Wespendief
Wespendief (Pernis apivorus)
De wespendief is een vogel uit de familie van de havikachtigen. De naam van deze roofvogel verraadt onmiddellijk zijn favoriete en voornaamste voedselbron, wespen.
Hoe kan je de wespendief herkennen?
- Een spanwijdte van 110 tot 135 cm
- Een lichaamslengte van 52 tot 60 cm, vergelijkbaar met een buizerd dus.
- De kop van de wespendief is, in vergelijking met een buizerd, klein en (bij het mannetje) grijzig. De snavel is zwart, met een gele washuid. De bovenzijde is variabel van kleur, gaande van licht- tot donkerbruin. De onderzijde is bruin tot witachtig, met donkere banden. Over de staart lopen 3 brede dwarsbanden, één op de top en twee op de basis.
- De wespendief heeft spleetvormige neusgaten, wimperharen, een erg dik verenkleed en een dikke huidlaag op zijn poten, dit om zich te beschermen tegen zijn steekgrage prooi.
De wespendief wordt vaak verward met de buizerd, vooral in de lucht. Maar wespendieven hebben een langere en rondere staart, en hun kop is kleiner en slanker. Een veilig onderscheid is echter de staarttekening, die anders dan die van de buizerd, bestaat uit enkele afgetekende banden aan de basis van de staart.
Hoe klinkt de wespendief?
Wat eet de wespendief?
Wespendieven zijn voedselspecialisten, ze voeden zich voornamelijk met bijen, wespen, hommels en zelfs met honing. Vooral de larven van wespen en bijen zijn bijzonder in trek. Om die prooi te bemachtigen doet de wespendief veel moeite. Wespen- of hommelnesten traceren doen ze door actief op zoek te gaan vanaf een uitkijkpost, meestal in het bos, of ze volgen insecten over grote afstanden tot aan het nest. Hierna graaft hij met zijn poten de ondergrondse wespen- of hommelnesten open. Hoewel hij bijna volledig afhankelijk is van wespen, bijen en hommels, eet hij ook soms andere insecten, of zelfs kleine zoogdieren, vogels, reptielen of amfibieën. In de winter is hun hoofdvoedsel hier onmogelijk te vinden, dus trekken ze eind augustus of begin september naar Afrika. Omwille van hun voedsel, zie je wespendieven hier nooit voor de maand mei.
Waar leeft de wespendief?
- De wespendief broedt in vrijwel geheel Europa, maar trekt eind augustus of begin september naar tropisch Afrika. In de winter is hun hoofdvoedsel hier namelijk bijzonder moeilijk te vinden. In april vliegen ze dan de lange weg terug naar Europa. Ze komen vooral voor in bosrijke gebieden. In oude gemengde bossen komen namelijk veel veldwespen en wilde bijenzwermen voor.
- Verspreidingskaart van de wespendief
Hoe plant de wespendief zich voort?
Vanaf begin mei arriveert de wespendief in zijn broedgebied. De anders moeilijk waarneembare en zwijgzame wespendief is dan iets opvallender. Vaak gaan ze dan in de lucht ‘vlinderen’: ze klappen boven het lichaam snel met de vleugels tegen elkaar enverliezen zo even hoogte. Maar ook na het broedseizoen doen ze dit soms nog.
Tegen de tijd dat er bladeren aan de bomen zijn, gaat de wespendief direct een nest maken en beginnen broeden. Ze hebben deze bladeren nodig om hun nest te beschermen tegen vijanden. De wespendief maakt meestal een eigen nest, bekleed met groene takjes, maar gebruikt ook wel oude kraaien- of buizerdnesten. De nesten bevinden zich meestal op een hoogte van 15 tot 20 meter en liggen vaak bij een waterkant of aan de rand van het bos. In mei en juni worden de eieren uitgebroed. Dit duurt ongeveer 33 dagen, voornamelijk het vrouwtje neemt deze taak op zich. De jongen blijven nog zo’n 40 tot 46 dagen in het nest. Na het uitvliegen blijven ze nog 14 dagen bij de ouders.
Hoe krijg je de wespendief te zien?
De wespendief is een moeilijk waar te nemen vogel, bovendien is hij vrij schaars in Vlaanderen. Hij verschuilt zich meestal onopvallend in bomen, wanneer hij vliegt is hij bijna geruisloos. Enkel de resten van een uitgegraven wespen- of bijen nest kan je wel eens tegenkomen. De wespendief ontdekken is dus wel een vrij zware klus.
Weetjes over de wespendief
- Heel de levenscyclus van de wespendief is afgestemd op zijn dieet.
- Anders dan andere vogels die in bosrijke gebieden leven, zijn de vleugels van de wespendief vrij lang.