Bosmier
De bosmier is een sociale insectensoort die leeft in kolonies en bekendstaat om zijn indrukwekkende nesten in bosrijke gebieden. Ze dulden geen vijanden en voeren daarom soms oorlog. De mieren zelf zijn sterk, maar halen veel kracht uit samenwerking.
Enkele weken (mannetjes) tot enkele maanden (werksters) en zelfs jaren (koningin).
Alles wat het bos schaft en de afscheiding van bladluizen
Bosmieren hebben een geordende sociale structuur in hun kolonie met koninginnen, mannetjes en werkers.
Bosrijke gebieden
Zeer sociaal en werken nauw samen in georganiseerde kolonies. De bosmier kan wel heel agressief uit de hoek komen naar indringers om hun kolonie te beschermen.
Hoe herken je de bosmier?
- De insecten hebben vaak een roodbruin borststuk en kaken, met een donkerbruin tot zwart lichaam. De mannetjes zijn volledig zwart.
- Op het lijfje staan vaak rechtopstaande haartjes. Toch vind je ook een ‘kale’ versie van hem terug in het bos.
- Werksters zijn ongeveer 1 cm groot, mannetjes en de koninginnen zijn groter.
- Mannetjes en koninginnen kunnen vleugels hebben
De bosmier is een vaste gast in het bos. Vind je hem tijdens je wandeling? Dan weet je dat je door een gezond bos loopt. Typisch zijn de mierensnelwegen waar honderden of duizenden mieren achter elkaar lopen. Die snelwegen leiden in de ene richting naar een voedselplaats en in de andere richting naar hun nest. Je kan haast niet naast hun gigantische mierenhoop (40 cm hoog) kijken. Soms groeien de nesten tot wel anderhalve meter hoog.
Vele bosmieren
Eigenlijk is ‘de bosmier’ een verzamelnaam. Er komen vier verschillende soorten bosmieren voor in België: de kale bosmier (Formica polyctena), de behaarde bosmier (Formica rufa), de zwartrugbosmier (Formica pratensis) en de stronkmier (Formica truncorum).
Deze soort lijkt op
- Mierwants
- Bosmierspringspin
Hoe leeft de bosmier?
Wat eet de bosmier?
Bosmieren zijn alleseters. Ze eten veel insecten en beperken zo de enorme toename van heel wat andere soorten. Een middelgroot bosmierenvolk doodt jaarlijks zo’n 8 miljoen insecten. Om aan voedsel te raken, moeten mierenkolonies op zoek naar prooien. Die zoektocht eindigt vaak in bloederige oorlogen met andere kolonies. Wanneer de bosmieren in de buurt van andere kolonies komen, ontstaan gevechten die duizenden mierenlevens per dag kosten en wel een maand kunnen duren.
De werksters jagen rond het nest maar zijn ook veehouders. De mieren houden bladluizen bij die ze beschermen tegen vijanden zoals lieveheersbeestjes. In ruil daarvoor scheiden de bladluizen honingdauw uit, een lekkernij voor de bosmieren. Bosmieren ‘melken’ de bladluizen door met hun voelsprietjes te trommelen op het achterlijf van de luizen.
Hoe plant de bosmier zich voort?
Bosmieren planten zich voort in juni en juli. In het najaar trekken de nieuwe koninginnen en de mannetjes eropuit om te paren. Het mannetje sterft kort daarna en de bevruchte koningin start een nieuwe kolonie. Ze maakt haar nest boven de grond, vaak met meerdere koninginnen. Je kan er haast niet naast kijken: een hoge mierenhoop, gebouwd met materiaal dat de mieren in het bos vinden: takjes, bladstelen en dennennaalden.
Koninginnen wijden hun leven aan het leggen van eitjes. Daaruit komen onder andere de werksters die op zoek gaan naar voedsel voor de kolonie en het nest beschermen en onderhouden. Maar de koningin legt ook eitjes met de nieuwe koninginnen en mannetjesmieren.
Waar vind je de bosmier?
De naam zegt het zelf: in dennen- en lichte loofbossen overal in Europa. Speur tijdens je wandeling door het bos eens goed de bodem af. De kans is groot dat je zo al bosmieren ziet. Hun nesten komen vooral voor op zandgronden in open bossen en aan de zuidrand van dichtere bossen.
Bekijk de soorten bosmier op waarnemingen.be
Komt deze soort veel voor?
De bosmier komt in heel Europa voor. Als je goed zoekt en wat geluk hebt, kom je hem vaak tegen.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief