Afbeelding
Ooievaar
Wouter Faveyts

60 ooievaars overwinteren in Vlaanderen

23 jan 2019
Categorieën
Natuurbericht
Vogels

Tijdens het weekend van 12 en 13 januari vond in Vlaanderen een wintertelling van ooievaars plaats. Op enkele plaatsen met bekende ooievaarsconcentraties werd gericht geteld. De database van www.waarnemingen.be werd daarnaast onderzocht op losse waarnemingen van pleisterende ooievaars in de periode van 10 tot 15 januari. Het doel was om een idee te krijgen van het aantal ooievaars dat in Vlaanderen de winter doorbrengt.

Uit de analyse van de data blijkt dat er op dit moment 60 ooievaars in Vlaanderen overwinteren. Hoewel ooievaars grote, opvallende vogels zijn, mag worden aangenomen dat er toch nog enkele exemplaren over het hoofd werden gezien. De werkelijk winterpopulatie kan dus iets hoger geschat worden. 

De grote meerderheid werd genoteerd op of nabij de bekende broedplaatsen. Zo zat 60% van de ooievaars in de buurt van het Zwin en Planckendael, de twee grootste broedplaatsen van Vlaanderen. Van een aantal geringde vogels die werden waargenomen is met zekerheid bekend dat het om de lokale adulte broedvogels gaat die in de nabijheid van hun broedplaats de winter doorbrengen. Tijdens de voor- en najaarstrek concentreren groepen ooievaars op een aantal artificiele foerageerplaatsen (zoals afvalverwerkende bedrijven), tijdens de wintertelling bleken op deze locaties echter geen ooievaars aanwezig te zijn. Alle ooievaars waarvan tijdens de wintertelling de leeftijd kon worden bepaald, bleken volwassen exemplaren.

Het was de eerste keer dat in Vlaanderen een winterse ooievaarstelling werd georganiseerd. Vergelijken met vorige winters is dan ook niet eenvoudig. Ooievaars worden wel al jaren meegeteld tijdens de midmaandelijkse watervogeltellingen die elke winter (tussen oktober en maart) worden georganiseerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Sinds de eeuwwisseling worden bij die tellingen in januari gemiddeld 20 ooievaars geteld in Vlaanderen. De aantallen schommelen, maar er is sprake van een langzaam dalende trend. Deze watervogeltellingen zijn echter niet de meest geschikte manier om ooievaars te tellen. De specifieke, soortgerichte ooievaarstelling van januari 2019 toont nu immers duidelijk aan dat er bij die klassieke watervogeltellingen (veel) ooievaars worden gemist. Logisch, want die tellingen gebeuren immers in gebieden met concentraties van watervogels, en zijn in de eerste plaats bedoeld om overwinterende eenden en ganzen in kaart te brengen. Ooievaars zijn niet specifiek aan die gebieden gebonden. Desondanks vormen de resultaten van die watervogeltellingen het beste/enige cijfermateriaal waarmee de resultaten van de eerste winterse ooievaarstelling in Vlaanderen kunnen worden vergeleken. Er kan worden geconcludeerd dat de Vlaamse winterpopulatie van ooievaars niet erg groot is en bovendien lijkt er ook geen sprake te zijn van een sterke toename. 

De omvang van de Vlaamse broedpopulatie neemt wel toe: in 2018 telde die ruim 110 broedparen. Dat is een duidelijke stijging. Rond de eeuwwisseling (2000 - 2002) telde die populatie 41 - 47 koppels.

De wintertelling was een ‘last minute’-initiatief. Het is de bedoeling dat deze telling ook de volgende jaren zal worden herhaald, zodat we een beter inzicht zullen kunnen krijgen in de evolutie van het aantal overwinterende ooievaars. In Nederland wordt zo’n wintertelling al een aantal jaren georganiseerd. De Vlaamse telling werd gehouden op dezelfde data van de Nederlandse telling. Het voorlopige resultaat bij de noorderburen komt uit op 547 overwinteraars. Dat is een pak hoger dan in Vlaanderen), maar ligt wel in de lijn van de veel omvangrijkere broedpopulatie in Nederland (950 - 1.050 paren in 2016). Er wordt geschat dat ca. 35% van de Nederlandse broedvogels blijft overwinteren. De Vlaamse cijfers wijzen uit dat het voor de Vlaamse populatie om circa 27% lijkt te gaan.

Tekst: Wouter Faveyts en Wim Van den Bossche
Foto: Wouter Faveyts