Afbeelding
Wim Verschraegen

49 libellensoorten ontdekt in de Vallei van het Merkske

3 mrt 2016
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Insecten en ongewervelden
Inventarisatie & monitoring
Libellen
LIFE BNIP
Natura 2000

Met een indrukwekkend totaal van 49 soorten libellen ontpopt het grensoverschrijdend natuurgebied vlak bij Hoogstraten zich tot een echt topgebied voor de soortgroep. De meest bijzondere soort is de Europees beschermde Gevlekte witsnuitlibel. Het gebied werd de laatste jaren grondig geïnventariseerd.

37 soorten libellen planten zich met zekerheid voort in het gebied, van 4 soorten is er een vermoeden van voortplanting. 5 soorten zijn zwervers: zuidelijke of oostelijke soorten waarvan een vestiging op middellange termijn te verwachten is. Daarnaast zijn er drie die voorkwamen in het gebied maar inmiddels weer verdwenen zijn. Eén daarvan, de Noordse glazenmaker, is in heel Vlaanderen trouwens uitgestorven.

Dat de vallei van het Merkske zoveel libellen aantrekt, is niet onlogisch. Het grensoverschrijdend  gebied wordt doorkruist door het Merkske, een grensriviertje dat nog mooi door het landschap meandert. Het gebied bestaat uit natte beemden, een beek begeleidend bos, houtkanten en op de hogere gronden vind je verschillende graslandtypes, bossen, heide en vennen. In het gebied zijn meer dan 150 poelen aanwezig en een 15-tal vennen. De focus van de beheerders ligt in het herstel en beheer van een historisch, kleinschalig, agrarisch landschap met een hoge biodiversiteit. Het resultaat: een variatie aan biotopen, geschikt voor libellen.

Vooral soorten die afhankelijk zijn van beken, vennen en laagveen zijn goed vertegenwoordigd. De echte beeksoorten doen het goed en van sommige soorten (Weide- en Bosbeekjuffer) zijn er grote populaties aanwezig. Natuurbeheerders hopen er op de terugkeer van een topsoort als de Beekrombout.

Afbeelding
2015-05-29_wortel-kolonie_-9843.jpg

De Koraaljuffer is één van de typische vensoorten die waargenomen is in de vallei van het Merkske. (foto: Wim Verschraegen)

Vooral indrukwekkend is de lijst aan typische soorten van vennen, zoals Tengere pantserjuffer, Bruine winterjuffer, Koraaljuffer, Noordse- en Venwitsnuitlibel. Ook de Gevlekte witsnuitlibel heeft er een populatie in de  heidevennen. Deze soort is Europees beschermd en werd anno 2000 als ‘uitgestorven in Vlaanderen’ beschouwd. De soort was op dat moment al 10 jaar niet meer waargenomen bij ons. Inmiddels komen er dankzij natuurherstel en –beheer weer populaties op een aantal plaatsen in Vlaanderen voor, zoals in Het Merkske.

De populaties van vensoorten zijn eerder klein en hun verspreiding in het gebied is beperkt. Met gerichte beheermaatregelen en monitoring proberen de beheerders de kansen voor die soorten te verbeteren.

Ook laagveensoorten zijn te vinden in het gebied. Enkele voorbeelden zijn Grote roodoogjuffer, Bruine glazenmaker, Vroege glazenmaker en Glassnijder. Van sommige soorten zijn de populaties nog klein waardoor deze populaties momenteel kwetsbaar zijn. Uitbreiding van het bestaand leefgebied zal de laagveensoorten een noodzakelijk duwtje in de rug geven.

De vallei van het Merkske is de laatste jaren goed geïnventariseerd en dankzij de inspanningen van vrijwilligers bestaat een uitgebreide databank met waarnemingen van de voorbije 15 jaar. We zijn ook op zoek gegaan naar oude waarnemingen om zo een goed beeld te krijgen van de historische en huidige libellenfauna. De vallei van het Merkske is 6.000 hectare groot, daarvan wordt 1.500 hectare beheerd in functie van natuur en biodiversiteit. De beheerders zijn het Agentschap voor Natuur en Bos, Staatsbosbeheer en Natuurpunt.

Tekst: Bart Hoeymans, boswachter Agentschap Natuur en Bos, Drej Oomen, Natuurpunt Markvallei, Theo Bakker, Staatsbosbeheer
Foto’s: Wim Verschraegen