Sinds we enkel nog essentiële verplaatsingen mogen maken, is er ook voor natuurliefhebbers veel veranderd. Geen natuuruitjes meer richting Uitkerkse Polders, de IJzervallei, de Kalmthoutse Heide of het Hallerbos. Gelukkig kunnen tochtjes op wandel- of fietsafstand nog wel. En zelfs in eigen tuin duiken soms grote verrassingen op.
Op 25 maart zag Karel Helsen een klein uiltje op het gazon in zijn tuin in Kapelle-op-den-Bos. De vogel was vermoedelijk net tegen iets aangevlogen: het zat immers versuft in het gras en vloog niet weg. De mogelijkheid van een dwerguil leek Karel bijzonder klein, dus voerde hij de waarneming (met foto’s) in op www.waarnemingen.be als een steenuil.
Een poos later ging Karel nog even kijken naar het versufte uiltje. Dit keer vloog het echter snel een boom in, waar het werd belaagd door enkele lokale mezen die niet waren opgezet met de aanwezigheid van dit uiltje. Mezen staan immers bovenaan de lijst van favoriete prooien van een dwerguil. Ze stellen dan ook alles in het werk om zo’n potentieel gevaar te verjagen. Dat lijkt gelukt want het onfortuinlijke dwerguiltje werd later niet meer in de omgeving waargenomen.
Het gaat hier om de eerste waarneming van een dwerguil voor Vlaanderen. Dwerguilen zijn kleine vogeltjes: met 15 tot 19 cm zijn ze zelfs kleiner dan een spreeuw. De soort komt voor vanaf de Baltische Staten en Scandinavië maar ook in de Midden-Europese berggebieden is dit mini-uiltje aanwezig. Het is niet echt duidelijk hoe groot de populaties in het normale verspreidingsgebied zijn. De aantallen worden doorgaans (sterk) onderschat omdat de soort zich niet zo gemakkelijk laat vinden. Dwerguiltjes komen vooral voor in oude naaldwouden of gemengde bossen in bergachtige streken. Naaldbomen worden vaak gebruikt als schuil- en zangplaats. De soort broedt in holen en nestelt vaak in oude holen van grote bonte spechten. De soort werd in België (in de Oostkantons) voor het eerst als broedvogel aangetroffen in 2013. Sindsdien worden er jaarlijks territoriale dwerguilen opgemerkt op verschillende plaatsen in Wallonië, al gaat het steeds maar om een handvol exemplaren. Wat het dwerguitje in Kapelle-op-den-Bos kwam zoeken, is niet duidelijk, al is het niet uitgesloten dat er nu en dan vogels naar Vlaanderen afzakken op zoek naar nieuwe, geschikte broedplaatsen.
Maak jij ook kans op iets raars?
De kans dat er in Vlaanderen nog dwerguiltjes worden gezien in tuinen is zeer klein. De soort is in België immers erg zeldzaam. Maar rare vogels spotten in of vanuit de eigen tuin kan dus wel degelijk. Een reden temeer om alert te zijn. In 99,9% van de gevallen zal je steeds dezelfde, zeer algemene soorten zien. Koolmees, pimpelmees, winterkoning, roodborst, vink, groenling …: de echte huis-tuin-en-keukensoorten. Maar tijdens de voorjaarstrek is een andere, minder algemene soort nooit uitgesloten. De komende weken wordt het vooral opletten voor schaarse soorten als beflijsters, draaihalzen of zelfs hoppen. Ook minder schaarse soorten als bonte vliegenvanger en gekraagde roodstaart kunnen in tuinen opduiken.
Zelf iets gezien?
Geef je waarneming dan zeker door op www.waarnemingen.be! En zit het niet in jouw tuin, dan vliegt het er misschien wel over. Tussen midden april en begin mei trekken miljoenen trekvogels van de zuidelijke overwinteringsgebieden naar de noordelijke broedgebieden. Vaak gaat het om kleine zangvogels die in vlucht niet altijd even gemakkelijk te herkennen zijn, maar met een beetje geluk kan ook jij de komende weken wel een ooievaar, een rode wouw of een visarend boven je eigen huis ontdekken. Tip: in deze periode vliegen trekvogels steeds van zuid(west) naar noord(oost) dus goed naar het zuiden speuren geeft de grootste kans dat je de trekkende vogels het snelst zal opmerken.
Tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt Studie
Foto: Karel Helsen
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief