Boerenzwaluw
De boerenzwaluw is een echte plattelandsvogel; de luchtacrobaat van het boerenerf. Hij maakt zijn nest bij voorkeur in schuren en loodsen en waar hij vrij in en uit kan vliegen. Van april tot oktober verblijft hij in Vlaanderen, de winter brengt hij door in zuidelijk Afrika.
4 jaar
Insecten
Elk jaar een andere partner
Vaak te vinden in de buurt van water of velden waar veel insecten leven, voor hun nest hebben ze meestal menselijke constructies (stallen, daken, bruggen…) nodig.
Speels en acrobatisch
Hoe herken je de boerenzwaluw?
- Lichaamslengte tussen 17 en 21 centimeter
- Metaalblauwe veren op de bovendelen
- Witte onderzijde met roodbruine keel en zwarte borstband
- Staart met lange buitenste staartpennen, dus diep gevorkte staart
De boerenzwaluw heeft een schitterend verenkleed met metaalglans, zijn voorhoofd en de kin zijn rood met een zwarte borstband. Verder is hij roomwit. De boerenzwaluw vliegt sierlijk door de lucht om insecten te vangen. Om te drinken vliegt hij vlak boven het wateroppervlak en dipt hij af en toe zijn snavel in het water. De lange gevorkte staart is kenmerkend voor de soort. Hij is een graag geziene gast tijdens de zomermaanden.
Het geluid van de boerenzwaluw
De boerenzwaluw herken je aan zijn vrolijk snel gekwetter met af en toe een rateltje (klinkt alsof hij een kleine elektrische schok krijgt). Hij zingt meestal vanaf een telefoondraad of een dakgoot.
Hoe leeft de boerenzwaluw
Wat eet de boerenzwaluw?
Tijdens het vliegen pikt de boerenzwaluw met zijn breed geopende bek allerlei insecten als muggen, motten en kevertjes uit de lucht. Om te drinken scheert hij rakelings over het wateroppervlak en dipt dan de ondersnavel in het water.
Hoe plant de boerenzwaluw zich voort?
Zoals zijn naam al verklapt maakt de boerenzwaluw het liefst zijn nest in stallen met vee, maar ook onder bruggen en afdaken, of soms zelfs in woonkamers bij de mensen thuis. Zolang hij maar de garantie heeft dat hij in en uit kan vliegen. Het nest is komvormig en is opgebouwd uit modder, bekleed met strohalmen. De nestbouw duurt ongeveer 5 tot 12 dagen. Meestal heeft de boerenzwaluw twee legsels per jaar. Jonge vogels verlaten het nest al na ongeveer eenentwintig dagen.
Waar vind je de boerenzwaluw?
De boerenzwaluw voelt zich thuis in landbouwgebieden, waar hij in het open landschap op zoek kan gaan naar voedsel. Door de hervormingen in de Vlaamse landbouw wordt het voor de boerenzwaluw echter steeds moeilijker om een goede nestplaats te vinden. Vee staat vaak op roosters en schuren zijn minder toegankelijk geworden. De soort staat op de Vlaamse rode lijst dan ook geregistreerd als ‘achteruitgaand’.
De boerenzwaluw komt voor op alle continenten. Overwinteren doet hij in het zuiden. Tijdens het broedseizoen verblijft hij noordelijker, soms zelfs tot voorbij de poolcirkel.
> Bekijk deze soort op waarnemingen.be
Kom deze soort veel voor?
De boerenzwaluw trekt in groepen naar het zuiden. In september en oktober kunnen grote groepen boerenzwaluwen gezien worden; deze vogels verzamelen zich voor de lange reis. De boerenzwaluwen die in Vlaanderen broeden, overwinteren in West- en Centraal-Afrika. Tussen eind maart en begin juni (met piek eind april) keren ze terug naar ons land.
Natuurgebieden
Alle natuurgebiedenLeer soorten herkennen en geef je waarnemingen door
Trek met je telefoon naar buiten en identificeer soorten met de gratis app ObsIdentify: de natuurherkenner in je broekzak. Door je waarnemingen op te slaan, lever je tegelijk een belangrijke bijdrage aan het onderzoek rond soorten. Download de app hier:
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief