Voorkomen en ruimtelijk gebruik van Bechsteins vleermuis, Ingekorven vleermuis, Mopsvleermuis en Bosvleermuis
Dit rapport geeft de resultaten weer van een uitgebreid onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen, met speciale aandacht voor de Ingekorven vleermuis, Bechsteins vleermuis, Mopsvleermuis en Bosvleermuis in de historische boskernen in zes focusgebieden:
- Het Heverleebos
- Het Meerdaalwoud
- De Dijlevallei ten zuiden van Leuven (tussen het Meerdaalwoud en Zoniënwoud)
- Het Zoniënwoud op grondgebied Tervuren
- Het Zoniënwoud op grondgebied Sint-Genesius-Rode / Hoeilaart
- Het Hallerbos
Het doel van dit onderzoek was een zicht te krijgen op de aanwezige populaties van de drie eerst vermelde soorten en hun landschapsgebruik, om hierop de beheermaatregelen maximaal te kunnen afstemmen. Omdat we beseften dat het onwaarschijnlijk was dat Mopsvleermuis nog in het gebied zou voorkomen, stelden we voor om Bosvleermuis als vierde doelsoort op te nemen. Het onderzoek levert dan (bij voorspeld gebrek aan waarnemingen van Mopsvleermuis) toch nog steeds uitgebreide informatie op van drie doelsoorten. Daarnaast evalueren we de effecten van reeds gelokaliseerde maatregelen en formuleren we bijkomende voorstellen met gunstig effect op de instandhouding van vleermuizen in en om de focusgebieden.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief