netewoud.

Bovendien voorziet de Europese Commissie in een cofinanciering via het projectfonds LIFE om de Natura 2000 gebieden verder te ontwikkelen. Dankzij het LIFE-project ‘Herstel van het laaglandbeeksysteem Grote Nete’ (LIFE05/NAT/B/000090) verwierf Natuurpunt tussen 2005 en 2012 bijkomend ca. 100 ha en voerde met partner Provincie Antwerpen al grootschalige natuurherstelwerken uit ten behoeve van broekbossen, graslanden, duinvegetaties, ruigtes rivierhabitats en een aantal beschermde vissoorten.

Van 1 september 2013 tot 31 december 2020 loopt er in de regio het LIFE-project ‘Grote Netewoud: wilde natuur op mensenmaat’. Opnieuw zijn de hoofdrolspelers in het project de plaatselijke vrijwillige medewerkers van Natuurpunt, waarbij coördinatie voorzien wordt vanuit Natuurpunt Beheer vzw. De Vlaamse Milieumaatschappij en Provincie Antwerpen zijn partners in het project.

Het project omvat volgende deelgebieden die door Natuurpunt worden beheerd:

Lees hier het laatste nieuws over LIFE Grote Netewoud

 

Meer info over het Life-programma van de Europese Unie vindt u hier.

Meer info over het Natura 2000-netwerk vindt u hier.

 

Landschap

Natuur en landschap

Het landschap van de Grote Nete en haar zijrivieren is één van de belangrijkste vertegenwoordigers van een laaglandbekensysteem, typisch voor de Kempen. De situatie van de Grote Nete is uniek.

Op heel wat plaatsen zijn de valleigronden, met fijnere textuur en soms uitgestrekte veenpakketten, nog mooi aangesloten op de hogere, zandige gronden. Vooral de aanwezigheid van onbebouwde overgangen tussen landduinen en vallei maakt deze omgeving tot een erg waardevol landschap, waar op heel wat plaatsen zelfs nog zeldzame en typische soorten voorkomen.

We vinden er natuurtypes van zowel droge gronden (heide en afgeleiden) als van beekbegeleidende gronden (graslanden en natte struwelen). Het hele spectrum van successiestadia (open water, grasland, struweel tot bos) kan worden aangetroffen binnen het projectgebied, al dan niet in relictvorm.

In het projectgebied zijn er twee landschappen beschermd door de dienst onroerend erfgoed. De belangrijkste zijn de stuifduinen en broekzone van het landschap van Bel en aangrenzend het landschap van Scherpenbergen - De Hutten met zijn paraboolduinen en uitgestoven pannes.

Afbeelding
het_grote_netewoud_in_meerhout_-pros_de_langh
Pros De Langh

Doelstellingen

Het project is gebouwd rond een aantal hoofdoelstellingen:

  1. Grootschalig broekbosherstel (Europees prioritair Annex I habitat 91E0*)
Afbeelding
broekbos_in_het_griesbroek_-_fotogeniekbelgie.be
fotogeniekbelgie.be
  1. De habitatuitbreidingen die voorzien zijn in het project worden duurzaam gerealiseerd door aankoop van 120 ha aan gronden. Op 90 % hiervan wordt een open boscomplex ontwikkeld, voornamelijk via natuurlijke verbossing. Om het habitatherstel doordacht en onderbouwd aan te pakken, worden eerst de nodige plannen en studies (o.a. bodemchemische analyse, ecohydrologische studie) uitgevoerd, waarna waar nodig de lokale hydrologie wordt hersteld en de fosfaatverzadigde laag wordt afgraven. Na het LIFE-project zal het Grote Netewoud één van de topgebieden in Europa zijn voor broekbos. Op lange termijn zal het herstelde gebied groot genoeg zijn om kritische soorten zoals Europese otter (Lutra lutra), bever (Castor fiber) en zwarte ooievaar (Ciconia nigra) te huisvesten. Maar ook aan voedselrijke zoomvormende ruigten (6430) en op drogere plekken oude zuurminnende eikenbossen (9190) wordt gewerkt.
     
  2. Herstel van waardevolle open Annex I habitats (2310, 2330, 3130, 3150, 3260, 4010, 4030, 6230, 6410, 7140)

    Heide-, grasland- en veenhabitats zijn de waardevolle open parels van het Grote Netewoud, samen met de watervegetaties. De kwaliteit van de reeds bestaande open habitats zal verbeterd en uitgebreid worden. Op de natte bodems kunnen zich overgangs- en trilveen (7140) en op gradiënten vochtige heide (4010) ontwikkelen, op de drogere bodems droge heide (4030). Op de overgangen tussen vallei en landduinen zijn er potenties voor soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems (6230*) met overgangen naar blauwgrasland (6410). Daarnaast herbergt dit habitatgebied de mooiste paraboolduinen van Vlaanderen met psammofiele heide (2310) en duingraslanden (2330). Mits vernatuurlijking van vis- en recreatievijvers in het Malesbroek, het Griesbroek, het Bels Broek en Zelguis kunnen de schraalste van deze vijvers ontwikkelen naar oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren (3130), de rijkere naar van nature eutrofe meren (3150), terwijl de structuurverbeteringen aan de waterlopen gunstig zijn voor het herstel van habitattype laaglandrivier (3260).

    De uitbreiding en ontwikkeling van deze habitats zal positieve gevolgen hebben voor een aantal soorten uit de Europese vogel- (VRL) en habitatrichtlijn (HRL).

    Annex II HRL: meervleermuis (Myotis dasycneme)
    Annex IV HRL: laatvlieger (Eptesicus serotinus), meervleermuis (Myotis dasycneme), gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), rosse vleermuis (Nyctalus noctula), Euraziatische bever (Castor fiber), Europese otter (Lutra lutra).
    Annex I VRL: blauwborst (Luscinia svecica), ijsvogel (Alcedo atthis), wespendief (Pernis apivorus), bruine kiekendief (Circus aeruginosus), blauwe kiekendief (Circus cyaneus), roerdomp (Botaurus stellaris), woudaap (Ixobrychus minutus), zwarte ooievaar (Ciconia nigra), kwak (Nycticorax nycticora), porseleinhoen (Porzana porzana).

    De kleine ijsvogelvlinder (Limenitis camilla) is een andere soort waar dit project zich op richt.

Afbeelding
beversporen_in_het_zelguis_-_frans_emmerechts
Frans Emmerechts

3. Habitatherstel voor een aantal vissoorten, opgenomen in Annex II van de habitatrichtlijn

Door de structuur van de rivier of kleinere waterlopen te verbeteren en vismigratie te bevorderen wordt het habitat voor een aantal vissoorten uit de Annex II van de habitatrichtlijn uitgebreid en ontwikkeld. Meer specifiek gaat het om volgende soorten: beekprik (Lampetra planeri), kleine modderkruiper (Cobitis taenia), rivierdonderpad (Cottus perifretum) en bittervoorn (Rhodeus sericeus amarus). Deze doelstelling bereiken we door een uniek partnerschap bij het beheer van de waterlopen als voorbeeld van goede praktijk. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) werkt het vismigratieknelpunt weg op de actieve watermolensite Straalmolen en voert daarnaast, evenals Provincie Antwerpen herstel- en uitbreidingswerken uit ter verbetering van het laaglandrivierhabitat (3260). Hierbij kunnen ook vijversites met voormalige weekendverblijven geïntegreerd worden in het natuurlijk beekdal en worden waar nodig invasieve exoten bestreden.

4. Avontuurlijke bezoekerservaring

Afbeelding
 Preview Name natuurbeleving_in_het_zammelsbroek_-_frans_emmerechts
Frans Emmerechts

Naast grootschalig natuurherstel zet dit project sterk in op bezoekersonthaal als hefboom tot het verhogen van de maatschappelijke betrokkenheid. Door mensen de kans te geven om dit woud op een actieve manier te ontdekken wordt het draagvlak voor natuur in het algemeen en voor natuurherstel binnen het kader van LIFE en Natura 2000 vergroot. De aanpak is gestoeld op onderzoek over natuurbeelden, natuurbeleving, lezen van het landschap… Uitgangspunt is dat mensen natuur gaan waarderen door beleving (topnatuurervaringen). Dit gaat verder dan enkel het beleven van het wandelpad en de bestaande paden in het Grote Netewoud worden dan ook uitgebreid en verrijkt met beleefelementen zoals een tarzanpad tussen de bomen, een bungelbank, een kleine overzetboot, waarbij mensen de boot en zichzelf over een waterpartij trekken via een ketting, een paalkampeerplek…
 

5. Creëren van een breed maatschappelijk draagvlak

Ten slotte willen we ook zoveel mogelijk mensen betrekken om samen met ons mee te denken en mee te werken aan het Grote Netewoud. In de eerste plaats de vrijwilligers van de lokale Natuurpuntafdelingen en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en Provincie Antwerpen, de partners in dit project. Maar ook veel ruimer: gemeenten, verenigingen en andere betrokkenen willen we betrekken. Een groter draagvlak leidt zo tot meer kansen voor natuur, wat een aantal voordelen met zich meebrengt, zowel ecologisch (biodiversiteit, ecosysteemdiensten) als financieel (bezoekers, lagere kost voor waterberging).

Deze doelstellingen versterken elkaar. Immers, door innovatief bezoekersonthaal en betrokkenheid bereiken we meer natuurherstel.

Projectgebied

De perimeter van het project loopt van Geel tot net voorbij de grens van de provincies Antwerpen en Limburg in Lommel.

Het omvat volgende deelgebieden die door Natuurpunt worden beheerd:

Projectperimeter_LIFE+_GNW.KML

Afbeelding
 Preview Name dotterbloemen_in_de_kwacht_-_luc_van_den_bergh
Luc Van den Bergh

Doelhabitats

Voor een beschrijving van de vernoemde habitattypes kan je terecht op de website van het INBO

  • 2310 Psammofiele heide met Calluna en Genista
  • 2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen
  • 3130 Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot het Littorelletalia uniflorae en/of Isoëto-Nanojuncetea
  • 3150 Van nature eutrofe meren met vegetaties van het type Magnopotamion of Hydrocharition
  • 3260 Submontane en laagland rivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitantis en het Calitricho-Batrachion
  • 4010 Noord-Atlantische droge heide met Erica tetralix
  • 4030 Droge Europese heide
  • 6230 Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa)
  • 6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem(Molinion caeruleae)
  • 6430 Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones
  • 7140 Overgangs- en trilveen
  • 9190 Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur
  • 91E0 Bossen op alluviale bodem met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae)
Afbeelding
keyfheide_-jef_eykmans
Jef Eykmans

Publicaties

Download hier de publicaties van het LIFE-project Grote Netewoud.

In English

LIFE Grote Netewoud: wilderness on a human scale

Introduction

Wet and dry heath vegetation, bogs, mires and lowland river systems covered much of the Campine region in north-eastern Belgium, until the early 20th century, when industrialisation, urbanisation and intensification of agricultural practices largely destroyed this natural landscape mosaic. The project area lies within the southern limit of the sandy Campine region, and is part of the ‘Grote Nete’ proposed ecological site for protection under the EU’s Natura 2000 network. The soil is very varied, with a rich microtopography and iron-rich seepage water. Alluvial woods are still present, in spite of the human intervention on the hydrology of the area. Current threats are: habitat fragmentation; existing plantations and spread of invasive alien plant species; habitat loss caused by lack of suitable management; eutrophication as a result of nitrogen deposition and agricultural practices; unnatural hydrology; and a lack of social support.

Afbeelding
broekbos_-_stein_temmerman
Stein Temmerman

Objectives

The lowland river system ‘Grote Nete’ is well-suited to the development of a vast woodland with new habitat for very critical species such as otter (Lutra lutra), black stork (Ciconia nigra) and beaver (Castor fiber). The main focus of this project – encompassing a surface area of 1.700 ha - is the large-scale restoration, development and sustainable management of alluvial forest (90%), mainly by means of natural forestation, and of small pockets of the most valuable open habitats (10%). This increase of habitats will be sustainable, because of the acquisition of at least 120 ha, which is the best way to protect these habitats in the long term.

Based on studies of the abiotic (non-living) environment, the top layer of the phosphate-enriched soil will be excavated, to ensure the right conditions for the development of valuable habitats. Furthermore, the project aims to restore the habitat of Annex II fish species by improving the structure of the river or smaller streams and by facilitating the migration of these species. The sites of former weekend houses will be reintegrated in the natural river valley. The beneficiary and partners also aim to offer unique adventurous nature experiences and create public awareness that will remain in people’s minds. Stakeholders will be involved and win-win situations are sought by combining the strengths of different partners. The support of local authorities for the project is also expected because of the ecological and financial benefits it brings to their communities (e.g. biodiversity, ecosystem services, catering to visitors, lower cost for water management, higher property prices).

Afbeelding
frans_emmerechts
Frans Emmerechts

Expected results

  • The large-scale restoration and sustainable management of at least 108 ha of the priority habitat 91E0* (alluvial forests). After the LIFE-project, the valley of the ‘Grote Nete’ will be one of the core areas in lowland Europe for this habitat. In the long term, the restored area will be large enough to potentially host vulnerable species such as the otter (Lutra lutra), beaver (Castor fiber) and black stork (Ciconia nigra);
  • An increase of the populations of the Annex II fish species European brook Lamprey (Lampetra planeri), spined loach (Cobitis taenia), bullhead (Cottus perifretum) and European bitterling (Rhodeus sericeus amarus) through unique partnerships as an example of good conservation practice;
  • A sustainable increase of populations of Annex II species of the habitats directive pond bat (Myotis dasycneme) and of Annex I species of the Birds Directive such as bluethroat (Luscinia svecica), common kingfisher (Alcedo atthis) and black-crowned night heron (Nycticorax nycticorax);
  • Raised awareness through an improved visitor experience (e.g. the existing walking trails will feature special elements that encourage people to experience nature. Examples will include a ‘Tarzan trail’ where children can swing through the branches, a dangling bench (a higher bench that allows people to dangle their legs), a small boat that people can use to ferry themselves over a small river, a ‘private’ island where it is possible to camp; and
  • The creation of a platform for stakeholders. The steering committee will consist of volunteers and professionals from the organisations involved in the project.
Afbeelding
 Preview Name ijsvogel_-_rik_verborgt
Rik Verborgt

Target habitats

More information about the habitats can be found here

2310 Dry sand heaths with Calluna and Genista

2330 Inland dunes with open Corynephorus and Agrostis grasslands

3130 Oligotrophic to mesotrophic standing waters with vegetation of the Littorelletea uniflorae and/or of the Isoeto-Nanojuncetea

3150 Natural euthrophic lakes with Magnopotamion or Hydrocharition-type vegetation

3260 Water courses of plain to montane levels with the. Ranunculion fluitantis and. Callitricho-Batrachion vegetation

4010 Northern Atlantic wet heaths with Erica tetralix

4030 European dry heaths

6230 Species-rich Nardus grasslands, on silicious substrates in mountain areas (and submountain areas in Continental Europe)

6410 Molinia meadows on calcareous, peaty or clayey-silt-laden soils (Molinion caeruleae)

6430 Hydrophilous tall herb fringe communities of plains and of the montane to alpine levels

7140 Transition mires and quaking bogs

9190 Old acidophilous oak woods with Quercus robur on sandy plains 

91E0 Alluvial forests with. Alnus glutinosa and Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae)

Afbeelding
manu_buscher
Manu Buscher

Auf Deutsch

LIFE Grote Netewoud

Einleitung

Trockene und feuchte Heidelqndschaft, Moore, Sümpfe und tiefliegende Flusssysteme bedeckten weite Teile der Region Kempen im Nordosten Belgiens bis zum frühen 20. Jahrhundert, als Industrialisierung, Verstädterung und Intensivierung der landwirtschaftlichen Methoden dieses natürlich entstandene landschaftliche Mosaik großflächig zerstörten. Das Projektgebiet liegt am südlichen Rand der sandigen Region Kampen und ist ein Teil der ‘Grote Nete’, welcher durch das Natura 2000 Netzwerk ökologisch geschützt wird. Der Boden ist sehr vielgestaltig mit einer abwechslungsreichen Mikrotopographie und eisenreichem Sickerwasser. Auenwälder sind trotz des Eingriffs durch den Menschen in die Hydrologie des Gebiets noch immer vorhanden. Aktuelle Probleme sind die Aufspaltung von Lebensräumen, bestehende Bepflanzung und die Verbreitung von invasiven exotischen Pflanzenarten, Lebensraumverlust aufgrund ungeeigneter Bewirtschqftung,  Eutrophierung als Ergebnis von Stickstoffsedimentierung und landwirtschaftlichen Methoden, unnatürliche Hydrologie und ein Mangel an sozialer Unterstützung.

Afbeelding
broekbos_-_stein_temmerman
Stein Temmerman

Zielsetzung

Das tiefliegende Flusssystem ‘Grote Nete’ ist gut geeignet für die Entwicklung eines weiten Waldgebiets mit neuen Lebensräumen für stark gefährdete arten wie Otter (Lutra lutra), Schwarzstorch (Ciconia nigra) und Biber (Castor fiber). Der Hauptfokus dieses Projekts, welches ein Gebiets von 1700 ha umfasst, ist die großflächige Wiederherstellung, Entwicklung und nachhaltige Bewirtschaftung des Auenwalds (90%) durch natürliche Bewaldung  und von kleinen Flächen wertvoller offener Lebensraum (10%). Dieser Anstieg an Habitaten wird durch den Erwerb von mindestens 120 ha nachhaltig gestaltet, denn dies ist der beste Zeg um diese Habitate auf lange Sicht zu schützen.  

Basiert auf Studien der abiotischen (unbelebten) Umgebung, wird die oberste Schicht des phosphatreichen Bodens abgegraben, um die richtigen Bedingungen für die Entwicklung kostbarer Lebensräume zu gewährleisten. Des Weiteren hat sich das Projekt die Wiederherstellung von Lebensräumen gewisser Annex II Fischarten zum Ziel gesetzt. Dies wird durch die Verbesserung der Struktur des Flusses oder kleinerer Stöme und durch die Unterstützung der Migration der Fischarten erreicht. Die Gelände ehemaliger Wochenendhäuser werden wieder in das natürliche Flusstal eingegliedert. Die Begünstigten und Partner streben auch an, einzigartige und abenteuerliche Naturerlebnisse möglich zu machen und ein öffentliches Bewusstsein zu schaffen.

Alle Interessengruppen werden einbezogen und das bestmöglich Ergebnis wird durch die Verknüpfung der Stärken verschiedener Partner erreicht. Die Unterstützung des Projekts durch regionale Behörden wird ebenfalls aufgrund der ökologischen und finanziellen Vorteile für die Gemeinden (z.B. Biodiversität, Catering für Besucher, geringere Kosten für Wasserversorgung, höhere Grundstückspreise) erwartet.

Afbeelding
frans_emmerechts
Frans Emmerechts

Erwartete Ergebnisse

  • Die großräumige Wiederherstellung und angemessene Bewirtschaftung von mindestens 108 ha des wichtigsten Lebensraums 91E0* (Auenwälder). Nach dem LIFE-Projekt wird das Tal der ‘Grote Nete’ eines der Kernstücke dieses Habitats im tiefliegenden Europa bilden. Auf lange Sicht wird das wiederhergestellte Gebiet groß genug sein, um gegebenenfalls gefährdete Arten wie Otter (Lutra lutra), Biber (Castor fiber) und Schwarzstorch (Ciconia nigra) zu beherbergen.
  • Eine Zunahme der Annex II Fischpopulationen Bachneunauge (Lampetra planeri), Steinbeißer (Cobitis taenia), Groppe (Cottus perifretum) und Bitterling (Rhodeus sericeus amarus) durch einzigartige Partnerschaften als ein Vorbild für gute Naturschutzarbeit
  • Eine nachhaltige Zunahme der Annex II Art der Habitatrichtlinie Teichfledermaus (Myotis dasycneme) und von Annex I Arten der Vogelschutzrichtlinie wie Blaukehlchen (Luscinia svecica), Eisvogel (Alcedo atthis) und Nachtreiher (Nycticorax nycticorax)
  • Geisteigertes Bewusstsein durch eine verbesserte Besuchererfahrung (z.B. werden an den  bestehenden Wanderwege spezielle Bauelemente angebracht, um  Besucher zu ernutigen, die Natur zu erkunden). So sollwird unter Anderem ein ‘Tarzan Pfad’ eingerichtet, auf dem Kinder durch die Zweige schwingen können, eine Baumelbank (eine höhere Bank, die zulässt, dass Erwachsene ihre Beine baumeln lassen können, ein kleines Boot, dass Besucher benutzen können, um eigenständig über einen schmalen Fluss zu gelangen und eine private Insel, auf der die Möglichkeit besteht, zu campen
  • Die Bildung einer Plattform für Interessengruppen, deren Führungskommittee aus Freiwilligen und Fachpersonal aus den beteiligten Organisationen besteht.
Afbeelding
 Preview Name ijsvogel_-_rik_verborgt
Rik Verborgt

Zielhabitate

Mehr Informationen über die Habitate finden Sie hier

2310 Trockene Sandheiden Calluna und Genista

2330 Inlanddünen mit offenem Corynephorus- und Agrostisgrasland

3130 Stehende oligotrophe bis mesotrophe Gewässer mit Littorelletea uniflorae und/oder Isoeto-Nanojuncetea

3150 Natürlich eutrophe Seen mit  Vegetation vom Magnopotamion- oder Hydrocharitiontyp

3260 Wasserläufe von der Ebene bis in Berggebiete mit Ranunculion fluitantis und Callitricho-Batrachion

4010 Nordatlantische feuchte Heide mit Erica tetralix

4030 Europäische trockene Heide

6230 Artenreiches Grasland mit Borstgras, auf siliziumreichen Böden in Berggebieten (und auch unterhalb in Kontinentaleuropa)

6410 Pfeifengraswiesen auf kalkreichem, torfigem oder tonhaltigem Grund (Molinion caeruleae)

6430 Randgebiete von wasserliebenden, hochwachsenden Krautzonen in der Ebene und bergigen bis hin zu alpinen Gebieten

7140 Übergangssümpfe und Moore im Wandel

9190 Alte saure Eichenwälder mit Quercus robur oder sandigen Flächen 

91E0 Auenwälder mit Alnus glutinosa und Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae)

Afbeelding
manu_buscher
Manu Buscher

Contact

LIFE

Wil je graag meer weten over het project of heb je specifieke vragen, dan kan je het projectsecretariaat contacteren via: