Afbeelding
Zwarte wouw & zwarte kraai
Daniël Buron

Elektrocuties van ooievaars en oehoes in België

22 sep 2023
Categorieën
Natuurbericht
Vogels

Elektriciteitspylonen lijken banale constructies in het landschap. Voor veel vogels vormen dergelijke objecten echter ideale plekken om op te landen. Deze palen zijn immers hoog: het is er veilig en het zijn ideale uitkijkposten om het omliggend landschap af te speuren. Toch kunnen elektriciteitsmasten ook een gevaar vormen, vooral voor grote(re) vogels. Wanneer een vogel contact maakt met twee delen die elektrische stroom geleiden, vormt die vogel een ‘brug’, waardoor een enorme stroomstoot door het lichaam wordt gestuurd, doorgaans met fatale afloop. Ook wanneer een stroomkabel en een pyloon tegelijk wordt aangeraakt, kan dit tot elektrocutie leiden, met een dode vogel (en vaak ook stroomuitval) tot gevolg. Vooral oehoes en ooievaars worden zo het slachtoffer.

Afbeelding
Elektrocuties van vogels

Vogels kunnen worden geëlektrocuteerd wanneer ze twee stroomkabels tegelijk aanraken (A, B). Elektrocutie treedt ook op wanneer een stroomkabel en een geaard metalen element gelijktijdig wordt aangeraakt (C-H). Ook een lange sliert uitwerpselen (I) of een ‘vlamboog (J) kan leiden tot een elektrocutie, al zijn dergelijke gevallen eerder zeldzaam.

Gevaarlijke uitkijkposten voor grotere rovers

Elektrocutie is een belangrijke doodsoorzaak bij grote(re) vogels die vaak gebruik maken van pylonen als uitkijkpost, speurend naar prooien. Vooral roofvogels worden vaak als slachtoffers gevonden. Het gaat in hoofdzaak om grotere soorten die hun voedsel zoeken in uitgestrekte, open gebieden, waar elektriciteitspylonen vaak de enige geschikte uitkijkpost in het landschap vormen. Soorten die eerder in bosrijke gebieden jagen en vooral bomen gebruiken als ‘uitvalsbasis’ (havik, sperwer), worden slechts zelden als elektrocutieslachtoffer gemeld. Ook uilen jagen vaak vanaf uitkijkposten, maar omdat zij hun prooien vooral auditief opsporen, maken ze meestal gebruik van lagere ‘stake-outs’, dichter bij de grond, dichter bij hun prooien. Grotere soorten - zoals de oehoe - kunnen prooien vanop een grotere afstand auditief detecteren. Zij maken wél vaak gebruik van elektriciteitsmasten en duiken dan ook vaker op in de lijstjes met elektrocutieslachtoffers.

Samen slapen kan fataal aflopen

Ook soorten die regelmatig pylonen gebruiken als rustplaats, zijn gevoelig voor elektrocuties. Vaak gaat het om vogels die - doorgaans bij valavond - in groep neerstrijken op hoogspanningsmasten en elektriciteitspalen om er (dicht bij elkaar) te overnachten. Ooievaars zijn bij ons een gekend voorbeeld. Wanneer één vogel een kortsluiting veroorzaakt, kan dit leiden tot een ‘groepselektrocutie’. Dit risico doet zich vooral voor op regenachtige en mistige dagen, wanneer het natte verenkleed zorgt voor een verhoogde kans op elektrische boogvorming, waarbij elektriciteit zich langs de veren van natte vogels kan verspreiden wanneer ze in contact komen met elektrische geleiders. Bij soorten die hun vleugels uitstrekken om op te warmen of te drogen, ligt het risico op (gelijktijdige) elektrocutie van meerdere vogels nog hoger.

Het probleem is goed bekend, zowel bij natuurverenigingen als bij netbeheerders. Elektrocuties doen zich vooral voor bij elektriciteitsleidingen met spanningen onder de 45 kV. Bij hoogspanningslijnen (≥ 70 kV) wordt dit probleem minder vaak vastgesteld omdat de afstand tussen de ‘armen’, de tussenruimte tussen de geleiders en de lengte van de isolatoren meestal veel groter is.

Belgische cijfers

Tot voor kort waren in België nauwelijks cijfers beschikbaar die de problematiek van elektrocuties konden staven. Sinds Natuurpunt en haar Waalse zustervereniging Natagora in 2014 een oproep lanceerden om elektrocutieslachtoffers te melden via het dataplatform www.waarnemingen.be, werden reeds 61 gevallen geregistreerd op middenspanningslijnen. Het ging hierbij vooral om ooievaars (29) en oehoes (15), maar ook andere zeldzame(re) soorten als Kerkuil, Rode wouw en Slechtvalk werden gemeld. Onder hoogspanningslijnen werden veel meer slachtoffers gemeld, maar het gros van deze vogels stierf doordat ze tegen de lijn aanvlogen, al kon in een beperkt aantal gevallen elektrocutie als doodsoorzaak niet worden uitgesloten. Aangezien het hier gaat om losse gegevens, tonen deze cijfers slechts het tipje van de ijsberg. Indien tellingen zouden worden uitgevoerd in het kader van een gestandaardiseerd meetnet, zou het misschien mogelijk zijn om een beter zicht te krijgen op de werkelijke omvang van het elektrocutie-probleem.

Afbeelding
slachtoffers_hoogspanning.jpg

Linksboven: ooievaar, 3 augustus 2018, Malmédy (Luik) (foto: Luc Simon); rechtsboven: oehoe, 3 januari 2017, Ramillies (Waals-Brabant) (foto: Guido Catthoor); linksonder: rode wouw, 31 oktober 2017, Matagne-la-Grande (Namen) (foto: Charles Dordolo); rechtsonder: slechtvalk, 29 september 2019, Thommen (Luik) (foto: Raphaël Thunus).

SafeLines4Birds

Tussen 2023 - 2028 zal het Europese LIFE-project SafeLines4Birds uitzoeken hoe het bovengrondse elektriciteitsnetwerk nog veiliger gemaakt kan worden voor vogels. Hiervoor zal Natuurpunt samenwerken met Elia (de beheerder van het Belgische hoogspanningsnet), Natagora en andere partners uit Duitsland, Frankrijk, Portugal en de Verenigde Staten. Het project focust op 13 prioritaire soorten. In België zal o.a. worden gewerkt rond ooievaar en zwarte ooievaar. Eén van de doelstellingen is alvast om in België minstens 75 pylonen die een hoog elektrocutiegevaar inhouden beter te gaan isoleren of te voorzien van objecten waardoor het voor vogels minder gemakkelijk wordt om op de masten te landen. Voor meer informatie over dit innovatieve LIFE-project verwijzen we door naar https://www.safelines4birds.eu/.

Tekst: Dominique Verbelen (Natuurpunt Studie)

Afbeelding
logo_life.png