Roerdomp
roerdomp_francois_van_bauwel.jpg

De roerdomp (Botaurus stellaris)
Hoe kan je de roerdomp herkennen?
- compacte, gedrongen geelbruine reiger
- zwarte kruin en snorstreep
- dikke hals met ietwat loshangende keelveren
- in vlucht vallen brede, gebandeerde vleugels goed op
- snellere vleugelslagen dan blauwe reiger
Hoe klinkt de roerdomp?
Wat eet de roerdomp?
De roerdomp voedt zich vooral met vis, amfibieën (vooral kikkers), kleine zoogdieren (vooral woelmuizen), insecten (vooral libellenlarven) en kleine vogels. De historische achteruitgang van de soort wordt soms in verband gebracht met het verdwijnen van de medicinale bloedzuigers, een belangrijke voedselbron van de roerdomp. De medicinale bloedzuiger ging reeds in het midden van de 19de eeuw sterk achteruit omdat hij met het oog op aderlatingen massaal verzameld werd. Zo werden rond 1833 vanuit Duitsland 42 miljoen bloedzuigers geëxporteerd naar Frankrijk en 30 miljoen naar de Verenigde Staten.
Waar leeft de roerdomp?
- De roerdomp broedt doorgaans in uitgestrekte, structuurrijke rietvelden met meerjarig riet en hier en daar ondiepe plasjes. Hij foerageert vooral in ondiep water in brede rietkragen.
- Verspreidingskaart van de roerdomp
Hoe plant de roerdomp zich voort?
De roerdomp broedt van half april tot half mei. Het nest wordt gebouwd door het vrouwtje en bestaat uit een platform van dood riet, vlak boven de waterspiegel. Roerdompen leggen gewoonlijk één legsel per jaar. Het legsel telt meestal 5 tot 6 eieren die worden gelegd met een tussenperiode van twee of drie dagen per ei. Het wijfje bebroedt de eieren ca. 25 dagen en start hiermee van zodra het eerste ei is gelegd. De jongen komen dus niet tegelijk maar om de twee à drie dagen uit. Ook de broedzorg is vooral voor het wijfje. Roerdompen zijn polygaam. Mannetjes kunnen er soms tot vijf vrouwtjes op na houden. Monogame mannetjes nemen een deel van de broedzorg op zich, polygame meestal niet.
Hoe krijg je de roerdomp te zien?
De roerdomp krijg je (in de broedperiode) vaak gemakkelijker te horen dan te zien. De baltsroep van het mannetje draagt erg ver! De beste periode om een ‘boemende’ roerdomp te horen is van begin april tot begin juni, van ’s ochtends (twee uur voor zonsopgang), tot zonsopgang en in zwoele avondschemer. Eens er jongen zijn, kan je de volwassen vogels regelmatig boven de rietvelden zien vliegen, op zoek naar voedsel. In strenge winters, wanneer de meeste plassen zijn dichtgevroren, kan je roerdompen soms spotten langsheen wakken in rietland, behoedzaam schuifelend over het ijs.
Weetjes over de roerdomp
- In Vlaanderen moet de roerdomp vroeger een algemene verschijning geweest zijn. In 1454 werd een banket van Filips de Goede opgeluisterd met niet minder dan 400 roerdompen. Op dergelijke banketten dienden vogels niet enkel voor consumptie, maar ook voor de sier. De roerdomp werd als iets exclusiefs gezien en alleen wie van adel was, mocht op deze soort jagen. Er zijn plakkaten uit de 16de eeuw gevonden waarin ‘soecken, rooven of raepen van de eiders van putoeren’ streng verboden was voor het gewone volk.
- Op het werk van de Antwerpse schilders Frans Snyders (1579-1657) en Jan Fyt (1611-1661) komen regelmatig afbeeldingen van roerdompen voor. Zo wordt aannemelijk gemaakt dat de soort in de eerste helft van de 17de eeuw regelmatig langs de Schelde voorkwam. Er bestaat ook een zelfportret van de Hollandse schilder Rembrandt met een dode roerdomp in de hand. Aangezien roerdompen tijdens de eerste helft van de 17de eeuw regelmatig in voorraadkamers afgebeeld worden, bestaat er geen twijfel dat zij gegeten werden.
- De Duitse filosoof, theoloog en natuuronderzoeker Albertus Magnus (1193-1280) waarschuwde al vroeg voor de gevaren van de scherpe snavel van de roerdomp. ‘Soo blijft hij stille sonder hem te roeren, als oft hij doodt waer en als hij verneemt dat hij aan een strick vast en gevangen is, soo blijft hij even stil staen tot dat de Vogelvanger hem naeder komt en hem toch neemen wil als dan steeckt hij met den neb van sich gelijk een Reyger en verwondet den Vogelvanger seer want sijn neb is hem geheel scherp en spitsich. Soo men dese Vogel bradet soude hij uitermaten wel ruijcken. Sijn bloedt is oock een seer nutbaer Medicijn voor de gene die met de Jicht geplaeght zijn. Dit is de Putoor’, aldus Albert Magnus.
- Het woord roerdomp kan worden opgesplitst in twee delen. Het eerste deel van het woord ‘roer’ betekent ‘riet’, het tweede deel ‘domp’ kent twee etymologische verklaringen. Een eerste verklaring brengt ‘domp’ in verband met het doffe geluid dat de vogel in de paringstijd maakt. Een andere verklaring linkt ‘domp’ aan het werkwoord ‘dompen’ in de betekenis van ‘onderduiken’. Een roerdomp is dan een ‘riet-duiker’, een vogel die in de rietvelden onderduikt.
- Uit een onderzoek van Natuurpunt naar vogels die tegen hoogspanningsleidingen aan vliegen, blijkt dat soorten die ’s nachts vliegen een verhoogd risico lopen. Naast o.a. 7 houtsnippen, 1 kerkuil, 5 koperwieken, 1 kramsvogel, 1 kwartel, 4 oehoes, 2 porseleinhoentjes, 2 ransuilen, 5 waterrallen en 1 watersnip (allemaal nachttrekkers) werden ook twee nachtactieve reigers gevonden als draadslachtoffer: 2 woudaapjes en 4 roerdompen.
Natuurpunt en de roerdomp
De roerdomp is één van de ambassadeursoorten van de beste Natuurpunt-gebieden. De soort broedt o.a. in de Maten (Genk), het Wik (Bokrijk), het Hageven (Neerpelt) en het Krabbelshof (Zandhoven). In elk van deze gebieden werden soortgerichte beheermaatregelen uitgevoerd, waar ook vele andere rietvogels hun voordeel kunnen uit halen.
Natuurpunt beheert geschikte leefgebieden en herstelt leefgebieden die ooit verloren zijn gegaan. Natuurpunt dringt er bij Elia, de beheerder van het hoogspanningsleidingsnetwerk in België, op aan om ‘zwarte’ lijnen te bebakenen, zodat de aanvliegkans voor roerdompen (en andere soorten) aanzienlijk kan worden verlaagd.