Velduil
vilda_97944_velduil_op_weidepaal_yves_adams_a5_33193.jpg

De velduil (Asio flammeus)
De velduil is een indrukwekkende roofvogel die overdag actief is. Toch moet je al geluk hebben om hem in Vlaanderen te spotten. Hij staat immers op de Vlaamse Rode Lijst als zeldzaam.
In de lucht herken je de velduil aan zijn lange, smalle vleugels en zijn schommelende, veerkrachtige vlucht. Wanneer hij niet aan het jagen is, zit hij meestal op de grond of op een weidepaaltje.
Hoe kan je de velduil herkennen?
- hij is 34 tot 42 cm groot
- de spanwijdte van zijn vleugels is ongeveer 1 m
- hij heeft een beige gezicht
- zijn grote, gele ogen zijn omringd door een zwarte verenkrans
- hij heeft kleine oorpluimpjes (de korte veertjes bovenop zijn ronde kop), al zijn die niet altijd zichtbaar
- zijn vleugels zijn aan de onderkant beige en aan de bovenkant zwartbruin met beige vlekken en een beige achterrand; hij heeft een zwartbruine polsvlek en vleugeltip
- zijn beige borst is bovenaan zwaar gestreept en onderaan licht of ongestreept
- zijn staart is donker gebandeerd
Waar leeft de velduil?
De velduil leeft op open terreinen zoals duinen, weilanden, heidevelden, polders en moerassen. Hij komt voor in Noord en West Europa, Noord en Zuid Amerika en Azië. In Vlaanderen is de velduil nooit algemeen geweest en zijn er niet elk jaar broedparen. Wel overwinteren er jaarlijks een aantal velduilen bij ons. De grootste aantallen worden dan ook vastgesteld tijdens de wintermaanden.
Wat eet de velduil?
De velduil jaagt voornamelijk op muizen en kleine vogels. Hij gaat op zoek naar prooien door laag over zijn territorium te vliegen. Dat doet hij meestal tijdens de schemering. In de broedperiode jaagt hij daarentegen zowel overdag als ’s nachts. Hij moet dan immers veel meer voedsel vinden.
Hoe plant de velduil zich voort?
De velduil nestelt op de grond tussen lage vegetatie. Het is de enige Europese uilensoort die zelf een nest maakt. Andere soorten gebruiken vaak verlaten nesten van andere vogels. Tussen de maanden april en mei legt het vrouwtje 4 tot 7 eieren in een ondiepe kuil. Ze broedt alleen, maar het mannetje helpt om de eieren te beschermen. Na 24 tot 28 dagen komen de jongen uit.