Wat kan je doen voor zoogdieren in je tuin?
eekhoorn_andewilde.jpg

Richt je tuin in voor zoogdieren
Krijg je graag zoogdieren over de tuinvloer? Groenelementen geleiden zoogdieren op een veilige en vlotte manier door en langsheen de tuin naar (meer) geschikte leefgebieden in de omgeving.
Met de vijf volgende tuintips lok je zoogdieren naar je tuin.
1. Zorg voor genoeg schuil- en nestplaatsen
Bijna alle soorten verkiezen een rustige en beschutte plek die niet al te ruim is. Zulke plekjes geven hen een veilig gevoel en houden de warmte goed vast. En ze kunnen zich lekker tegen de wanden schurken. De optimale grootte verschilt van soort tot soort. Voorzie dus verstop plekjes van verschillende groottes.
Takkenhopen, houtstapels, wortelkluiten, steenhopen, hooimijten, composthopen, (holle) boomstammetjes en andere losse constructies kunnen dienen als schuil- of nestplaats. Stapel het materiaal zo dat er tal van inkruipmogelijkheden en afgeschermde ruimten ontstaan. Bouw houten kistjes, paletten, holle dakpannen, holle bakstenen, balken en andere holle stapelbare elementen in. Die gebruiken ze als nestruimten.
Uiteraard kan ook van een zelfgemaakte of aangekochte nestkast gebruik worden gemaakt.
2. Zorg voor voedselbronnen
Zoogdieren doorzoeken graag tuinen met een grote afwisseling aan tuinelementen (bomen, struiken, kruiden ...)
Verscheidenheid verkrijg je door her en der ruige hoekjes in de tuin over te laten. Dat doe je door stukjes gras niet of slecht één- of tweemaal per jaar te maaien, ruigtekruiden te sparen, grasranden over te houden en tuinafval, bladstrooisel, grof grasmaaisel en takkensnoeisel op kleine hoopjes achter te laten.
Wissel vruchtdragende planten af met zaadvormende varianten. Rijkelijk bloeiende plantensoorten trekken dan weer veel insecten aan die goed dienen voor insecteneters. Voorkom dat niet alle planten tegelijk of slechts gedurende een korte periode voedsel verschaffen. En inheemse plantensoorten zijn doorgaans voedzamer.
Laat ook wat voedsel in de tuin achter door een deel van de vruchten aan de boom te laten hangen en valfruit te laten liggen.
3. Wees voorzichtig wanneer je in de tuin werkt
Let op met het verbranden van tuinafval als dat noodzakelijk is. Vooral in de winter verschuilen zich hieronder veel zoogdieren, maar ook in het voorjaar en de zomer worden dergelijke plekken vaak voor het werpen en grootbrengen van de jongen gebruikt.
Hetzelfde geldt voor het maaien van hoog opgegroeide vegetaties, het ruimen van takkenhopen en het kappen van (holle) bomen.
Zie ook af van het gebruik van chemicaliën. Niet alleen ontneem je de dieren hierdoor voedsel en/of dekking, maar het gebruik van gifstoffen kan ook rechtstreeks (bv. opeten van slakkenkorrels) of onrechtstreeks (bv. door het opeten van vergiftigde dieren) zoogdieren doden.
4. Richt je tuin diervriendelijk in
Vermijd afsluitingen in en rondom je tuin, tenzij die ertoe dienen om ongewenste dieren buiten te houden. Voorzie zo nodig openingen in de omheining waarlangs zoogdieren de tuin in en uit kunnen of gebruik enkel draden of breedmazige rasters.
Extra tuinelementen, zoals een poel, verrijken het tuinhabitat en verschaffen onder meer drinkwater. In zulk geval zorg je er best voor dat de dieren niet in het water kunnen vallen en verdrinken door een in- en uitstapmogelijkheid te voorzien. Ook andere elementen die als een val kunnen werken, moeten voldoende beveiligd worden. Dit geldt in het bijzonder voor kelderschachten, (water)putten en kabelgoten. Ze moeten ten allen tijde worden afgedekt.
Wees tenslotte alert voor alles dat een potentieel gevaar vormt. Wees bijvoorbeeld voorzichtig met het gebruik van vogelnetten om fruitplanten af te dekken, want sommige dieren kunnen erin verstrikt geraken.
5. Voorzie verstop- en overwinteringsplaatsen
Zoogdieren verkiezen ‘rommelhoekjes’ waar ze zich gemakkelijk kunnen verstoppen en veilig voelen. Tegelijk vinden er ook andere dieren een leefgebied die zoogdieren voedsel verschaffen.
Geschikte schuil- en nestplekken zijn takkenhopen, houtstapels, wortelkluiten, steenhopen, hooimijten, composthopen, (holle) boomstammetjes en andere losse constructies. Ook de onderbouw van veel tuinhuisjes en andere kleine tuinconstructies zijn goed geschikt als verblijfplaats voor zoogdieren. Delen hiervan kunnen worden afgesloten en als nestruimte worden ingericht.
Hoe maak je van jouw tuin een paradijs voor dieren, planten en jezelf? Ga aan de slag met de eenvoudig toe te passen tips in deze prachtig geïllustreerde gids van 28 pagina's.