Ree
reebok_dieder-plu.jpg

Het ree (Capreolus capreolus)
De voorbije jaren is het aantal reeën in Vlaanderen sterk gestegen. In Vlaanderen wordt het aantal nu geschat op ongeveer 20.000 dieren. Het Europese ree is een middelgroot hoefdier met een rood- grijsbruine vacht. Het heeft opvallend grote oren, grote ogen, een zwarte neus en een witte kin. Mannelijke reeën dragen een eenvoudig gewei. De jongen hebben witte vlekken op een rij op hun rug en flanken.
Hoe kan je het ree herkennen?
- 60-75 cm hoog, 95-140 cm kop- romplengte
- zomervacht: zandgeel tot roodbruin; wintervacht: grijsbruin tot zwart
- opvallend grote oren en grote ogen
- spitse snuit met zwarte neus, witte kin
- geen staart
- eenvoudig gewei, meestal twee tot drie punten, ongeveer 25 cm
Wat eet het ree?
Het ree eet voornamelijk plantaardig voedsel. Hij eet vooral bladeren, twijgen en scheuten van struiken en bomen. Ook vruchten (bramen, bessen), kruiden, grassen en landbouwgewassen (bieten, granen en krop gewassen) eet hij graag. Reeën vullen hun voedsel seizoensgebonden aan: in de lente jonge blaadjes; in de herfst eikels, paddenstoelen en noten en in de winter twijgen en knoppen. Reeën eten enkel de meest voedzame delen van de plant. Het ree is een herkauwer; dit wil zeggen dat hij nogmaals op het eten kauwt nadat het in de maag is geweest. Hiervoor rust hij regelmatig op beschutte plekken.
Waar leeft het ree?
- Reeën leven in bosachtige gebieden met open plekken en aangrenzende velden. In de schemering en ochtenduren wagen zij zich op open terrein om voedsel te zoeken en te grazen. Om te rusten en te herkauwen trekken ze zich terug in de beschutting. In Vlaanderen komen reeën ook meer voor in open landbouwgebieden door hun groeiend aantal. Deze reeën gebruiken dan houtwallen, rietkragen en greppels als beschutting.
- In de bossen van de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant komen reeën in grote aantallen voor. Ook in het zuiden van de provincie West- Vlaanderen en in het zuiden en oosten van de provincie Oost- Vlaanderen worden meer en meer reeën gezien.
- Verspreidingskaart
Hoe plant het ree zich voort?
De paringstijd (bronsttijd) valt bij reeën tussen half juli en half augustus. Bronstige vrouwtjes (geiten) scheiden geurstoffen (feromonen) uit en maken een piepend, klagend geluid (‘fiepen’). Mannetjes (bokken) worden hierdoor aangetrokken. Er volgt een wilde achtervolging tot het vrouwtje paringsbereid is. De jongen (kitsen) worden eind mei- begin juni geworpen. Meestal 1 à 3 jongen per geit. De jongen hebben een bruine vacht met rijen witte vlekken over de rug en flanken. Na zes weken vervagen de vlekken en in oktober verdwijnen ze. De jongen blijven bij de moeder tot de volgende worp. Daarna worden ze weggejaagd en moeten ze een eigen territorium zoeken. Dit territorium kan soms overlappen met dat van de moeder.
Hoe krijg je het ree te zien?
In de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant kan je in de bossen gemakkelijk reeën spotten. Ook in West- en Oost-Vlaanderen neemt het aantal reeën toe en kan je hen regelmatig zien grazen aan de bosrand of in het veld.
Het ree is een schuw dier. Hij is vooral actief in de schemering en in de vroege ochtenduren. Dan komt hij uit zijn beschutte plek om te foerageren. Zoek dan de overgangen tussen bos en weiland af met een verrekijker. Zo heb je de meeste kans om een ree te zien. Overdag verschuilt hij zich om te rusten en te herkauwen. Toch kan je in een rustige omgeving ook overdag reeën zien.
Weetjes over het ree
- De reebok heeft een eenvoudig gewei, meestal 2- 3 punten. In de winter groeit het gewei onder een basthuid. Deze wordt afgeschuurd tussen maart en juni. Tussen oktober en januari wordt het gewei afgeworpen.
- De witte vlek op het achterwerk van het ree noemt een spiegel. De spiegel heeft een andere vorm bij mannetjes en vrouwtjes. Bij de reebokken is de spiegel niervormig. De geiten hebben een hartvormige spiegel door de aanwezigheid van een ‘schortje’. Dit is een wit haarbosje dat tussen de achterpoten naar achteren steekt. Het lijkt op een staart maar is het niet. Bij gevaar wordt de spiegel groter. Daarmee waarschuwen de reeën elkaar en kunnen ze elkaar makkelijk volgen bij het wegvluchten.
- Reeën kennen een verlengde draagtijd (verlate implantatie in de baarmoeder) om te voorkomen dat de jongen in de winter geboren worden. Na de bevruchting wordt de ontwikkeling van het embryo voor 18 weken tijdelijk gestopt. Vanaf half december ontwikkelt het embryo zich verder. De jongen worden dan geboren eind mei- begin juni.
- Reeën leven meestal alleen. In de winter worden ‘sprongen’ gevormd: een groepje bestaande uit één of enkele nauw verwante geiten met hun nakomelingen en eventueel één bok.
- In de lente en de zomer hebben zowel de bokken als de geiten een eigen territorium. De territoria van de bokken overlappen niet, die van de oudere geiten overlappen soms met het territorium van hun dochters. In de winter zijn reeën minder territoriaal omdat ze dan soms hun territorium moeten verlaten om te zoeken naar voedsel.
Wat kan jij doen voor het ree?
Reeën doen het goed in de natuur. Loslopende honden en wandelaars kunnen reeën en hun jongen verstoren door hun geur, hen wegjagen of zelfs doden. Blijf daarom op de wandelpaden en hou je hond aan de leiband. Raak nooit de jongen van reeën aan, als je ze een beetje verscholen ziet liggen. Dit kan ervoor zorgen dat de moeder haar jongen verstoot. Ze lijken achtergelaten, maar zijn het niet! De reegeit komt haar jongen op geregelde tijdstippen zogen. Tussen de voedingen door liggen de jongen verscholen in hun schuilplek aan de bosrand, in een graanveld of in een weiland met hoog gras. Aangepast maaien kan slachtoffers voorkomen.