Afbeelding
Grasland met orchideeën
Ewoud L'Amiral

Duurzame oplossingen voor beheerresten van natte graslanden

30 mrt 2023
Categorieën
Natuurbericht
Natuurbeheer


In het Europese project LIFE Green Valleys zoeken we naar duurzame oplossingen om de beheerresten van natte graslanden zoveel mogelijk te hergebruiken als grondstof en te valoriseren in plaats van ze te behandelen als een (duur) afvalproduct. Naast het composteren van deze beheerresten onderzoeken we onder andere ook industriële toepassingen zoals graspapier, isolatiemateriaal of veenvrije potgrond.

Om de natuurwaarde van graslanden te verhogen, proberen we doorgaans zoveel mogelijk nutriënten als stikstof en fosfor (N & P) uit de bodem te verwijderen. Daartoe wordt er vaak meermaals per jaar gemaaid. Op drogere gronden en tijdstippen kan maaisel vaak tot hooibalen geperst worden, die op hun beurt kunnen dienen als veevoer. Waar mogelijk wordt gewerkt met gebruiksovereenkomsten met plaatselijke landbouwers. Zij maaien dan de graslanden op overeengekomen tijdstippen en frequenties, in ruil voor de opbrengst. Waar de graslanden al goed ontwikkeld zijn, of waar een doorgedreven verschraling niet mogelijk is (bv. door permanente aanvoer van nutriënten via grondwater of overstroming), kan na een eerste maaibeurt gekozen worden voor een nabegrazing, meestal ook in samenwerking met lokale landbouwers. Dergelijke gebruiksovereenkomsten hebben het grote voordeel dat er kosten noch werk zijn voor het beheerteam.

(foto: Saskia Ribbens)

Hoe natter het gebied, hoe groter de uitdaging

In nattere natuurgebieden is, naast het maaien zelf, ook het afvoeren en verwerken van de beheerresten een grote uitdaging. Doordat de bodem vaak jaarrond kwetsbaar en beperkt toegankelijk is, zijn we hier aangewezen op andere opties, die helaas veel tijd, moeite of geld kosten.Hier wordt doorgaans gemaaid met gespecialiseerde, lichtere machines op aangepaste wielen of rupsbanden, of zelfs met de hand. Om het terrein zo weinig mogelijk te betreden wordt het verse maaisel meestal onmiddellijk afgevoerd. Op graslanden die slecht of niet bereikbaar zijn, komt het maaisel zelfs nog vaak op lokale maaiselhopen terecht of wordt het, mits uitzonderlijke toestemming, ter plaatse verbrand. Dit is echter ten alle tijden af te raden omdat nutriënten dan via uitloging terug in het natuurgebied terecht kunnen komen. Gelukkig groeit het besef dat een behoorlijk netwerk van beheerwegen en overslag locaties, onder meer voor de afvoer van beheerresten, elementair is bij inrichting of herstel van natuurgebieden.

Rijplaten in nat terrein (foto: Saskia Ribbens)

Oplossing voor maaisel is een win-win voor landbouw en natuur

Als de biomassa afgevoerd geraakt, kan deze nadien op landbouwgronden in de bodem ingewerkt worden, om zowel de voedingsstoffen als het koolstofgehalte van de akkers te verbeteren. Om deze elementen sneller beschikbaar te maken en om massale kieming van zaden te vermijden, worden de beheerresten vaak eerst gecomposteerd. Maar dat composteren is uiteraard een tijdrovend werk en vereist een geschikt terrein en de nodige machines. Daarom zou het voor natuurbeheerders heel interessant zijn als beheerresten vers kunnen worden ingewerkt. Maar hoe dit best zou gebeuren is nog niet voldoende wetenschappelijk onderzocht, en het is momenteel wettelijk ook niet toegestaan om materiaal van derden zomaar in te werken.  Nat maaisel dat niet verwerkt kan worden tot veevoer wordt namelijk als afval beschouwd, en dit brengt heel wat moeilijkheden met zich mee voor zowel opslag, transport als verwerking ervan. Goed nieuws is wel dat binnen het 6de mestactieplan (MAP 6) de productie en gebruik van boerderijcompost als bodemverbeteraar gestimuleerd werd, en er een verruimde definitie kwam waarbij het mogelijk wordt om met 3 partijen samen boerderijcompost te maken. Natuurbeheerders mogen hier ook deel van uitmaken. Binnen de Vlaamse overheid zijn ze momenteel met verschillende partners het juridisch kader nog aan het uitwerken. De compost zal wel enkel binnen deze samenwerking gebruikt mogen worden. Hierbuiten valt het nog steeds onder de afvalwetgeving en het mag dus ook niet verkocht worden. Het is uiteraard wel een duurzamere oplossing om het teveel aan nutriënten in natuurgebieden lokaal te gebruiken in de landbouw in de plaats van maaisel op te stapelen en kunstmeststoffen van buitenaf aan te voeren.

LIFE Green Valleys: kennisuitwisseling over de grenzen heen

Onze Poolse partner binnen het LIFE project heeft een installatie gebouwd om beheerresten te persen tot brandbare briketten die ze gebruiken om hun veldstation te verwarmen en van warm water te voorzien. Partner Natuurinvest maakte hierover een informatief filmpje. Het maken van dergelijke briketten is arbeidsintensief en daardoor mogelijk minder toepasbaar in Vlaanderen, maar met de huidige brandstofprijzen en lage loonkost, erg geschikt in de Poolse context.

Naast toepassingen in de landbouw of als brandstof, onderzoeken we binnen LIFE Green Valleys ook meer industriële toepassingen van onze beheerresten. Zo werden er al flyers over het project gedrukt op graspapier, gemaakt met ons eigen maaisel. Onlangs deden we ook een proefproject met een bedrijf dat isolatiemateriaal voor de bouwsector maakt van vers maaisel. In de nabije toekomst hopen we ook proeven te doen met onder andere veenvrije potgrond gemaakt van overtollige biomassa. Daarnaast is er recent in Nederland ook een veelbelovend LIFE project opgestart rond de industriële fermentatie van maaiseloverschotten, met 4 bruikbare reststromen: biomethaan, veenvrije potgrond, CO2 voor de serreteelt en bodemverbeteraar (LIFE GR4SS).  

Wie meer wil weten over oplossingen voor beheerresten, is alvast van harte welkom op de workshop met excursie die LIFE Green Valleys zal organiseren op 6 juni 2023 in het bezoekerscentrum van de Groene Vallei in Erps-Kwerps.

Tekst: Hendrik Trekels (coördinator LIFE Green Valleys)


Afbeelding
banner_life_greenvalleys.jpg