Momenteel loopt De Grote Vlindertelling, maar daarnaast worden vlinders ook op andere manieren geteld. Vrijwilligers noteren vlinders volgens een vaste methode langs wandelroutes, en dat op regelmatige basis van april tot september. In Vlaanderen startten deze tellingen in 1991. Uit een analyse voor 21 soorten dagvlinders blijkt dat bosvlinders over het algemeen vooruitgaan, terwijl graslandvlinders het moeilijker hebben.
De telmethode voor dagvlindermonitoring werd in de jaren 1970 in het Verenigd Koninkrijk uitgedacht: je loopt een vaste route, verdeeld in secties van 50m, en telt de vlinders die je op maximaal vijf meter van je ziet. Terwijl in Groot-Brittannië en Nederland een netwerk van vele honderden telroutes werd opgezet, bleef de opzet in Vlaanderen bescheiden. Sinds 1991 werden in Vlaanderen 105 routes gelopen, maar niet gedurende de volledige periode. Op jaarbasis worden tegenwoordig slechts een tiental routes gemonitord.
Hoe gaat het met de vlinders?
In de periode 1991-2019 werden op die manier in totaal 289.997 vlinders geteld, behorend tot 46 soorten. Bruin zandoogje, oranje zandoogje en klein koolwitje maken de top drie uit van de meest getelde vlinders. Terwijl er van zeldzamere soorten zoals iepenpage en boswitje maar een handvol waarnemingen gebeurden langs de routes, zijn er voor 21 soorten dagvlinders wel voldoende gegevens beschikbaar om een trend te gaan berekenen. De vraag ‘hoe gaat het met de vlinders?’ verdient een genuanceerd antwoord. Over alle soorten heen is de trend onduidelijk. Wel stellen we grote verschillen van soort tot soort vast. Zes soorten nemen toe, terwijl vijf soorten significant achteruitgaan. Voor de overige soorten is er geen eenduidige trend te bepalen: vlinderpopulaties durven nogal eens te schommelen van jaar tot jaar.
Uiteenlopende trends voor het bont zandoogje (een stijger) en de kleine vos (een verliezer). (Figuur: Natuur.Focus 19(2), blz. 57).
Bosvlinders
Onder de soorten die erop vooruitgaan, vinden we vooral bosgebonden vlinders terug, zoals citroenvlinder, boomblauwtje, bont zandoogje en gehakkelde aurelia. Die bosgebonden vlinders gaan gemiddeld 19% vooruit. Dit resultaat is weinig verrassend: ook bosvogels zoals spechten doen het goed, en zeldzame bosvlinders zoals keizersmantel en grote weerschijnvlinder zijn aan een heuse comeback bezig. De verklaring daarvoor ligt wellicht in het ouder en diverser worden van de Vlaamse bossen.
Graslandvlinders
De trend van de bossoorten staat in schril contrast met die van de graslandvlinders (bruin & oranje zandoogje, icarusblauwtje, hooibeestje, kleine vuurvlinder, groot & zwartsprietdikkopje). Die gaan gemiddeld met 12% achteruit. Een cijfer dat nog lijkt mee te vallen, gezien de sterkere achteruitgang van deze groep op Europees niveau (-39% voor 17 soorten graslandvlinders). Te kleine en geïsoleerde leefgebieden, stikstofdepositie, extreme droogte door klimaatverandering: stuk voor stuk problemen waarmee graslandvlinders te kampen hebben. Als we in Vlaanderen gezonde vlinderpopulaties willen behouden, moet er dus niet alleen op bos worden ingezet, maar zeker ook op open habitats zoals graslanden en moerassen.
Door vlinders te tellen houden we de vinger aan de pols. Tellen kan op verschillende manieren:
- Tot en met 26 juli loopt De Grote Vlindertelling, een steekproeftelling waarbij je vijf minuten telt in een tuin. Wie daar niet genoeg van krijgt, kan deelnemen aan de wekelijkse vlindertelling op Mijn Tuinlab. De resultaten van De Grote Vlindertelling worden bekend gemaakt op 27 juli 2020.
- Voor 12 (vooral zeldzame) dagvlinders werden door het INBO en Natuurpunt Studie meetnetten opgezet. Ook voor de algemene dagvlindermonitoring via routes (zoals hierboven beschreven) kan je terecht op www.meetnetten.be.
- In de mobiele applicaties van waarnemingen.be, Obsmapp en iObs, kan je door middel van routeregistratie ook vlinderwaarnemingen registreren die bruikbaar zijn voor trendanalyse.
Een uitgebreider artikel over 29 jaar Vlaamse vlindermonitoring verscheen in het laatste nummer van Natuur.focus. Voor 13 euro per jaar neem je een abonnement op dit tijdschrift waarin onderzoekers publiceren over natuur, natuurbeheer en -behoud in Vlaanderen.
Het volledige rapport over 29 jaar dagvlinders tellen is te vinden op de website van het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief