Vink
vink_fr_van_bauwel.jpg

Vink (Fringilla coelebs)
De vink is met zijn grijsblauw petje, roestrode borst en witte vleugelstrepen een bekende tuinvogel. De zang eindigt (bij ons) vaak op suskewiet.
Hoe kan je de vink herkennen?
- blauwgrijs petje dat doorloopt tot in de nek
- wangen en borst roest- tot wijnrood, bruinige rug
- twee witte vleugelstrepen, zwarte staart met witte staartzijden (vooral in vlucht zichtbaar)
- vrouwtjes fletser gekleurd (lijkt op vrouwtje huismus)
- grootte: 14 - 16 cm
Hoe klinkt de vink?
Wat eet de vink?
De vink eet in het broedseizoen vooral insecten. In het najaar en de winter wordt dit dieet aangevuld met zaden (vooral van grassen, kruisbloemigen, beuken, duizendknopen en ganzenvoeten) en plantaardig materiaal (o.a. bladknoppen).
Waar leeft de vink?
- De vink broedt in bossen, parken en tuinen. In de winter zoeken vinken vaak voedsel op akkers en velden. Vinken zie je overal, zolang er maar bomen in de buurt zijn. Zelfs open landbouwgebied met verspreide bomenrijen of enkele doorgeschoten heggen of brede houtkanten volstaan.
- Verspreidingskaart van de vink
Hoe plant de vink zich voort?
De meeste vinken houden er maar één partner op na. Vaak blijven man en vrouw meerdere jaren samen. Het vrouwtje staat in voor de nestbouw, het uitbroeden van de eieren en neemt het gros van de voederbeurten voor haar rekening. De meeste vinken hebben één legsel per jaar, goed voor vier tot vijf eieren.
Hoe krijg je de vink te zien?
In het voorjaar en de zomer, kan je de vink het makkelijkst vinden door af te gaan op de bekende suskewiet-zang. In het najaar kan je tijdens een boswandeling grote groepen vinken zien rondscharrelen op de grond, vooral op zoek naar beukennootjes. Elke winter zakken ook heel wat vinken naar de tuinen af. Je ziet ze dan meestal op de grond, op zoek naar zaden die door andere vogels op de voedertafel werden gemorst. Vooral in vorst- en sneeuwrijke winters kan het aantal tuinvinken hoog oplopen.
Weetjes over de vink
- De Ieperse korenmeester en kroniekschrijver Augustijn van Hernighem bericht
als eerste over een zangwedstrijd met vinken (vinkenzetting) op 1 mei 1595. De Ypersche Bladwijzer maakt zelfs gewag van een vinkenzetting die reeds in 1593 zou hebben plaatsgevonden De Ieperse gilde der vinkeniers zou zijn opgericht in 1627. - Op 75% van de schilderijen waarop voedsel wordt afgebeeld door de Antwerpse meester Frans Snyders (1579-1675) komen vinken voor. De vogels werden aan stokjes geregen en voor consumptie te koop aangeboden op de markten. Zij werden door gewone lieden aangeleverd, die vinken en andere zangvogels vingen met behulp van een steenuil als lokvogel. De vogels raakten vastgekleefd in vogellijm en werden vanuit de beschutting met tot twee meter lange blaaspijpen gedood. Gevogelte was in die tijd een hoofdbestanddeel bij banketten. Bij het gildefeest van de Antwerpse Sint-Lukasgilde in 1617 werden 34 kapoenen, 22 paar snippen, 8 paar patrijzen en 325 vinken opgediend tijdens twee maaltijden.
- Gekooide vinken werden vroeger vaak blind gemaakt, omdat men geloofde dat blinde vinken beter zouden zingen. Het blind maken gebeurde met behulp van een dunne ijzerdraad die gloeiend gemaakt werd en dicht bij de ogen van de vink werd gehouden. Als reactie kneep de vogel de ogen dicht waardoor de verschroeide randen van de ogen aan elkaar kleefden. Het hoornvlies werd in dit geval dus niet verminkt. Soms gingen vinkeniers ook driester te werk en werden de ogen volledig uitgebrand.
- In grote delen van Vlaanderen staat de vink bekend als botvink of boekvink. De dialectnaam gaat vermoedelijk terug op bokvink, waarbij bok zou staan voor beuk. Vinken zijn inderdaad verzot op beukennootjes dus die link ligt voor de hand.
- Op advies van de expertencommissie Immaterieel Cultureel Erfgoed heeft Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege het vinkenzetten toegevoegd aan de Inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel Erfgoed. De inventaris verhoogt de zichtbaarheid van het immaterieel cultureel erfgoed en stimuleert het bewust omgaan met en het borgen van dat erfgoed. De inventaris telt nu 37 tradities, fenomenen of gewoontes (carnaval van Aalst, de garnaalvisserij te paard in Oostduinkerke, krulbollen en kantklossen).
Wat kan jij doen voor de vink?
Tijdens Het Grote Vogelweekend van Natuurpunt blijkt de vink regelmatig de meest algemene winterse tuinbezoeker te zijn. Gemengd zaad en zonnebloempitten lokken vinken naar bijna elke tuin. Zeker bij vorst en sneeuwval kunnen grote groepen naar de voedertafel komen.