Russula’s
Russula’s zijn symbionten die meestal een felgekleurde hoed hebben en een witte steel. De meeste russula’s verschijnen bij hevige regenval al in juni, ze behoren tot de vroege herfstsoorten. Later in het najaar zie je minder russula’s.
In Vlaanderen zijn er momenteel meer dan 120 soorten russula’s gekend.
Hoe herken je een russula?
- Een steel en een hoed met plaatjes onder.
- Alle russula’s hebben breekbaar vruchtvlees, bestaande uit ronde cellen waardoor de paddenstoel brokkelt en breekt als krijt.
- De hoedkleur varieert van wit, grijze, zwart, blauw, violet, purper, roze, rood, geel tot oranje en groen.
- De hoedhuid van russula’s kan je afpellen. De mate waarin je deze er vlot afhaalt is ook een determinatiekenmerk.
- De lengte van de steel varieert van 1 tot 23 cm.
- De diameter van de hoed varieert van 3 tot 20 cm.
- De kleur van de plaatjes kan wit, bleekgeel tot oranje zijn.
- De mate waarin russula’s reageren met Ijzersulfaat (FeSO4) is een belangrijk kenmerk dat kan getest worden in het veld. Er zijn russula’s die niet reageren met ijzersulfaat (Schotelrussula), er zijn soorten die oranje reageren (Smakelijke russula) en er zijn soorten die groen reageren (Vissige russula’s)
Waar kan je russula’s vinden?
Russula’s zijn symbionten, je vindt ze dus steeds in nabijheid van bomen. Bij welke bomen en op welke bodems hangt af van de soort. Sommige soorten groeien zowel bij loof- als naaldbomen (bijv. geelwitte russula), maar er zijn ook kieskeurige soorten met een beperkte boomkeuze zoals Duivelsbroodrussula (bij Grove den). Er zijn soorten van voedselarme bodems zoals Gele berkenrussula, soorten die graag wat natter staan zoals Roze berkenrussula en soorten van kalkrijke bodems zoals Verblekende russula.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief