Natuur.oriolus 2018-2 Kleine Mantelmeeuwen in de achtertuin
Kleine Mantelmeeuwen in de achtertuin, diep in het Vlaamse binnenland
Dit artikeltje is het tweede in een reeks over snelle en opvallende veranderingen in vogelpopulaties om me heen (zie Herremans & Gielen 2017 voor het eerste over Ekster). De afgelopen decennia is de Kleine Mantelmeeuw Larus fuscus spectaculair toegenomen in Vlaanderen, ook diep in het binnenland. Het gaat vooral om vogels die hier in de lente en zomer rondhangen.
Vijftig jaar geleden was de Kleine Mantelmeeuw nog een zeldzaamheid in het Vlaamse binnenland. Nu is het hier een gewone soort geworden, waarvan er soms tot honderden samen te zien zijn in de zomer. De aantallen nemen nog van jaar tot jaar sterk toe in het diepe binnenland. Aankomst is in maart-mei en doortrek of vertrek van juli tot oktober. Terwijl er langs de kust een dip is in de gemelde aantallen in juni, vormt dat net de piekmaand in het binnenland. De toename past in de bredere toename in West-Europa. Weidevogelbeschermers vrezen er een probleem bij gekregen te hebben, maar of dat terecht is valt nog te bezien.