Ringmus
ringmus_hugo_willocx.jpg

Ringmus (Passer montanus)
De ringmus lijkt op de huismus maar je kan de vogel gemakkelijk herkennen aan de kastanjebruine kruin, de zwarte wangvlek en de witte halsband.
Hoe kan je de ringmus herkennen?
- roodbruine kruin
- zuiver witte wangen met zwarte wangvlek
- kleine, zwarte bef die niet doorloopt als grote zwarte vlek op borst
- smalle, witte tot vuilgrijze halsband
- grootte: 12,5 - 14 cm
Hoe klinkt de ringmus?
Wat eet de ringmus?
De ringmus eet voornamelijk zaden, aangevuld met wat ongewervelden in de zomer. Ze zoekt haar voedsel vooral op de grond. De techniek die ze hierbij toepassen, staat bekend als roller feeding waarbij ringmussen achteraan in de groep steeds de eersten van de groep vliegend voorbijsteken. Op die manier verplaatst de foeragerende groep zich voorwaarts op een rollende wijze.
Waar leeft de ringmus?
- De ringmus heeft een voorkeur voor een kleinschalig cultuurlandschap met knotwilgen, elzen, hakhout en boomgaarden. De aanwezigheid van voldoende nestgelegenheid is van cruciaal belang. Ringmussen zijn holenbroeders en moeten het dus hebben van boomholtes, spleten in gebouwen of nestkasten. Hagen en houtkanten (bij voorkeur met doornige struiken) zijn een must. De soort heeft de gewoonte om vanuit de dekking korte voedselvluchten te maken en dan snel terug in dekking te duiken. Vooral bij een naderende roofvogel is dit een ideale vluchtstrategie, zeker in de winterperiode.
- Verspreidingskaart van de ringmus
Hoe plant de ringmus zich voort?
Tijdens het broedseizoen vormen ringmussen een losse gemeenschap van 10 tot 50 koppels waarbij de paartjes geschikte nestholtes zo dicht mogelijk bij elkaar proberen te vinden. Ringmuspaartjes blijven levenslang samen. Het vrouwtje neemt het uitbroeden van de eieren volledig voor haar rekening.
Hoe krijg je de ringmus te zien?
Ringmussen gaan vooral op zoek naar granen in kippenrennen en voederbakken van koeien. Dat zijn dan ook de beste plekken waar je de soort kan spotten. Een fietstocht op het platteland met aandacht voor koeienstallen en voederbakken, zou normaal wel enkele ringmussen moeten opleveren.
Weetjes over de ringmus
- In haar verovering van de Oude Wereld vanuit haar vermoedelijke bakermat - de vallei van de Gele Rivier in China - heeft de ringmus 10.000 jaar lang van de uitbreiding van de landbouw gebruik gemaakt. In Bulgarije zijn tijdens opgravingen in een grot beenderresten van ringmussen aangetroffen in een laag uit 30.000 vóór Christus. Het is niet geweten wanneer de ringmus voor het eerst in België werd gemeld.
- In 1958 zag Mao Zedong dat ringmussen graankorrels meepikten. Prompt vaardigde de Grote Roerganger het bevel uit om de soort uit te roeien. In april 1958 werden 3.000.000 Chinezen gemobiliseerd om in drie dagen tijd met alle mogelijke middelen ringmussen te verdelgen: schieten, vangen, vergiftigen, lijmen en op slaapplaatsen verstoren met aanhoudend pannengekletter tot ze van uitputting letterlijk uit de lucht vielen. Alleen al in en rond Beijing werden tijdens deze driedaagse mussenoorlog 800.000 ringmussen gedood. Schoolkinderen kregen de taak om elke dag twee dode ringmussen aan te leveren om hun vaderlandsliefde te betuigen. Ironisch genoeg kwamen er na deze actie opeens plagen in de landbouw (insecten) en werd er een heuse campagne opgestart (met voorlichting in scholen) om de ringmussen terug te krijgen.
- Op 28 januari 1997 werden in de haven van Antwerpen 1.236.000 panklare ringmussen (18,5 ton) met een waarde van 82.500 euro in beslag genomen. De sinistere lading kwam uit China en was bestemd voor Italië, waar ze gefrituurd als snack zouden worden verkocht. Ook in november 1993 werd een lading van 2 miljoen voor consumptie verpakte ringmussen (32 ton) onderschept in de haven van Rotterdam. De handelswaarde van deze lading werd geschat op 186.000 euro.
Wat kan jij doen voor de ringmus?
De ringmus is een regelmatige gast aan de voedertafel. Broodresten, gekookte aardappelen, keukenafval maar vooral gepelde zonnebloempitten en gemengd zangvogelzaad, zijn (zeker in de winter) erg in trek. Richt je tuin ringmusvriendelijk in. Een dichte heg met inheemse doornige struiksoorten (meidoorn, sleedoorn) biedt beschutting. Hang enkele mussennestkasten op en zorg voor voldoende rommelige hoekjes in de tuin. In een landelijke tuin, kan je de soort hiermee een handje helpen.