Interview - "Om een sterke dijk te bouwen heb je alle soorten nodig"

Systeemecoloog Patrick Meire is al 30 jaar een van dé wetenschappers achter het Sigmaplan. Dat plan werd halverwege de jaren 70 in de steigers gezet om Vlaanderen tegen overstromingen te beschermen. Hoe kijkt hij naar de recente waterbommenregen van de IJzer tot de Vesder? En hoe houdt hij de wanhoop op afstand die ons zou kunnen bekruipen bij zoveel ecologische rampspoed? Uit Natuur. - Lente 2024

Auteurs
Frank Delmelle
Publicatiedatum
mrt 2024
Bron
Natuur.

Natuur. Lente 2024-1

Natuur. Ledenmagazine Lente 2024

Thema: Veerkracht

 

Wil je het volledige magazine lezen? Word dan nu lid van de grootste natuurfamilie van Vlaanderen.

Cover Natuur. Lente 2024
Categorie
Niet van toepassing
Thema
Natuurpunt
Type publicatie
Artikel

Professor-emeritus Patrick Meire over veerkracht en het Sigmaplan

Eén van de vondsten van het Sigmaplan destijds was de combinatie van hogere dijken en gecontroleerde overstromingsgebieden. Hoeveel rek zit er vandaag nog op die aanpak? Staat Vlaanderen tegen het eind van de eeuw niet sowieso onder water?

Patrick Meire: “Alles zal afhangen van hoe goed we erin slagen om onze CO2-uitstoot tijdig terug te dringen. Hoe dan ook weten we dat ons zowel een opwarming te wachten staat als meer periodes met extreem weer. Tegen de tijd dat het huidige Sigmaplan is uitgerold, in 2030, is het klaar om ons tegen 60 cm zeespiegelstijging te beschermen. Over de vraag ‘wat bij een meter of meer?’ wordt al nagedacht, maar je voelt dat het adaptatieverhaal daar op limieten botst. We horen het niet graag, maar plannen in functie van een drie of vier meter hogere zeespiegel zijn onmogelijk.”

Toch ziet u er allesbehalve terneergeslagen uit. Waar blijft u de hoop vandaan halen?

Patrick Meire: “Er zijn veel redenen om hoopvol te blijven. Een van de meest dwingende voor mij is de veerkracht van de natuur zelf. Het is fascinerend hoe snel de natuur zich herstelt in de overstromingsgebieden in en om het Sigmaplan. Het aquatische systeem, kreeftjes en vissen incluis, komt daar razendsnel opnieuw tot leven, maar ook de randgebieden worden in hoog tempo door allerlei leven gekoloniseerd. Kleine kanttekening: slikken en schorren zijn heel dynamische habitats. Een matuur bos, daarentegen, herstel je niet op vier à vijf jaar tijd.”

Afbeelding
Patrick Meire in Natuur. - 2024 Lente

Bio

Patrick Meire

  • 1986: doctoreert in de biologie aan de UGent. 
  • 1994: stelt samen met een multidisciplinair team het Sigmaplan mee wetenschappelijk op punt
  • 1999: wordt professor ecosysteembeheer en geïntegreerd watermanagement binnen het departement biologie van de Universiteit Antwerpen
  • 2020: meldt zich als ambassadeur bij de Grootouders voor het Klimaat
  • 2024: bezielt als ondervoorzitter van Natuurpuntwerkgroepen rond klimaat, de Blue Deal en de link tussen natuur en gezondheid

Veerkrachtvliegwiel 

“Nog beter wordt het als natuurherstel in een stroomversnelling terechtkomt. Zo ging de natuur in de Schelde er in de jaren 2000 plots met reuzenschreden op vooruit dankzij een verbeterde waterkwaliteit. Terwijl Aquafin het afvalwater aanpakte, deed milieuwetgeving de concentraties polluenten dalen. Het resultaat was een betere zuurstofconcentratie die al gauw algengroei stimuleerde. Algen en plankton deden op hun beurt een zuurstofduit in het zakje, met een nog zuurstofrijker systeem tot gevolg. Er kwam kortom een vliegwiel op gang richting almaar betere natuurkwaliteit. Een mooi verhaal in dat verband is dat van de meivis of fint. Die vis kwam vroeger in zo’n grote golven paaien in de Schelde dat kronieken gewag maken van bruggen van vissenruggen. Wel, sinds de jaren 2020 wordt de fint opnieuw in de Schelde gesignaleerd.”

Ja, maar, zullen sommigen tegenwerpen: gaan we nu echt vruchtbare grond opgeven voor een handvol visjes en twee lepelaars? Hebben we sinds de oorlog in Oekraïne niet juist elke landbouwhectare nodig? Hoe legt u aan die stemmen uit waarom natuurherstel belangrijk is of – omgekeerd – waarom biodiversiteitsverlies gevaarlijk is?

“Mensen kunnen maar leven binnen en dankzij ecosystemen. En die ecosystemen hebben nu eenmaal biodiversiteit nodig om te kunnen functioneren, net zoals horloges maar werken dankzij raderwerkjes. Ecosystemen leveren onmisbare ecosysteemdiensten, zelfs als we allang vergeten zijn dat ze dat doen. Denk aan de zuurstof die planten genereren of aan de Chinezen die hun gewassen met penseeltjes moesten bestuiven bij gebrek aan bijen. Een ecosysteemdienst in overstromingsgebieden is bijvoorbeeld dat dijken, dankzij natuurherstel, stabieler worden met een schor ervoor. Om die stabiliteit te garanderen heb je alle soorten leven nodig, te beginnen bij de pioniersplanten die sediment capteren en vasthouden.”

Voor de pandemie was u in interviews nog stellig dat we geen “ecologisch paradijs op een economisch kerkhof” moeten nastreven. Ondertussen horen we u pleiten, samen met de Grootouders voor het Klimaat (burgerbeweging van mensen die bezorgd zijn over de klimaatverandering, red.), voor anders produceren en consumeren. Blijft natuurherstel geen water naar de zee dragen als we de economie niet omgooien of ‘omgroeien’? In hoeverre is uw kijk op de relatie tussen economie en ecologie veranderd de voorbije jaren? 

“Ik ben geen econoom, maar ik denk dat het wel duidelijk is dat het neoliberale model tot belangrijke problemen leidt. De impact van economische activiteiten op de omgeving wordt niet meegerekend. Daar moet iets aan gebeuren. Dat alles ongelimiteerd zou kunnen blijven groeien valt moeilijk te begrijpen voor een ecoloog. Maar, wat voor mij belangrijk is in deze discussie is dat steeds meer bedrijfsleiders zich tot systeemdenkers ontpoppen. Ja, natuurlijk zit daar hier en daar een greenwasher tussen, maar de meeste ondernemers erkennen het economische belang van gezonde ecosystemen. Kent u het verhaal van Vittel?”

Nee. Vertel.

“Toen het bronwater in hun wingebied met pesticiden gecontamineerd dreigde te geraken, is Vittel landbouwers financieel beginnen aanmoedigen om op een andere, gezonde manier aan landbouw te gaan doen. Ze hadden het water ook kunnen zuiveren, maar verkozen zelf het perspectief van de ecosysteemdiensten. Om diezelfde reden – zuiver water vrijwaren – zie je overigens ook Coca-Cola samen met Natuurpunt investeren in natuur. En die bedrijven zijn heus niet de witte raven of de uitzonderingen. Clubs zoals de World Business Council for Sustainable Development, die 225 van ’s werelds grootste multinationals vertegenwoordigt, wijzen naar ecologisch herstel als dé voorwaarde voor economische welvaart.”

Ziet u dat besef ook in landbouwkringen doordringen?

“Het klopt dat de manier waarop veel landbouwers vandaag nog werken, natuurbescherming vaak heel moeilijk maakt. Maar minstens even nefast is de polarisatie die sommigen daarrond aanwakkeren. En dat terwijl er voor beide partijen, natuur én landbouw, heel veel te winnen valt bij samenwerking.”

“Om te beginnen hebben zowel landbouwers als natuurbeschermers er belang bij dat er open ruimte wordt gevrijwaard. Er gaat veel meer landbouwgrond verloren aan bebouwing, verpaarding en dergelijke dan aan natuurherstel. Op dat vlak zijn we dus al bondgenoten. Zodra die ruimte er is, kan natuur tal van mouwen passen aan problemen waar landbouwers mee kampen, van bodemerosie tot waterschaarste.”

“Landbouwtechnieken evolueren onder druk van nieuwe inzichten. Moet het altijd groter, meer en zwaarder? Ik vergelijk dat soms met oude viervaksbanen die weer worden versmald vanuit het inzicht dat we te ver zijn gegaan. Dat stuit aanvankelijk op tegenstand, uiteraard, maar vervolgens worden we ook dat weer gewoon. Idem voor de vraag of we niet beter af zijn met minder veeteelt. Zijn er, nu we de impact van ons dieet op het klimaat goed in kaart hebben gebracht, misschien betere manieren om onze proteïnenbehoeften te dekken? Ook dat zal weerstand opwekken, maar uiteindelijk zal blijken dat de landbouw evengoed baat heeft bij ecologische kennis.”

Minder natte voeten, meer natuur

het Sigmaplan in een notendop

Na de grote overstromingen van 1976 werd er, onder impuls van onder meer de voorlopers van Natuurpunt, een plan uitgewerkt om Vlaanderen bij stormtij te beschermen tegen overstromingen van de Schelde en haar zijrivieren. Dat Sigmaplan – met de S of ‘Sigma’ van Schelde – omvat zowel hogere dijken als gecontroleerde overstromingsgebieden. Een slimme combinatie die ook de natuur bepaald geen windeieren legt.

Bovenop ruim 600 kilometer stevige dijken maakt het Sigmaplan immers werk van meanders en wetlands, maar vooral ook van natuurlijke overstromingsgebieden. Denk bijvoorbeeld aan ontpolderingen, waarbij de polder wordt teruggegeven aan de rivier: door de dijk meer landinwaarts te leggen komt een gebied opnieuw onder invloed van het getij. Daar krijgt getijdennatuur volop kansen. Slikken, de lagergelegen delen van zo’n overstromingsgebied, worden bij elke vloed overspoeld. Het krioelt er bijgevolg al gauw van de wormen en de kreeftjes die op hun beurt tal van steltlopers en vissen aantrekken. Waar het getij slib achterlaat, ontstaan opgeslibde schorren. Daarop floreren dan weer lamsoor en zeekraal, maar ook rietpartijen of zelfs heuse wilgenvloedbossen. Dankzij het Sigmaplan is Vlaanderen inmiddels 16 van dit soort overstromingsgebieden rijker die overigens sinds 2021 deel uitmaken van het fameuze European Rewilding Network. 

Hoop is een werkwoord

“Samenwerken is moeilijk. Niet iedereen is ertoe bereid. Het veronderstelt dat je ruimte laat voor de ander. Toch geloof ik heilig in samenwerking. Het Sigmaplan is een schitterend voorbeeld van hoe samenwerking bergen – dijken in dit geval – kan verzetten.”

“In de beginjaren waren het lokale afdelingen van de milieubeweging die de urgentie van waterbeheer op de agenda kregen van de overheid. Het mooie was dat ze binnen die overheid mensen bereid vonden om naar hen te luisteren. Vervolgens schoven kennisinstellingen mee aan tafel, naast een performante administratie en een waaier aan stakeholders. Je kunt je voorstellen dat de ecologen en de ingenieurs aan die tafel elkaar in de beginfase nog even moesten besnuffelen, maar uiteindelijk vonden partijen elkaar. De ingenieur ging snappen dat planten een impact hebben op de stroomsnelheid, terwijl de ecoloog zich bereidwillig boog over de vraag wat die stroomsnelheid deed met de natuur enz. Gaandeweg werden er nieuwe partners verwelkomd – van de scheepvaart tot de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie en van waterlandschappen tot gebiedscoalities – vanuit het besef dat we belangen delen.”

Stel je voor dat we destijds als milieubeweging voor polarisatie hadden gekozen. Er zou vandaag helemaal geen Sigmaplan geweest zijn. Hoop is een werkwoord, schrijft Jane Goodall in haar jongste boek. Daarmee vat ze ’t mooi samen, denk ik.”

Meer uit Natuur. Lente 2024