Dubieuze startbeslissing voor nieuwe zandontginningen in NATURA 2000

In april gaf de Vlaamse regering het startschot voor drie RUPs voor nieuwe zandontginningen in Oost-Vlaanderen en Limburg. Ze gaat daarmee voorbij aan het  negatief advies van de Inspectie van Financiën. Die stelde immers vast dat de aanpak niet strookt met het decreet oppervlaktedelfstoffen, omdat het kader (goedgekeurd BOD of delfstoffennota) ontbreekt. Procesmatig liet de regering zich inspireren door het decreet complexe projecten: met een ruim voortraject in drie fasen (verkenning, onderzoek en planvorming). Hoewel zulk voortraject net tot doel heeft de inspraak en participatie te verhogen, laat de regering het middenveld in het ongewisse betreft hun betrokkenheid. Nochtans zou dat de slaagkans van complexe projecten aanzienlijk kunnen verhogen. Zeker in dossiers die alles behalve evident zijn. Zo situeren de zoekzones in Limburg zich in en nabij waardevol NATURA 2000-gebied (o.a. natte heide en vennen). Eerdere studies gaven reeds aan dat ontginning tot significante effecten zullen leiden. Voor de zoekzone in Meeuwen-Gruitrode alleen al zou de habitatgeschiktheid t.o.v. de bestaande toestand met 65 ha afnemen, en zelfs met 300 ha t.o.v. de gewenste toestand. Terwijl er in Vlaanderen voor natte heide net een herstelopgave ligt van 900 ha.