een slaapshelter

Voel jij je ook zo thuis in de natuur dat je er zou kunnen wonen? Geef je ouders een smakkerd, maak je rugzak en regel eventueel verhuistransport: we gaan shelters bouwen! Alice en Billie tonen hoe het moet. 

Wat heb je nodig?

  • Lange, korte, dikke, dunne, rechte en kromme takken

  • Heel erg veel bladeren
  • Zaag
  • Zeil
  • Sjortouw
  • Bouwmaatje / toekomstige huisgenoot

Hoe moet dat dan?

  1. Zoek een vlakke, open plek in het bos.
  2. Tokken sprakkelen! Lang, kort, dik, dun: hoe meer verschillende takken, hoe beter. Je hebt sowieso twee lange, stevige takken nodig voor je voordeur en een hele lange tak voor de nok van je dak.
  3. Bepaal de oppervlakte van je nieuwe woonst. Ga samen op de grond liggen en teken met een tak de omtrek van jullie lichamen. Een shelter is best niet te groot, anders is het ’s nachts bibberen geblazen!
  4. Leg de twee takken voor de voordeur over elkaar zodat de bovenkanten elkaar kruisen. Zaag ze eventueel tot een gelijke lengte.
  5. Sjor de twee voordeurtakken stevig aan elkaar met het touw. Zet daarna schuin rechtop en leg de bovenkant van de hele lange tak (voor de nok) op de plek waar de bovenkanten van de voordeurtakken elkaar kruisen. Je ruwbouw staat er al!
  6. Gebruik de rest van takken om de muren mee te bouwen. Let op dat de takken niet boven de nok uitsteken.
  7. Verzamel zoveel bladeren als je maar kan vinden (tip: gebruik een zeil om je bladerberg te vervoeren). Gooi ze vervolgens tegen de muren aan. Je begint best onderaan. Ga gerust tot het (sn)uiterste: hoe meer bladeren, hoe warmer ’s nachts. Wacht eens, als je een zeil hebt, moet je dat natuurlijk ook als dak gebruiken.
  8. Geniet van je nieuwe woonst en vergeet niet om af en toe een kaartje te sturen naar het thuisfront!

Zin in meer Snuit-filmpjes? Ontdek ons YouTube-kanaal vol natuuravontuur.