Als mensen last ondervinden van een dier in huis reageren ze al snel door het te vangen of te doden, zoals dat met muizen en ratten meestal gedaan wordt. Bij steenmarters is die werkwijze niet alleen wettelijk verboden, maar vooral geen efficiënte methode om het overlastprobleem op te lossen.
Steenmarters zijn territoriale dieren. Een steenmarter laat geen andere soortgenoten van hetzelfde geslacht toe in zijn leefgebied. De dieren komen intussen weer overal in Vlaanderen voor en de meest geschikte leefgebieden zijn bijna allemaal ingenomen. Zo komen ze ook in onze huizen terecht. Je zou de leefgebieden van steenmarters kunnen vergelijken met een dambord, waarin elk vakje een territorium voorstelt en ingenomen is door enkele steenmarters (één mannetje, één wijfje en tijdelijk enkele jonge dieren). Komt een van de vakjes vrij, dan zal dat snel ingenomen worden door een jonge steenmarter die een eigen leefgebied zoekt.
Je zou kunnen denken dat de kans klein is dat een andere steenmarter exact dezelfde nestplaats uitkiest als een steenmarter die er eerder zat, maar steenmarters weten ideale nestplaatsen als geen ander te vinden. De dieren hebben namelijk geurklieren op hun voetzolen, waardoor ze overal waar ze lopen een geurspoor achterlaten. Aangezien ze na hun nachtelijke avonturen altijd terugkeren naar hun schuilplaats, zijn de geuren op die wegen het sterkst. Andere steenmarters ruiken het verschil wanneer een geurspoor oud wordt en weten dus wanneer een territorium niet meer bewaakt wordt. Een nieuwe steenmarter hoeft dan alleen maar het oude geurspoor te volgen om de nestplaats van de vorige steenmarter terug te vinden.
Steenmarters vangen of bejagen zou het aantal klachten nauwelijks of niet doen afnemen. De nestplaatsen worden gewoon opnieuw ingenomen door een andere steenmarter. Bovendien proberen de nog levende steenmarters het verlies te compenseren door zich meer voort te planten. Meer wijfjes planten zich voort (terwijl sommige wijfjes anders wel eens een jaar overslaan), het aantal jongen per worp neemt toe en de overlevingskansen van de jongen stijgt.
Als je een steenmarter vangt of doodt, ben je in het beste geval tijdelijk geholpen als je net die steenmarter vangt waarvan het leefgebied overlapt met je huis. Om dat gebied ook voor lange tijd martervrij te houden, zou je elk nieuw dier weer onmiddellijk moeten vangen of doden. Op die manier roei je de soort uit. Het is dan ook efficiënter en diervriendelijker om je huis, tuin of auto af te sluiten voor steenmarters.
Voor meer informatie: INBO rapport (zie p.76 en verder): “Populatie-ontwikkeling van de steenmarter Martes foina in Vlaanderen in relatie tot schaderisico’s.” (Van Den Berge K. et al, 2012).