Afbeelding
Kobe Janssen

Drie nieuwe locaties ontdekt van extreem zeldzame hommelsoort

4 aug 2016
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden

De Zandhommel is een extreem zeldzame hommelsoort waarvan aangenomen wordt dat die op de rand van uitsterven staat in België. De voorbije decennia was de soort slechts van een handvol locaties bekend. Recent ontdekten vrijwilligers van Aculea, de bijenwerkgroep van Natuurpunt, de Zandhommel op drie nieuwe plaatsen in de westelijke Ardennen.

De Zandhommel (Bombus veteranus) is bijna volledig uniform zandkleurig behaard en dankt daaraan haar naam. Ze lijkt op het eerste zicht wat op een grote gebleekte Akkerhommel maar kan daarvan onderscheiden worden door de zwarte haarband over het midden van het borststuk. De Zandhommel is een middelgrote hommel die net als andere hommels in kolonies leeft met een koningin en werksters. In vergelijking met algemene hommelsoorten heeft ze kleinere kolonies en een latere vliegtijd. Zo verschijnt ze in Nederland pas goed in de tweede helft van april.

Tot de eerste helft van de vorige eeuw was de Zandhommel bij ons een gewone verschijning. Meer zelfs, het was toen een van de meest algemene hommels in België. Daarna ging het pijlsnel bergaf. In de jaren ‘80 werd ze nog op vijf plaatsen waargenomen, telkens in de zuidelijke landshelft. In de jaren ’90 werd de soort enkel in het zuiden van de provincie Luxemburg aangetroffen. Eind juli ontdekten vrijwilligers van Aculea drie nieuwe vindplaatsen van deze illustere soort.

Van 21 tot 25 juli 2016 trok Aculea, de wilde bijen- en wespenwerkgroep van Natuurpunt, er met enkele Nederlandse en Waalse collega’s op uit. Verschillende gebieden in de westelijke Ardennen en de Condroz werden uitgekamd op zoek naar bijen en wespen. Met succes: meer dan 100 soorten werden op naam gebracht, waaronder zeldzaamheden als de Gele tubebij, Zuidelijke klokjesbij en Boszandbij. Tussen de vele hommels, waaronder de eveneens (zeer) zeldzame Boshommel en Late hommel, werd al op de eerste dag een werkster van een Zandhommel gevonden in een berm naast een kalkgrasland in Han-sur-Lesse. De daaropvolgende dagen werd naarstig gezocht naar meer Zandhommels. En met succes. Op zaterdag 23 juli werden nog drie bijkomende werksters gevonden, eentje op Slangenkruid op een ruderaal terrein in Graide en twee op rode klaver langs een veldweg in Nafraiture. De Zandhommel staat opnieuw op de kaart in België.

Dat nieuwe locaties van zo’n zeldzame hommelsoort ontdekt worden is heel bijzonder. Hommels zijn groter en opvallender en er wordt meer onderzoek naar gedaan dan naar de meeste andere wilde bijen. Zo werd de afgelopen 20 jaar uitvoerig onderzoek gevoerd door medewerkers van de Universiteit Bergen naar hommels in Wallonië, wat slechts een handvol waarnemingen van de Zandhommel opleverde. Bovendien hebben hommels door hun levenswijze in kolonies behoefte aan grote oppervlaktes geschikt bloemrijk habitat gedurende de lange vliegtijd. Van alle wilde bijen zijn hommels dan ook een van de groepen met de sterkste achteruitgang. Zo zijn in Nederland 21 van de 29 soorten achteruitgegaan (waaronder 6 verdwenen) en slechts één vooruit. Ook in België is de toestand dramatisch. Op een totaal van 30 soorten zijn er 7 waarschijnlijk uitgestorven en zijn er nog eens 3 met nauwelijks nog recente waarnemingen, waaronder dus ook de Zandhommel.

Voor de Zandhommel is naast het aanbod van veel drachtplanten op korte afstand van de nesten ook de continuïteit hiervan gedurende het gehele vliegseizoen essentieel. De soort verdraagt intensieve begrazing en maaien dan ook slecht. Naast de algemene achteruitgang en versnippering van bloemrijke kruidige vegetaties door intensivering van het landgebruik en nutriëntenaanrijking is waarschijnlijk ook de maaiwoede in veel wegbermen en natuurgebieden slecht voor de zeldzame hommelsoort. Kruidenrijke graslandvegetaties in open landschappen die ook in de zomer bloeien zijn van groot belang voor het voortbestaan van deze zeldzaamheid. Verdere inventarisatie zal moeten uitwijzen hoe wijd verspreid de Zandhommel nog is, en hoe levensvatbaar de populaties zijn. De waarnemingen door Aculea zijn alleszins hoopgevend.

Tekst: Jens D'Haeseleer en Pieter Vanormelingen, Natuurpunt Studie
Foto’s: Kobe Janssen