Slakken
slak_an-de-wilde.jpg

Slakken
Slakken zijn de enige weekdieren die ook op het land leven, maar het overgrote deel van de slakken leeft in zee of in zoet water. Er zijn wereldwijd zo'n 60.000 tot 75.000 verschillende soorten bekend.
Al die slakken kan je op verschillende manieren indelen; er zijn slakken die door kieuwen ademen en soorten die door longen ademen en er zijn aaseters of planteneters. Maar de meest bekende indeling is wellicht; huisjesslakken en naaktslakken.
Water en slijm
Het lichaam van een slak bestaat voor een heel groot deel uit water. Bij landslakken zorgt de slijmerige huid er voor dat ze niet uitdrogen. Het slijm komt vooral van pas bij de voortbeweging van de dieren. Wanneer slakken verticaal moeten klimmen, scheiden ze een ander soort slijm af.
Naast het vochtgehalte zijn slakken ook zeer gevoelig voor andere omgevingsinvloeden zoals temperatuur, lichtintensiteit en zoutgehalte. Bijgevolg zoeken landslakken plaatsen op waar de relatieve luchtvochtigheid hoog is en leven ze verscholen in de vegetatie, onder afgevallen bladeren of dood hout, onder stenen, in spleten, ... Ook composthopen zijn een paradijs voor deze slijmerige beestjes.
Veel soorten zijn vooral of zelfs alleen 's nachts actief of komen tevoorschijn na een regenbui.
Eten en gegeten worden
Slakken zorgen voor het opruimingswerk in de natuur. Eigenlijk eten ze alles, van dood organisch materiaal, overlevende planten, tot kleine diertjes. Hun natuurlijke vijanden zijn egels, spitsmuizen, vogels (merels, lijsters, spreeuwen, eenden en kippen), kikkers en padden, reptielen (hagedissen, ringslangen en hazelwormen), sommige insecten (loopkevers, vliegenlarven, glimwormen, libellenlarven) en enkele spinnen of spinachtigen zoals een hooiwagen.
500 eitjes
Naaktslakken leven 9 tot 12 maanden. Eén slakje kan tot 500 eitjes leggen. Bij vochtig zomerweer en in afwezigheid van natuurlijke vijanden kan dat tot spectaculaire aangroei leiden. De eitjes zijn klein en wit doorschijnend. Ze worden in hoopjes van 20 tot 30 gedeponeerd. Naargelang de temperatuur van de omgeving duurt het weken tot maanden vooraleer ze uitkomen.
Bestrijding en overlast van slakken
Slakken zijn een gruwel voor veel tuinliefhebbers. Naaktslakken vreten immers aan de bladeren van vrijwel alle groenten. Op die manier kunnen ze hele planten stuk maken, want ook schimmels en bacteriën krijgen nu vrij spel. Dikwijls, maar niet altijd, laten de slakken ook nog eens slijmsporen achter.
Hoewel ze van geen enkele groente vies zijn, hebben slakken toch een duidelijk voorkeur voor zachte plantdelen en jonge kiemplanten: in zaai- of plantbedden kunnen ze ware ravages aanrichten. Oogstklare gewassen, die niet meer verder groeien, vormen ook een geliefde vreetplaats.
Je kan die slakken in je tuin bestrijden, maar bedenk ook dat er maar een beperkt aantal soorten zijn die van je planten eten. Veel andere soorten leven van ander voedsel en verrichten heel 'nuttig' werk door dood materiaal op te ruimen en als voedingsstof aan de bodem toe te voegen.
Slakken in de winter
De doorschijnende glasslak (Vitrina pellucida) is de algemeenste soort en kan je vinden in elke tuin, tegen muren onder brandnetels en houtkanten. Wat deze slak zo bijzonder maakt is dat je ze in tegenstelling tot vele andere soorten vaak aantreft in de wintermaanden. Dit gaat echter zover dat er al slakken gezien werden die tijdens vriestemperaturen actief op boomstammen kropen. Als dat nog niet genoeg is werden er zelfs al