Afbeelding
RAVON

Bastaardmodderkruipers stiekem binnengekomen in Nederland?

4 jul 2016
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Inventarisatie & monitoring
LIFE BNIP
Natura 2000
Vissen

In 2015 werd bij genetisch onderzoek ontdekt dat er in Nederland naast de kleine modderkruiper ook hybride kleine modderkruipers voorkomen. Inmiddels is het onderzoek naar de verspreiding, herkomst en herkenning van deze bastaardmodderkruipers afgerond. De resultaten zijn vrijgegeven in een recent verschenen rapport.

De bastaardmodderkruiper is ontstaan door hybridisatie in Zuid-Oost Europa tussen de kleine modderkruiper (Cobitis taenia), C. elongatoides en C. tanaitica. Ze zijn triploïd, wat inhoudt dat ze van alle drie de oudersoorten één kopie van het genoom hebben. Door hun bijzondere voortplanting hebben ze zich los van hun oudersoorten verder over Europa kunnen verspreiden. De visjes zijn vrouwelijk en klonen zichzelf. Dit kunnen ze echter niet helemaal alleen; om de groei van een embryo te starten hebben ze wel een spermadonor nodig. Daardoor kunnen de hybriden alleen voorkomen op plaatsen waar ook oudersoorten aanwezig zijn.

Voorkomen in Nederland

De verspreiding van de hybriden in Nederland is onderzocht door verspreid over het land dieren te vangen en DNA af te nemen. De hybriden blijken momenteel in een groot deel van Nederland voor te komen. In de regio’s die een relatief grote mate van connectiviteit met grote rivieren en met elkaar hebben, worden vrijwel overal hybriden aangetroffen. De hybriden waren afwezig op geïsoleerde locaties zoals Zeeuws Vlaanderen en de Drentse Aa waar wel de gewone kleine modderkruiper voorkomt.

Afbeelding
4a484b27-42ef-4482-8095-2873c0b65b9f.pngw370.png

Verspreiding Modderkruipers (Bron: NDFF/RAVON)

Herkomst

Door DNA af te nemen bij museumexemplaren van de kleine modderkruiper kon terug worden gekeken in de tijd. Op veel historische locaties (1919-1982) bleken uitsluitend pure kleine modderkruipers voor te komen terwijl op enkele daarvan inmiddels voornamelijk hybriden werden gevangen. De oudste hybride tussen de museumexemplaren dateerde uit 1951 uit een poel langs de Maas bij Maastricht. Dit duidt erop dat de hybriden zich waarschijnlijk relatief recent (100-150 jaar geleden) in Nederland gevestigd hebben. Het is mogelijk dat de hybriden stiekem vanuit Oost-Europa zijn meegekomen met vistransporten die in de eerste helft van de 20e eeuw op gang kwamen.

Hoe herken je de hybriden?

Op uiterlijke kenmerken zijn hybriden en pure kleine modderkruipers nauwelijks van elkaar te onderscheiden. De maximale lengte bleek het beste kenmerk. De beste manier om, los van genetisch onderzoek, vast te stellen of er hybriden aanwezig zijn, is het vaststellen van de geslachtsverhouding. Doordat de hybriden zichzelf klonen (en dus allemaal vrouwelijk zijn) ontstaat er een scheve geslachtsverhouding in populaties met hybriden. Deze ligt veelal boven de 10 vrouwtjes voor 1 mannetje. Bij pure populaties kleine modderkruipers komen grofweg evenveel mannetjes als vrouwtjes voor.

Mogelijke impact van hybriden

De hybriden zijn voor de voortplanting afhankelijk van de kleine modderkruiper. Verdringing van de kleine modderkruiper is dus niet mogelijk. Wel staat vast dat de hybriden zeer dominant kunnen worden ten opzichte van de échte kleine modderkruipers. Dit zou de kwetsbaarheid van populaties voor rampen kunnen vergroten omdat het effectief aantal voortplantende dieren zeer laag is. Het is daarom belangrijk om ook zuivere populaties van de kleine modderkruiper te behouden.

Meer lezen

Rapport Genetisch onderzoek kleine modderkruipers Nederland
Dit natuurbericht verscheen eerder op Naturetoday.com

Tekst: Jelger Herder, RAVON; Kees van Bochove, Datura
Foto's: Jelger Herder, Digital Nature