Overzicht

De bosuil is een vrij grote gezette uil met dikke, rolronde kop en gitzwarte ogen. Ze hebben geen oorpluimpjes, wel een donkere bles op het voorhoofd. Maar het is meer pluim dan vogel: een bosuil weegt slechts 500 gram. De bosuil is de kampioen van de griezelfilms. De mannetjes hoor je vooral ‘s nachts in de winter met hun spookachtige roep.

De bosvleermuis is een middelgrote vleermuis met een lange tweekleurige vacht. Hij valt op door zijn snelle en behendige vliegkunsten.

De boswilg is een struik- of boomvormige wilgensoort die vaak voorkomt aan bosranden en in vochtige gebieden. Bekend om zijn zachte, zilvergrijze katjes in het vroege voorjaar.

Braakrussula's zijn rood gekleurde russula's met een scherpe smaak. Er zijn verschillende soorten braakrussula's die zich onder andere onderscheiden van elkaar op basis van de boom die ze begeleiden. 

De brandnetel is een groene plant met brandharen op. Wanneer je in aanraking komt met deze haartjes kan het branden of jeuken en krijg je kleine bultjes op je huid. Voor insecten en specifiek vlinders is het een goede plant om te laten staan.

De Brandts vleermuis komt over heel Europa voor, maar is in Vlaanderen een zeldzame verschijning. De soort lijkt zo sterk op de gewone baardvleermuis dat ze lange tijd als één soort werden beschouwd.

De brede wespenorchis heeft een rechtopstaande stengel met brede, ovale bladeren en een aar vol groenroze bloemen met een beweeglijke lip.

De broeikasspin werd lang geleden vanuit het zuiden bij ons ingevoerd. Ze heet zo omdat ze in onze streken heel lang alleen maar in serres werd gevonden. Tegenwoordig ontdek je haar ook regelmatig in openlucht. Af en toe wordt ze ook aangetroffen in compostvaten en dat is niet zo verwonderlijk. Compost geeft namelijk warmte af en het krioelt er van de insecten.