Een wildcamera registreerde in de Schellandpolder in Hingene (Bornem) een boommarter die op een boomstam springt, even naar de camera kijkt en met een sierlijke sprong aan de andere zijde van de stam verdwijnt. Die paar seconden film zijn het eerste bewijs van de aanwezigheid van het zeldzame zoogdier in Klein-Brabant. Het dier heeft een afstand van 20 kilometer overbrugd, inclusief de N16, de E17 en de Schelde.
Om de boommarter beter in beeld te krijgen, werd een voederplaats aangelegd. De opstelling bestond uit een draad op een hoogte van 40 centimeter waaraan gedroogde pruimen geregen werden. Op 7 april kwam bij de opstelling voor het eerst een boommarter in beeld, die van toen af regelmatig de draad kwam inspecteren. De marter kreeg de naam ‘Jantje’, al zou later uit de beelden blijken dat Jantje een vrouwtje is.
Vanaf 2 mei verschijnt op de beelden een tweede boommarter, een mannetje. Aangezien het dier blind was aan één oog, lag de naam ‘Eenoog’ voor de hand. Gelukkig zien we de volgende weken het oog geleidelijk opnieuw oplichten en bleek het slechts om een tijdelijke ontsteking te gaan.
De ontdekking is toch wel opmerkelijk, aangezien de locatie ver ligt van de gebieden waar deze zeldzame soort in recente jaren werd gezien. De recente vondsten van boommarters op enkele locaties in de bosrijke Kempen zijn intussen voor de hand liggend, maar de aanwezigheid van boommarters in het westelijk deel van Vlaanderen is dat allerminst. De meest nabije gekende populatie bevindt zich ten noordwesten van de Schelde in Sinaai en Eksaarde op zo’n 20 km in vogelvlucht van Hingene. In 2015 werd dankzij wildcamera’s ook al de aanwezigheid van twee boommarters vastgesteld in het Kravaalbos in Aalst (25 km van Hingene).
In een poging om de herkomst van de boommarters te achterhalen werden de vachtpatronen uit Hingene vergeleken met die van de marters uit de populatie van Sinaai, die door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) gedurende enkele jaren intensief werd opgevolgd. Het patroon van de keelvlek is immers bij elke boommarter verschillend, waardoor ze individueel te herkennen zijn.
Dit project werd in 2014 beëindigd, zodat er anno 2017 geen volledig beeld meer bestaat van de individuele kenmerken van de dieren en hun nakomelingen. Maar op de website waarnemingen.be werd een foto gevonden die dateerde van 7 oktober 2014. Deze foto (links), genomen door een wildcamera opgesteld in Eksaarde, toont een boommarter die als twee druppels water lijkt op Jantje (rechts). Zo kon achterhaald worden dat Jantje waarschijnlijk één van de jongen is die in 2014 geboren zijn in de Sinaai-populatie. De foto is het enige spoor van het jonge dier, dat nadien van de radar verdwenen leek. Er gingen drie winters voorbij tot ze opduikt in Hingene.
Gewaagde route
Een blik op de kaart toont dat de route tussen Eksaarde en Hingene een waagstuk is: 20 kilometer in vogelvlucht, belemmerd door dichtbebouwd gebied en verkeerswegen. Tijdens haar omzwervingen is Jantje de E17 en de N16 over geraakt én de Schelde overgezwommen. Het verschijnen van boommarters in Hingene wijst erop dat hun vermogen tot verspreiding over lange afstanden zeer groot is.
Boommarters leven solitair, enkel in de paartijd in juli-augustus zijn mannetje en vrouwtje een paar dagen samen. ’s Nachts worden grote afstanden afgelegd. In het Vlaamse landschap, met zijn dichte wegennet, lintbebouwing, draadafsluitingen en andere barrières, lopen boommarters daarbij grote risico’s. Voor de toekomst van een boommarterpopulatie is het van groot belang dat bestaande migratieknelpunten tussen natuurgebieden worden aangepakt en dat nieuwe knelpunten worden vermeden.
Toekomst met boommarters
De Schellandpolder zal binnen enkele jaren in het kader van het Sigmaplan ingericht worden als overstromingsgebied. Natuurpunt pleit ervoor dat bij de inrichting en tijdens de werken rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van boommarters: dat het kappen van bomen beperkt blijft en dat het hele gebied ook na de werken verkeersluw en onverlicht blijft. Intussen blijven we de boommarters in de Scheldepolders op de voet volgen. In juli verschenen ze enkele keren samen voor de wildcamera. Of dit de voorbode is van een permanente vestiging? Dat zal de toekomst uitwijzen.
Tekst: Joost Reyniers, Natuurstudiewerkgroep Klein-Brabant
Foto’s & video: Joost Reyniers
Plaatsing ooievaarspaal in Liezelebroek versterkt de natuurwaarden van de Molenbeekvallei
In het Liezelebroek, een waardevol natuurgebied in de vallei van de Molenbeek staat sinds 30 oktober een ooievaarspaal ter hoogte van de beschermde Schemelbertmolen aan de Wolfstraat in Puurs-Sint-Amands. Regionaal Landschap Schelde-Durme plaatste de paal in samenwerking met Natuurpunt Klein-Brabant en met financiële ondersteuning van Provincie Antwerpen in het kader van de uitbouw van Functionele Ecologische Netwerken. De actie heeft als doel de biodiversiteit en ecologische samenhang in de regio te bevorderen.
De ooievaar is een typische soort die voorkomt in beekvalleien met uitgestrekte vochtige graslanden. De keuze voor het Liezelebroek voor de plaatsing van een ooievaarspaal is dan ook niet toevallig: dit natuurgebied, dat wordt beheerd door Natuurpunt Klein-Brabant, vormt een belangrijke schakel in de Vallei van de Molenbeek. Met haar vochtige graslanden, rietkragen en een netwerk van waterlopen biedt het gebied de ideale omgeving voor tal van vogelsoorten, amfibieën en insecten. Er worden regelmatig ooievaars gespot, wat aantoont dat dit een zeer geschikte locatie is voor het voorzien van broedgelegenheid. De plaatsing van de ooievaarspaal draagt bij aan de versterking van het leefgebied van deze soort.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief