Afbeelding
Halsbandparkiet
Rina Rubens

Eerste Belgische telling van tropische Halsbandparkieten

24 jul 2015
Categorieën
Natuurbericht
Vogels

Natuurpunt en Natagora organiseren op 24 en 25 juli 2015 een telling om het aantal Halsbandparkieten in België in kaart te brengen. Dat is een tropische vogel die sinds 1966 aan een opmars bezig is. De dieren brengen de nacht door in slaapplaatsen van soms duizenden dieren. Vrijwilligers zullen gericht op zoek gaan naar nieuwe slaapplaatsen.

De Halsbandparkiet is een tropische, opvallende vogel, die in België al een behoorlijk stevige populatie heeft uitgebouwd. In nieuwe gebieden zijn mensen vaak blij verrast met de verschijning van deze parkiet, die het formaat heeft van een slanke Torenvalk. 

In 1966 werd het eerste broedgeval van Halsbandparkiet in België vastgesteld, dat gebeurde in het Park van Tervuren. Maar pas het loslaten van een veertigtal vogels door de toenmalige Meli zoo op de Heizel in 1973-‘74 zorgde voor een kentering. Rond 1990 broedden er al 120 tot 130 paartjes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Vlaamse broedvogelatlas (2000-2002) spreekt al van 260 tot 430 broedparen. Er werd toen ook al gebroed in o.a. Meise en Herenthout. Het beeld van vandaag ziet er helemaal anders uit, een verveelvoudiging zelfs. Naast de nog sterk uitgebreide populatie rond Brussel, zien we het bolwerk noordwaarts via Mechelen doorsteken naar Sint-Niklaas, Antwerpen en Ekeren, en westwaarts tot in Aalst.

Aparte kolonies zijn er in bv. Gent, Kortrijk, Diest en Lommel. Maar de soort wordt ook al waargenomen in oa. De Haan en in Middelkerke. Wetende dat heel wat gemeenten in Vlaanderen vandaag nog steeds parkietloos zijn, maakt duidelijk dat er nog perspectieven zijn en dat het einde van de uitbreiding nog lang niet in zicht is. Daar waar hij zich gevestigd heeft, is de Halsbandparkiet niet meer weg te denken uit het straatbeeld: de parkieten troepen samen op (soms grote) slaapplaatsen. Maar het gekrijs is vaak de eerste aanwijzing dat er zelfs maar enkele vogels in de buurt zitten.

Bedreiging voor de Boomklever

In tegenstelling tot wat vroeger werd aangenomen, zou de Halsbandparkiet volgens een studie door Diederik Strubbe en Erik Matthysen van de Universiteit Antwerpen wel degelijk een bedreiging kunnen vormen, en dan met name voor onze Boomklever. Broedholen moeten voor beide soorten aan dezelfde normen voldoen, en doordat Halsbandparkieten reeds eind februari beginnen met de eileg (Boomklever pas in april) kunnen de parkieten de beste holen eerst inpalmen. In het slechtste geval zou dat de lokale populatie Boomklevers met een derde kunnen terugdringen.

Spechten, die in gelijkaardige holen broeden, ondervinden weinig hinder omdat zij bij gebrek aan een geschikt hol zelf een nieuw nestgat kunnen uithakken. Dat kunnen Boomklevers niet. Andere soorten als Spreeuwen, Holenduiven en Kauwen broeden overwegend in grotere holtes. Alleen de Boomklever lijkt dus de dupe. Voorlopig is dat alleen het geval in stedelijk gebied waar ook de Halsbandparkiet broedt, maar niets sluit uit dat zij gezien de toename van de aantallen, in de nabije toekomst zullen uitbreiden naar de meer landelijke bossen.

Wat de hinder tegenover de mens betreft, spreken we vooral over de geluidsoverlast, maar lokaal ook over de schade aan de fruitteelt. Voor Vlaanderen zijn hierover echter geen cijfers beschikbaar.

Tellen een eerste noodzaak

Natuurpunt registreert op waarnemingen.be dagelijks gegevens van Halsbandparkieten uit heel het land (Voor een overzicht: bekijk dit kaartje). Dat zijn vooral losse waarnemingen van groepjes die her en der verspreid op zoek zijn naar voedsel. Dat geeft een goed beeld van de verspreiding. Die is duidelijk toegenomen. Maar om de totale populatiegrootte in te schatten, organiseren Natuurpunt en Natagora nu een slaapplaatstelling. In de zomermaanden zijn de jongen al lang uitgevlogen en gebruiken ze gezamenlijke slaapplaatsen. Op dergelijke slaapplaatsen troepen vaak vogels uit de wijde omgeving samen, zodat je overdag niet elk individu in een overzichtelijk landschap moet opsnorren. Ze worden geteld wanneer ze op de locatie komen aanvliegen.

…maar niet altijd makkelijk

Slaapplaatsen van halsbandparkieten zijn dan wel opvallend, ze kunnen zich van de ene dag op de andere verplaatsen naar een heel andere plek. Als ze toch arriveren, is zo’n kleine slaapplaats snel geteld. Tijdens de eerste telling leverde dat toch al vijf slaapplaatsen op in Vlaanderen, met o.a. 376 vogels in Ekeren. Bij grote slaapplaatsen is de moeilijkheid dat ze van alle kanten tegelijk komen aanvliegen en het tellen zeer snel en efficiënt moet gaan.

Van de kleine slaappplaatsen zijn er ongetwijfeld veel die nog niet in kaart werden gebracht. De grootste slaapplaats telde 3585 parkieten in Koekelberg. Je raam zal maar open staan die nacht. Niet alle slaapplaatsen zijn zo indrukwekkend, nieuwe slaapplaatsen zijn vaak erg klein en kunnen slechts een paar tot enkele tientallen vogels tellen en zijn dus moeilijker vindbaar. Meldingen daarvan zijn welkom bij Natuurpunt.

Zelf invoeren

Heb je zelf weet van een slaapplaats, deel dan je gegevens via www.waarnemingen.be en selecteer in het venster 'Gedrag' de code ‘Slaapplaats’. Zo kunnen ook deze plaatsen beter worden opgevolgd.

Tekst: Gerald Driessens
Foto: Rina Rubens

Bron:
Strubbe, D., Matthysen, E. & Graham, C.H. (2010). Assessing the potential impact of invasive ring-necked parakeets Psittacula krameri on native nuthatches Sitta europeae in Belgium. Journal of Applied Ecology, 47, 549-557.