Mol
Deze ondergrondse wroeter met fluweelzachte zwarte vacht eet vooral regenwormen en is bekend om zijn (soms vervelende) molshopen. Zijn aanwezigheid wijst echter op een gezonde en vruchtbare bodem.
Regenwormen
Solitair
Ondergronds in weilanden, bosranden, boomgaarden en tuinen
Spaarzaam
Weilanden vol regenwormen
Hoe herken je de mol?
- cilindervormig lichaam (11 - 16 cm)
- slurfvormige snuit (zonder snorharen), geen uitwendige oorschelpen
- schopvormige voorpoten, brede graafpoten met lange nagels
- zwartgrijze, fluweelzachte pels
- kort staartje (2 - 4 cm)
Deze ondergrondse wroeter met fluweelzachte zwarte vacht eet vooral regenwormen en is bekend om zijn (soms vervelende) molshopen. Zijn aanwezigheid wijst echter op een gezonde en vruchtbare bodem.
Hoe leeft de Europese mol?
Wat eet de mol?
Mollen eten vooral regenwormen. Om te overleven moet een volwassen mol dagelijks minstens 50 gram eten, bijna de helft van zijn eigen lichaamsgewicht. Wormen zijn rijk aan eiwitten en bevatten ongeveer 80% water, waardoor een mol nauwelijks hoeft te drinken. In akkers foerageren mollen ook op insecten (o.a. larven van de langpootmug), spinnen en slakken.
Soms worden regenwormen door een beet in de kop verlamd en bewaard in de tunnel om op een later tijdstip te worden opgegeten. Op die manier worden zowel tijdens het voorjaar als het najaar kleine voedselvoorraden aangelegd. Gedurende de winter gaat de zoektocht naar voedsel gewoon door.
Hoe plant de mol zich voort?
Door hun groot territorium tijdens de paartijd (maart - april), paren mannetjes vermoedelijk met meerdere vrouwtjes. Ongeveer vier weken na de paring en een week na de bouw van het nest worden (in april of mei) gemiddeld vier jongen geboren. De jongen wegen 3,5 g, zijn naakt, blind en hulpeloos. Tussen twee zoogbeurten in gaat de moeder op zoek naar voedsel om voldoende melk te kunnen produceren. Na vier à vijf weken verlaten de jongen het nest.
Beelden
Waar vind je de mol?
De mol komt voor in weilanden, bossen, bosranden, boomgaarden en tuinen. Het grootste deel van de tijd brengt hij door in zelf gegraven tunnels. Vochtige gebieden (met een hoge grondwaterstand) worden gemeden. In naaldbossen, moerassen en duinen komen nauwelijks mollen voor. Niet alleen ligt het voedselaanbod hier doorgaans (te) laag, de bodem is er vaak ook ongeschikt om een gangenstelsel in uit te graven (te nat in moerassen, instortingsgevaar in duinen).
> Bekijk deze soort op waarnemingen.be
Komt de mol veel voor?
Juni is de beste periode om een levende mol bovengronds te spotten. Na zes tot tien weken (afhankelijk van het voedselaanbod) worden jonge mollen door de moeder uit haar gangenstelsel verdreven. De jonge dieren moeten dan op zoek naar een eigen leefgebied. Ze hebben echter nog te weinig kracht in hun graafpoten en te weinig ervaring om hun eigen gangen te graven. Er rest hen dan niets anders dan bovengronds op zoek te gaan naar onbewoonde tunnels. Vaak laten die bovengrondse juni-mollen zich zonder enig verweer oppakken. Een mol eet vooral regenwormen en insecten. Bovengronds is het echter een pak moeilijker om eten te vinden. Mollen die zich zomaar laten oprapen zonder bijten, zijn doorgaans uitgeput.
Natuurgebieden
Alle natuurgebiedenLeer soorten herkennen en geef je waarnemingen door
Trek met je telefoon naar buiten en identificeer soorten met de gratis app ObsIdentify: de natuurherkenner in je broekzak. Door je waarnemingen op te slaan, lever je tegelijk een belangrijke bijdrage aan het onderzoek rond soorten. Download de app hier:
Overlast door de mol vermijden
Strychnine, zwavelrookbommen, calciumcarbid, de molblaster: je kan het zo gek niet bedenken of het middel werd al tegen de mol ingezet. Buiten alle proporties, duur en weinig efficiënt. De meeste van die middelen werken slechts gedurende een korte periode, sommige zijn niet ongevaarlijk voor de mens maar vooral; elk vrijgekomen territorium wordt doorgaans snel ingenomen door een nieuwe mol. Van de middeltjes uit grootmoeders keuken zijn knoflookteentjes, peper en zout, pindanoten en mensendrollen in een molshoop steken qua originaliteit het vermelden waard. Ook de bodem van een PET-fles snijden en die fles dan omgekeerd in de gangen plaatsen, is doorgaans maar weinig efficiënt. De wind die over de flessen waait, brengt een fluitend geluid voort dat zich door het gangenstelsel verspreidt. Het is echter niet wetenschappelijk aangetoond dat mollen hier ook echt hinder zouden van ondervinden. De Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt somt op haar website alle methodes op waarmee mollenoverlast kan worden vermeden of beperkt.
Wat kan je doen tegen molshopen?
De beste manier om om te gaan met de mol in je tuin, is ermee leren te leven.
- De periode waarin hopen gemaakt worden, is kort en speelt zich vooral af wanneer nieuwe gangenstelsels worden uitgebouwd.
- Mollen verdelgen zorgt er voor dat je de bouwers van een gangenstelsel verwijdert. Gevolg: het vrijgekomen territorium wordt doorgaans snel ingenomen door een andere mol die op zijn beurt een nieuw gangenstelsel zal graven of de bestaande, vervallen gangen weer in orde zal brengen, wat zorgt voor meer/weer molshopen.
- Als je in de korte periode dat het gangenstelsel uitgebouwd wordt kort na het opwerpen van de molshoop de aarde gewoon verspreid in het gras er omheen, dan ontstaat er geen kale plek in het gras en zie je er na de eerste regenbui nog maar weinig van.
- De rest van het jaar merk je dan doorgaans nog maar weinig van de aanwezigheid van jouw mol.
Lees meer over hoe je kan samenleven met de mol in jouw tuin in de folder van de Zoogdierenwerkgroep.