Smelleken
Het smelleken is de kleinste valkensoort en ook de kleinste Europese dagroofvogel.
Kleine vogels
honkvast, maar met groot aanpassingsvermogen
Open gebieden zoals weilanden, akkers en heidevelden
klein maar fel
Hoe herken je de smelleken?
- Het mannetje heeft ongeveer het formaat van een merel. Het vrouwtje is iets groter dan het mannetje.
- De bovendelen van het mannetje zijn blauwgrijs, met een zwarte staarteindband. De onderkant is oranjebruin. Vrouwtjes zijn donkerbruin, met lichtere onderdelen en donkere lengtestrepen.
- Het smelleken heeft een kleine haaksnavel. De poten hebben krachtige klauwen. Door de korte, puntige vleugels heeft het smelleken een zeer snelle vleugelslag.
- Volwassen vrouwtjes hebben een gele washuid op de snavel, bij jonge vogels is die blauwgrijs.
- Het vlieggedrag van het smelleken, vooral dan tijdens de jacht, is erg kenmerkend: een erg snelle vlucht, vlak boven de grond.
Dit is de kleinste roofvogel van Europa. Het vluchtsilhouet doet denken aan dat van de slechtvalk, maar het smelleken vliegt met veel snellere vleugelslagen. Hij vliegt vlak boven de grond, in golvende bewegingen, met een reeks vleugelslagen afgewisseld met glijvluchten met gesloten vleugels.
Het geluid van de smelleken
Bij ons hoor je het smelleken nooit roepen, in hun broedgebied doen ze dat wel
Hoe leeft de smelleken
Wat eet de smelleken?
Op het menu van het smelleken staan kleine vogels, als leeuweriken, tapuiten, vinken, piepers en gorzen. Door snel en laag te vliegen, kan het smelleken zijn prooi verrassen en grijpen. Een achtervolging kan soms duren tot de prooi te vermoeid is om nog te ontkomen. Open terreinen zijn ideaal voor deze jachttechniek. Heel soms kunnen ook kleine zoogdieren en insecten op het menu staan.
Hoe plant de smelleken zich voort?
In mei en juni begint het smelleken te broeden. Een echt nest bouwen, doen ze niet. Ze leggen hun eieren in een kuiltje op de grond of op rotswanden of in een oud, verlaten nest in de bomen. Het vrouwtje legt 3 tot 6 eieren. Na 28 tot 32 dagen komen de eieren uit en na 17 dagen beginnen de jonge smellekens al te vliegen. De jongen blijven in het totaal 25 tot 27 dagen onder de hoede van de ouders, daarna moeten ze het alleen zien te redden.
Waar vind je de smelleken?
Het smelleken is een trekvogel, die meetrekt met zijn prooi: piepers, lijsters en vinken. Tijdens de trek van graspiepers en vinken, heb je dan ook meer kans om een smelleken te zien. Broeden doen ze in het noorden van Europa, in de lage struiken van de toendra’s. In het najaar trekken ze naar het zuiden om te overwinteren. Beboste terreinen worden doorgaans vermeden, het smelleken geeft meer de voorkeur aan open gebieden, zoals weilanden, akkers en heidevelden. In steden zijn ze ook niet terug te vinden.
> Bekijk deze soort op waarnemingen.be
Kom deze soort veel voor
In de jaren zestig en zeventig enige achteruitgang door pesticidengebruik in de landbouw. Vliegt zich nog weleens te pletter tegen bouwwerken. Heeft ook te lijden onder vermindering geschikt broedgebied door overbegrazing (rendieren) en toegenomen toerisme (verstoring nesten). Gevoelig voor predatie door vos, die zich door klimaatverandering uitbreidt naar het noorden.
Natuurgebieden
Alle natuurgebiedenLeer soorten herkennen en geef je waarnemingen door
Trek met je telefoon naar buiten en identificeer soorten met de gratis app ObsIdentify: de natuurherkenner in je broekzak. Door je waarnemingen op te slaan, lever je tegelijk een belangrijke bijdrage aan het onderzoek rond soorten. Download de app hier:
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief